Een twinkeling in de ogen en een hartelijke glimlach. Het is het eerste dat opvalt wanneer we in de buurt komen van de matras van Mohammed. Je zou bijna denken dat hij gelukkig is. Maar schijn bedriegt. Wanneer hij begint te vertellen verraadt de grote tristesse in zijn stem pijn en wanhoop.
“Comme tout le monde j’avais des rêves comme enfant. Ik wou garagist worden of vrachtwagenchauffeur. Op mijn twintigste kreeg ik mijn papieren. Maar na 1 jaar hebben ze mijn papieren afgenomen en mijn droom aan diggelen geslagen. Des rêves sans papiers tu ne peux pas les réaliser.”
Mohammed: "Een mens zonder papieren is zoals een vogel zonder vleugels. Of een vogel in een kooi: hij kan wel vliegen, maar krijgt de kans niet. Ik heb zo vaak geprobeerd een dossier in te dienen maar er zijn gewoon geen duidelijke criteria"
“Sinds die dag leef ik hier in twijfel”. Zijn stem klinkt steeds triester en wanhopiger. “Ik dacht soms aan terugkeren naar Marokko, maar ik voel dat ik hier thuis hoor. Ik ben hier geïntegreerd. Ik wil een normaal leven zoals iedereen, met een gezinnetje. Ik wil een grote vrachtwagen kopen, mijn eigen bedrijfje starten. Maar zonder papieren gaat dat niet. Een mens zonder papieren is zoals een vogel zonder vleugels. Of een vogel in een kooi: hij kan wel vliegen, maar krijgt de kans niet. Ik heb zo vaak geprobeerd een dossier in te dienen maar er zijn gewoon geen duidelijke criteria.”
Mensen zoals Mohammed worden dan wel vaak sans-papiers genoemd, maar de stapel papier van documentatie van al zijn pogingen tot regularisatie, die hij onder zijn kussen heeft liggen, is indrukwekkend. “Ik moet heel veel geld betalen, maar telkens komt mijn dossier terug. Ik snap echt niet waarom. Sommige vrienden hebben meer geluk en hebben hier een gezin en een bedrijf kunnen uitbouwen. Waarom zij wel en ik niet? Sinds 2013 leef ik in stress. Ik werk keihard, maar wat ik verdien is amper genoeg om boodschappen of huur te betalen. Geen vakantie, niks. Dat is geen leven. En bovendien zijn er werkgevers die mij behandelen als een tot slaaf gemaakte mens, omdat ze weten dat ik er niets tegen kan doen. Onlangs mocht ik met iemand in een grote villa gaan helpen om te schilderen voor 50 euro per dag. Ik heb de hele dag keihard gewerkt, de muren waren weer als nieuw. De dag erna heb ik gewacht en gewacht tot hij kwam met mijn geld, maar hij is nooit gekomen.”
Ik had de hele dag keihard gewerkt, de muren van de villa waren na de schilderwerken weer als nieuw. De dag erna heb ik gewacht en gewacht tot hij kwam met mijn geld, maar hij is nooit gekomen
Vier dagen later ga ik terug naar de Begijnhofkerk. Ik zoek Mohammed, maar hij ligt weggedoken onder zijn deken. Als ik hem twee uur later rechtop zie zitten, is er van zijn glimlach weinig te bespeuren. Zijn ogen zien er dof uit. “Ça ne va pas bien.” Hij is moe en heeft pijn. “Hoelang nog?”
De situatie van Mohammed - de uitbuiting, de twijfels, het wachten tot het leven kan beginnen - zijn exemplarisch voor al wie in de Begijnhofkerk hoopt op eindelijk een menswaardige toekomst. Samen met hem vragen wij ons af: Hoelang nog? Hoelang nog voor de politici een verbetering in gang zetten, regularisatie in gang zetten, het migratiebeleid menselijk maken? Ze wachten. Maar dat kan niet lang meer duren. Ze zijn verzwakt en worden met de dag radelozer.
Het is hoog tijd dat de mensen die iets kunnen betekenen - en dat zijn wij allemaal - een versnelling hoger schakelen. Dat wij druk zetten op de politiek om de deur van de kooi open te zetten, zodat Mohammed en zijn lotgenoten in alle vrijheid kunnen vliegen.
Woensdagochtend 7 juli, stuur ik een bericht via messenger: “Bonjour Mohammed, comment ça va?”
“Je suis dans l'hôpital.”
Over de auteur:
Klaartje Van Kerckem is medeoprichter van het platform Gent Zonder Grenzen. Ook werkt ze als stafmedewerker Brusselwerking bij LEVL, een organisatie die werkt aan het dichten van de etnische kloof en het verbeteren van de positie en de rol van mensen met migratieachtergrond in de maatschappij.