Ali koesterde in de vorige aflevering zijn nieuwe WonderLandse Ik. Hij ontdekt nu de Wondere Waarden en Normen, het cement van de Natie in volle glorie. Ali vroeg zich af hoe het nu verder moest. Hij was ver van huis en moest hier nu een thuis bouwen in een vreemde wereld waar alles zo ... vreemd en onlogisch in elkaar zat. Dieren leken hier de plak te zwaaien, en voedsel kreeg soms vreemde bijwerkingen. En nog het ergst van al, Ali was zichzelf niet, maar voorlopig leek hem dat vooral voordelen op te leveren. Na uren dwars door het bos te wandelen kwam Ali bij een zonevreemde villawijk terecht. De huizen leken allemaal te wedijveren in wansmaak. De slagbomen, de prikkeldraad, de hier-waak-ik-bordjes en de torenhoge hagen verraadden dat het gemeenschappelijke element die de wijk samenhield Angst was. De kijkkastjes in ieder huis hielden de Angst levendig door programma's die het beste in de mens naar boven brachten. Iedere inwoner van Wonderland kreeg een programma op maat aangeboden zoals sommige verdedigers van Sarkosconi’s maffia-cratie zouden zeggen: “Leve Brood en Spelen, Next Generation”. L’histoire se répète. Bij een van de villa's hield Ali halt en hoorde hij een kind krijsen. Hij probeerde te loeren om te zien wat het kind aan het krijsen bracht, toen hij plots de indruk kreeg bekeken te worden. En nee .. het waren niet de onbemande camera's, de webcams, DoubleFaceBook, Google Street View of de lasergerichte inbreuken op de privacy die hem dit Big Brothergevoel gaven. Nee ... een kat zat hem met een brede grijns aan te staren. Ali kon zijn nieuwsgierigheid niet meer de baas en vroeg hem: