Sinds 9/11 wordt heel veel strijd en geweld meteen gereduceerd tot de islam en die islam wordt vaak gereduceerd tot extremisme. Die dubbele reductie belet ons te zien wat er werkelijk gebeurt.
“In de berichtgeving bij ons wordt gelukkig nog meer aandacht besteed aan de voetbaluitslagen dan aan de bomaanslagen” trapte de inleidende spreker ietwat ongelukkig af afgelopen maandag in de spiegelzaal van cultuurcentrum De Markten. “Maar hoe lang duurt het nog vooraleer we er in België rechtstreeks bij betrokken worden” vroeg hij zich af. Een botsing der beschavingen dus. Gie Goris, hoofdredacteur van maandblad Mo*, gaf er een lezing aan de leden van de Vlaamse Club voor Kunst, Wetenschap en Letteren met als titel: De islam in het heetst van de strijd.
De dubbele reductie
“Sinds 9/11 wordt heel veel strijd en geweld meteen gereduceerd tot de islam en die islam wordt vaak gereduceerd tot extremisme”. “Die dubbele reductie”, zei Goris, “belet ons te zien wat er werkelijk gebeurt.” Goris’ zijn betoog draaide dan ook rond twee verschillende begrippen al zei hij dat zelf niet met zoveel woorden: enerzijds de politieke islam en anderzijds de “global jihad” of ook wel militaire jihad.
Air France
Ik heb het in Iran vaak horen zeggen toen er ik vorig jaar verbleef: “als ze dat vliegtuig niet hadden doen landen, dan had onze recente geschiedenis en ons leven er gans anders uitgezien”. Op 1 februari 1979 kwam Ayatollah Khomeini, na vijftien jaar ballingschap, met een boeing van Air France in Teheran aan. Enkele maanden later was de Islamitische Republiek Iran een feit. En niet alleen was die republiek islamitisch, ze was ook nog eens anti-westers. Goris vangt dan ook aan met die gebeurtenis als kantelpunt in de geschiedenis van de islam, meer bepaald de politieke islam.
Globalisering
Van de stichting van de anti-westerse Islamitische Republiek Iran is het maar een korte sprong naar de tienjarige Sovjet oorlog in Afghanistan die uitbrak in datzelfde jaar. Maar het islamisme daar is deels van een andere aard. In die oorlog wordt de gewapende jihad, een extreme variant van het islamisme, zichtbaar. Het islamisme wordt er bovendien niet alleen gemilitariseerd maar ze wordt ook internationaal, dit wil zeggen niet aan grenzen gebonden.
Waar Khomeini nog het doel had om een islamitische staat op te richten claimen jihadisten uit allerlei uithoeken van de wereld in Afghanistan geen territorium maar wel een islamitische identiteit. Het is een radicale jihad die veeleer moreel en ethisch is dan politiek. Het is diezelfde jihad die terug op het voorplan is sinds het begin van de opstanden in onder meer Libië en Syrië en ook vanuit België een amalgaam van ontvreemden, ontwortelden als gevolg van de globalisering naar Syrië en Irak doet trekken. Wat zich afspeelt is dus niet nieuw, al gebeurt het op een ander terrein.
Twee verschillende begrippen
Die global jihad kent dan wel zijn oorsprong in de politieke islam maar ze is er niet aan gelijk. De politieke islam ontstond ook uit de confrontatie met het Westen dat als een spiegelbeeld werkte en vragen opriep over de islamitische identiteit. Maar de antwoorden die daarop werden geformuleerd waren veeleer ideologisch en niet zozeer religieus. En dus leidt Goris het publiek terug naar de begintijden van de politieke islam. Hij heeft het onder meer over Jamal al-Din Afghani, een pionier van de politieke islam en de rol van de Moslimbroederschap in Egypte.
Veel stof dus voor één lezing en soms wringt het wat omdat Goris, een ervaren journalist van de mondiale politiek maar geen islamspecialist, de twee complexe begrippen graag koppelt aan geopolitieke motieven. Toch verdient het opzet lof omdat het leerrijk is voor een breed publiek dat snakt naar meer duiding bij fenomenen als de Syriëstrijders en de jihad.