Het bezoek werd een wederzijdse zoektocht naar de succes- en faalfactoren van het Finse Romabeleid.
Op 4,5 en 6 oktober 2011 kregen we op bezoek:
ANTTONEN Ritva, Diensthoofd Volwassenenwelzijn en Basisveiligheid bij het stadsbestuur van Jyväskylä. Tevens is zij lid van de regionale Roma Adviesraad.
FLORIN Kyösti en Rosita, Roma echtpaar die een trainingspakket hebben ontwikkeld genaamd TuRom “voor een wederzijdse integratie”.
Zij gaven seminaries op
4 oktober
in Gent voor beleidsverantwoordelijken van Gent en Waasland (25 deelnemers)
in Brussel voor beleidsverantwoordelijken federaal en regionaal (14 deelnemers)
5 oktober
In Antwerpen (ganse dag) voor diensten die (willen) werken met bemiddelaars (12 deelnemers)
6 oktober
Brussel voor Roma over de werking van een Romaraad (9 deelnemers)
Diest voor diensten uit Brabant en Limburg inzake onderwijs. (35 deelnemers)
Waarom Finland ?
Finland staat duidelijk ver voorop als het op integratie van Roma aankomt:
- Er zijn geen getto’s, Roma wonen tussen de burgers in gewone huizen die ze verworven (huur, koop) hebben bij een grootscheepse huisvestingscampagne in 1975: toen werden de gemeenten verplicht om voor alle Roma woningen te voorzien.
- Bijna alle Romakinderen beëindigen het lager onderwijs
- Roma kunnen in dezelfde sectoren werken als de burgers
Toch zijn er nog aanwijsbare achterstandspunten
- De Roma volgen nog onvoldoende de meest toekomstgericht richtingen in het middelbaar onderwijs
- De te lage scholingsgraad verhindert een vlotte toegang tot de arbeidsmarkt
- Er is nog discriminatie op de arbeidsmarkt
- Er is nog marginaliteit met een probleem van meer druggebruik
Het bezoek werd een wederzijdse zoektocht naar de succes- en faalfactoren van het Finse Romabeleid.
1. De doelgroep
In Finland kwamen sinds de 15de eeuw kleine groepjes Roma aan. Ze zijn nu met 10.000 (waarvan 500 in Jyväskylä).
Tot de jaren 1960 leidden zij gedeeltelijk een nomadisch bestaan gekenmerkt door uitstoting, armoede, ziekte. 40% van hen spreekt in eigen kring een eigen taal (Kaalo). Roma hebben Fins of Zweeds als moedertaal naargelang hun regio.
Deze situatie hebben we geanalyseerd om de vergelijking te trekken met Vlaanderen:
- De traditionele Manoesjen, Roms en Voyageurs zijn ook hier vanaf de jaren 1960 stil blijven staan, in hun woonwagens. Ook hun bestaan was gekenmerkt door uitstoting, armoede,ziekte… België heeft nooit een Romabeleid ontwikkeld zodat deze groepen nu nog steeds uitgestoten worden, armer zijn dan de gemiddelde Vlaming en een levensverwachting hebben die 20 jaar korter is dan het gemiddelde.
- De nieuw aankomende Roma verkeren in een vergelijkbare situatie van uitstoting armoede en ziekte. Communiceren met hen is moeilijker omdat er vaak een gezamenlijke tussentaal ontbreekt. Als we ook nu geen beleid ontwikkelen zullen we blijvend worstelen met een marginaliserende bevolkingsgroep.
“500 jaar voor de integratie van 500 Roma”
Er zijn in Finland 10.000 Finse Roma en in Zweden nog eens 3.000. De 500 Roma in Jyväskylä wonen er nog maar 150 jaar. De integratiepolitiek is er nog maar 10 jaar bezig.
Het beleid tegenover Roma is gedurende 500 jaar in heel Europa erg gelijklopend geweest. Het stoelde op drie pijlers: verjaging, vernietiging, assimilatie.
Finland heeft 60 jaar geleden het roer omgegooid en resoluut gekozen voor integratie met behoud van de cultuur. Het is daarmee het enige land in Europa dat die weg heeft gekozen. Vandaar het nu vaak moeilijk lijkt om de vergelijking tussen Vlaanderen en Finland te maken.
Inclusief – Categoriaal
Vaak oppert men in Vlaanderen dat een specifiek beleid naar Roma niet past in het inclusief gedachtengoed. Niets is minder waar.
Het doel blijft altijd: toeleiden van Roma naar de reguliere voorzieningen.
Voor die toeleiding zijn specifieke methodieken nodig (bijvoorbeeld het nieuw concept van brugfiguren, die we duidelijk moeten onderscheiden van de vroegere interculturele bemiddelaars).
Finland heeft 60 jaar geleden voor deze aanpak gekozen en het heeft hen geen windeieren gelegd. De toeleidingsmethodieken zijn aangepast aan de culturele eigenheden van de Roma, maar er is geen enkele aparte voorziening voor Roma opgericht.
Bij deze willen we dus nog eens uitdrukkelijk erop wijzen dat de methodieken die we in Vlaanderen ontwikkeld hebben voor de integratie van de arbeidsmigranten niet zomaar over te plaatsen zijn naar de Roma. Daarvoor is de culturele kloof (lees wederzijds wantrouwen) te groot. Het is net deze kloof die de oorzaak is van het Mattheüs-effect in het inclusief beleid: de groepen die dat beleid het meest nodig hebben maken er het minst gebruik van.
De parallel met Finland valt des te meer op als we de Roma in Vlaanderen vandaag vergelijken met de Roma van 60 jaar geleden in Finland.
2. Verbindingen herstellen
In 1956 startte Finland met een Romaraad. Daarin zaten tot 1964 geen Roma. Men maakte echter wel beleidsplannen op die gericht waren op integratie zonder assimilatie.
Het huisvestingsbeleid van 1975 was een keerpunt in de verbetering van socio-economische status van de Roma.
Het betekende de eerste blijk van aanvaarding van de Roma door hen huizen ter beschikking te stellen. Nomadisme was voor de Finse Roma geen cultureel symbool.
Het cultureel symbool voor de Finse Roma is de klederdracht van de vrouwen. Daarvan maakt het beleid geen punt.
Daarin verschillen de Finse Roma van de Belgische, voor wie de woonwagen een icoon is. Het beleid heeft hier echter steeds een probleem gemaakt van dit cultureel symbool, zodat er nu nog altijd meerdere honderden woonwagenbewoners illegaal staan of in huizen zijn getrokken, zonder daarom beter te integreren.
Eerste les betreffende de nieuw aangekomen Roma: we dienen op zoek te gaan naar blijken van aanvaarding als basis voor een integratiebeleid.
Onderwijs
Zowel in Finland als hier blijken huisbezoeken door leerkrachten aan Roma een doorslaggevende factor voor de onderwijsdeelname.
In de debatten zijn we op zoek gegaan naar andere flankerende succesfactoren (kerk, politie, CLB…) maar geen enkele bleek in de beginperiode echt impact gehad te hebben. Het zijn de scholen zelf die de Roma hebben aangetrokken.
3. Geoormerkte budgetten
Het meerjarenplan 2011-2017 ziet er veelbelovend uit. Politiek wordt het ook in de praktijk gebracht.
De werkgroep die het meerjarenplan voorbereidde had een speciale toelage van 3 miljoen Euro voorgesteld om de uitvoering van het plan te vergemakkelijken. Dat werd niet aangenomen.
Dat heeft wellicht ook te maken met de nieuwe politieke wind die er waait sinds de meer rechtse politieke partij “Echte Finnen” in de regering zit en die geen hoge pet op heeft van vreemdelingen.
Bij regeringsbeslissing moeten alle ministeries de maatregelen uitvoeren binnen de budgetten die hen daarvoor zijn ter beschikking gesteld.
Zo zijn er budgetten voor gemeenten voor de verbetering van de integratie van de Roma (bijv. op het vlak van welzijn en gezondheid). Gemeenten kunnen daarop inschrijven met projectplannen.
4. Burgers en Roma samen
Finland kent een uitgebreid netwerk van Roma organisaties. Deze worden hoofdzakelijk gesponsord door hun versie van de Nationale Loterij. Ook via projecten bij regeringsdepartementen gaat er geld naar Roma zelforganisaties. Op die manier zijn er meerdere Roma organisaties met 1 of 2 personeelsleden en een nationaal secretariaat. Regionaal en lokaal draait het allemaal op vrijwilligerswerk.
Via die kanalen worden Roma via hoorzittingen sterk betrokken bij de opmaak van beleidsplannen.
Samen werken
Typisch is wel dat “samen” in de Finse context zich afspeelt in de actie op maatschappelijk relevante domeinen. Dus geen vrijblijvende praatgroepen of theekransjes, of nostalgische “interculturele ontmoetingen”. Wel samen beleid maken, samen de buurt veilig houden, samen het welbevinden van de kinderen op school realiseren.
Romaraad
Die samen-werking krijgt in Finland wel een heel eigen concrete invulling. Er is een nationale Roma Adviesraad en er zijn 4 regionale Roma Adviesraden die het hele grondgebied dekken. Elke Roma Adviesraad is statutair bevolkt met de helft Roma en niet-Roma.
Die raden functioneren dankzij gedetacheerde ambtenaren en vertegenwoordigers van relevante overheden en van Roma NGO’s. Ze draaien op projecttoelagen en op heel veel vrijwilligerswerk. Ook van niet-Roma.
5. Brugfiguren
In het onderwijs, gezinszorg, preventieve gezondheidszorg werken Roma die de drempel voor de Roma moeten verlagen. Schoolassistenten van Roma herkomst zijn zeer efficiënt om de onderwijsdeelname te ondersteunen.
Andere brugfiguren zijn geen Roma. Het is van belang deze mix in ere te houden. Evenals de mix man – vrouw, jonger – ouder.
Het trainingsprogramma TuRom is volledig op deze leest geschoeid: het gaat steeds op zoek naar wat ons bindt. Algemeen menselijke ervaringen die we met z’n allen delen zodat de etnische verschillen op de achtergrond verdwijnen.
Op die manier krijgen beide partijen ook oog voor elkaars competenties. In plaats van elkaar als probleem te zien leren we elkaar als een deel van de oplossing te zien. Het komt steeds weer terug: wat kunnen we SAMEN DOEN.
6. Volhouden
Het Fins Romabeleid heeft ook zijn hoogtes en laagtes gekend. Sinds de huisvestingsactie van 1975 is er weinig spectulairs verricht. Heel de evolutie stond in het teken van de integratie van het Romabeleid in de verschillende departementen.
Toch was er die volgehouden empowering en outreaching: Roma werden gesteund om organisaties op te richten, leerkrachten en bemiddelaars leerden van op huisbezoek te gaan.
En dit gaf zichtbare resultaten: de onderwijsdeelname nam toe, de participatie aan de arbeidsmarkt ook. De rechten van de Roma zijn erop vooruit gegaan: het recht op behoud en ontwikkeling van de eigen cultuur en taal is opgenomen in de Finse grondwet. De regionale Roma Adviesraden met elk een voltijdse ambtenaar zijn in 2004 opgericht.
Finland concludeerde zelf in 2009-2010 bij de opmaak van het nieuwe meerjarenplan dat projectwerk geen resultaten opleverde. Daarom kiezen ze nu resoluut voor de langetermijnwerking in een meerjarenplan van 2011 – 2017.
Werk
Veel Roma hier en in Finland zijn/waren niet geneigd om voor een baas te gaan werken. Om dit cultureel gegeven te overstijgen hebben we wellicht meer dan 1 generatie nodig. Dat los je niet op met een project van 1 of 2 jaar. In dat kader past de “hollistische” steun, waarbij via veel en juiste communicatie de burgercultuur wordt geënt op de Romacultuur. Uit onze Belgische context weten we overigens dat deze motiverende aanpak goed werkt als hij aangevuld is met meer dwingende maatregelen. De culturele kloof is hier blijkbaar nog steeds dieper, breder en meer wederzijds dan in Finland.
Maar er is dus hoop.
Wat teloor ging in 5 eeuwen herstel je niet in 5 jaar. Daar heb je misschien 5 generaties voor nodig.
Om het volledige onderzoek te lezen, zie bijlage
Bron: www.vroemvzw.be
Bijlage | Grootte |
---|---|
klik_hier_om_het_volledige_onderzoek_te_lezen._7.pdf | 418.74 KB |