Ali Salmi: 'Diversiteit is een rijkdom, geen probleem.'

"Zomaar zeggen dat het integratiebeleid gefaald heeft, is makkelijk en populistisch." Aan het woord is Ali Salmi, onafhankelijk schepen van diversiteit in Mechelen, die tal van initiatieven neemt om de verschillende bevolkingsgroepen van de stad bij elkaar te brengen.
Ali Salmi: 'Diversiteit is een rijkdom, geen probleem.'

Het is niet eenvoudig om een beleid omtrent diversiteit te voeren. Ik sta constant tussen verschillende vuren. Iedere dag is een strijd. Op heel veel zaken heb je geen impact en al je inspanningen kunnen smelten als sneeuw voor de zon.

 

"Zomaar zeggen dat het integratiebeleid gefaald heeft, is makkelijk en populistisch." Aan het woord is Ali Salmi, onafhankelijk schepen van diversiteit in Mechelen, die tal van initiatieven neemt om de verschillende bevolkingsgroepen van de stad bij elkaar te brengen. Hij beseft dat er nog veel werk is, maar gelooft rotsvast in zijn slaagkansen.

Almi Salmi: Sommige partijen willen dat allochtonen zich helemaal aanpassen aan de Belgische waarden maar dat is geen integratie. Het is belangrijk dat iedereen de taal spreekt en de stad kent waarin hij woont. Voor de rest moet iedereen vooral zichzelf kunnen zijn. Diversiteit bekijk ik eerder als een rijkdom dan als een probleem. Iedere identiteit is meervoudig gelaagd. Wat is een Belg precies? Ik ben een Mechelaar maar ook een moslim. Ik hou niet van een grijze massa waar iedereen hetzelfde is.

Verschillende Europese politici hebben zo’n model al mislukt verklaard.

Sommige politieke personen zoals Merkel hebben het voorbije jaar inderdaad gezegd dat het integratiebeleid mislukt is. Ik vraag mij af of ze er wel ooit in geloofd hebben. Zomaar stellen dat het beleid gefaald heeft, is populistisch en niet correct. De interculturele samenleving is een realiteit. Er is geen enkele stad in Vlaanderen meer met een homogene bevolking. Een stad herbergt verschillende nationaliteiten en culturen. Je zou kunnen zeggen dat de hele wereld in Mechelen vertegenwoordigd is. We moeten verder, of we het nu willen of niet.

Welk beleid moet de overheid voeren om integratie te bevorderen?

Er zijn wetten genoeg. De overheid moet die nu simpelweg afdwingbaar maken. Daarnaast moet ze mensen samenbrengen. Bevolkingsgroepen leven te vaak naast elkaar. Het is van cruciaal belang dat iedereen gelijk wordt behandeld en de overheid benadrukt dat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft. Discriminatie is ontoelaatbaar. Niet op basis van geslacht, geloof of huidskleur. Mechelen is van iedereen.

Je zei daarnet dat diversiteit een rijkdom is maar je kan moeilijk ontkennen dat er ook problemen aan verbonden zijn.

Niet alles is rozengeur en maneschijn. Het is een werk van lange adem. Wanneer je een bloem plant duurt het ook een tijd vooraleer het eindresultaat er is. Sommige partijen maken de bevolking bang met ongegronde verklaringen en ook de media hebben een kwalijke rol. Ze viseren vaak allochtonen, soms rechtstreeks maar vaak subtiel. Toen Joe Van Holsbeeck werd vermoord waren de daders in eerste instantie ook Noord-Afrikanen. Achteraf bleken de daders uit Polen te komen.

Als schepen van diversiteit voer je een beleid om de bevolkingsgroepen dichter bij elkaar te brengen. Heb je het gevoel dat je de voorbije jaren vooruitgang hebt geboekt?

We hebben een langetermijnvisie en trachten duurzame maatregelen te nemen. Zo’n thema verander je niet op enkele maanden tijd. Pas op, we zijn veeleisend en willen ook concrete resultaten zien. We hebben veel initiatieven genomen en niet alle projecten waren een succes. Het is een verhaal van voortdurend experimenteren en niet alles wat op papier mooi oogt, slaat aan in de praktijk. Ik stel wel vast dat er in Mechelen een heel andere atmosfeer heerst dan tien jaar geleden. Toen stonden verschillende bevolkingsgroepen met getrokken messen tegenover elkaar. Die haat is nu weggeëbd. We mogen niet euforisch worden want we hebben nog een lange weg te gaan, maar het geeft aan dat we ook al heel wat stappen hebben gezet.

Zoals je aangaf is het niet makkelijk om een modale Belg te beschrijven. Moeten we meer focussen op de stadsidentiteit?

Mensen identificeren zich meer en meer als Mechelaar in plaats van als Belg. Dat is een sterkte die we moeten gebruiken. Of je nu Mohammed, Hilde, Aisha of Jan heet, je hebt één ding gemeen: je stad. Die fierheid om in Mechelen te wonen, moeten we aanwenden.

Je haalde aan dat mensen te vaak naast elkaar leven. Is dat het grote probleem?

Anderen zijn vaak onbekend en onbemind. Daar moeten we iets aan doen. We trachten mensen samen te brengen om ze zo kennis te laten maken met elkaars cultuur. Geen hoogstaande debatten, maar kleinschalige projecten die scholieren, buren en collega’s bij elkaar brengen op een ongedwongen manier. Met subsidies proberen we zo’n zaken aan te moedigen.

Een van die zaken die de stad heeft gesubsidieerd is de open moskeeëndag. Een succes?

Ik heb de moskee enkele jaren geleden aangemoedigd om zoiets te organiseren. Veel niet-moslims hebben vragen over de islam. Jammer genoeg zijn er nog te veel mensen die moslims koppelen aan terrorisme en moskeeën zien als een plaats van verderf. Dit komt omdat veel burgers de islam niet goed kennen. Er staan ook regelmatig ongelukkige dingen in de pers. Door mensen uit te nodigen, kunnen ze zelf zien dat vooroordelen niet juist zijn en de moskee een gebedshuis is. Transparantie en openheid zijn belangrijk om het negatieve imago te doorbreken. Daarom zijn zo’n initiatieven zeer zinvol.

Het bezoek van Sharia4Belgium aan het Marokkaans jeugdhuis enkele maanden terug in Mechelen deed het imago van deze Marokkaanse gemeenschap geen goed. Ik kan me voorstellen dat je daar niet blij mee was.

Het is niet eenvoudig om een beleid omtrent diversiteit te voeren. Ik sta constant tussen verschillende vuren. Iedere dag is een strijd. Op heel veel zaken heb je geen impact en al je inspanningen kunnen smelten als sneeuw voor de zon. Tegenstanders staan klaar om je elk moment neer te sabelen. Toen bekend werd dat Sharia4Belgium in het jeugdhuis was geweest, lieten critici uitschijnen dat het jeugdhuis collaboreerde. Ze verklaarden haast triomfantelijk dat dit het bewijs was dat ze niet deugden en vroegen om hun subsidies in te trekken. De waarheid was dat niemand wist wie die mannen waren. Daarom heb ik het jeugdhuis in bescherming genomen. Ze doen heel veel inspanningen en leveren verdienstelijk werk.

Critici beweren dat de islam een groot struikelblok is voor de integratie.

Religie is persoonlijk. Iedereen moet vrij zijn in zijn keuze voor een levensbeschouwing. Waarom zou het integratie bemoeilijken? Als je de tijd zou nemen om de islam te bestuderen, zou je zien dat het vrede, gastvrijheid en samenhorigheid predikt. Je hebt overal fundamentalisten, ook binnen het christendom, maar daar wordt niet zoveel aandacht aan besteed. Wij subsidiëren ieder jaar de katholieke kerk. Daar kraait geen haan naar, maar als er plannen zijn voor een nieuwe moskee staat de stad in rep en roer.

Je zei dat de overheid zich niet moet bezighouden met regeltjes op te stellen. Je verzet je dan waarschijnlijk ook tegen het hoofddoekenverbod.

Politici moeten zich niet bezighouden met hoe iemand zich kleedt. Men zou het hoofddoekenverbod invoeren omwille van meer neutraliteit, maar je moet iemand beoordelen op basis van zijn of haar gedrag en omgang met andere mensen. Wie garandeert mij dat iemand die geen hoofddoek draagt en achter een loket staat wel neutraal is?

Je hebt al een paar keer benadrukt dat mensen bij elkaar brengen belangrijk is. Binnen de schoolmuren komen veel jonge mensen met elkaar in contact, maar daar zit je weer met het verschijnsel van concentratiescholen.

Ik ben vroeger fel met deze materie bezig geweest. Ik geloof in mix-scholen. De school is vaak de eerste plaats waar men andere mensen ontmoet. Het is ideaal als kinderen al van op jonge leeftijd met andere nationaliteiten in contact komen. Iedereen die het over een concentratieschool heeft, denkt aan zwarte scholen, maar een college is evengoed een concentratieschool. Kinderen die de poort achter zich dichtrekken in een ‘witte school’ zijn niet voorbereid op de samenleving. Naast kennisoverdracht en het aanleren van een vak, moet een school ervoor zorgen dat jonge mensen kunnen functioneren in de maatschappij. In een witte school gebeurt dat niet. Een college weert vaak naast allochtonen ook kansarme Vlamingen af. Dat creëert mee het gevoel dat een zwarte concentratieschool gelijk staat aan minder kwaliteit. Als je kwetsbare leerlingen groepeert, creëer je problemen. De Vlaamse overheid moet deze instellingen met extra middelen ondersteunen.

Moet een school niet representatief zijn voor de samenleving?

Vooral bij de basisscholen moet dit absoluut het doel zijn. Deze scholen zouden een weerspiegeling moeten zijn van de buurt waarin ze zich situeren. Om dat te bereiken moet een basisschool in de eerste plaats een buurtschool zijn. Sommige ouders trotseren iedere dag files om hun kinderen naar een blanke school te laten gaan. Dat is toch waanzin? Door de witteschoolvlucht barsten die blanke scholen uit hun voegen. In het geval van middelbare scholen liggen de kaarten enigszins anders. Door de verschillende studiemogelijkheden hebben niet alle buurtscholen hetzelfde aanbod. Er zijn teveel parameters die een ideale mix voor die scholen onmogelijk maken.

Zo’n situatie is niet simpel om op te lossen. Hoe kan de overheid dat aanpakken?

De mentaliteit van mensen veranderen is het moeilijkste. Probeer ouders die zo doordrongen zijn van een bepaalde opvatting maar eens te overtuigen dat ze verkeerd zijn. Het enige dat je kan doen is op regelmatige basis over diversiteit communiceren. Het probleem is dat weinig politici dit doen uit vrees voor de gevolgen bij de volgende verkiezingen. Van mij mag iedereen mijn opvattingen weten. Ik sta voor een bepaald beleid en een bepaalde visie en ik stap daar niet van af.

Naast concentratiescholen krijgen allochtonen ook vaak te maken met discriminatie.

Jongeren die constant voelen dat ze er niet bij horen en uitgespuwd worden door de maatschappij, keren zich tegen de samenleving. Veel mensen begrijpen niet wat discriminatie teweeg kan brengen. Het is misschien wat ongelukkig, maar je kan het vergelijken met kanker of aids. Het is een-ver-van-mijn-bed-show tot je er in je onmiddellijke omgeving mee te maken krijgt. Het gebeurt dat een jonge kerel naar een dancing wil gaan om zich te amuseren maar wordt geweigerd. Hij krijgt de deur letterlijk tegen zijn neus omwille van zijn huiskleur. Ik kan je verzekeren, dat doet pijn. In het kader van de internationale dag tegen racisme heb ik de campagne Mechelen vindt iedereen leuk opgezet. Zo wil de stad iedereen het gevoel geven dat ze erbij horen.

Kan de overheid hier iets aan doen?

We moeten zwaar optreden tegen discriminatie. In Mechelen is er een meldpunt tegen discriminatie. Wij werken met een netwerk van negen adressen waar slachtoffers terecht kunnen. Het probleem is dat burgers niet meer geloven in een klachtensysteem. Daarom druk ik alle medewerkers op het hart om elke klacht serieus te nemen. Als iedereen denkt dat het geen zin heeft, zal er inderdaad weinig veranderen.

Zie jij de toekomst positief evolueren?

Het zal niet makkelijk zijn. Er moet ergens in België maar iets gebeuren waarbij een allochtoon betrokken is en het komt als een boemerang in ons gezicht. Jaren hard werk kan zo smelten als sneeuw voor de zon. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Ik kan alleen maar initiatieven uitwerken en het goede voorbeeld geven, maar het moet door de burgers ook ondersteund worden. Mensen moet ervoor kiezen. Anders heeft het geen zin.

© 2012 – Paradigm/StampMedia – Nicola Neefs