De Amerikaanse verglijding
Zou België ingaan op het verzoek van de Amerikaanse federale rechter Alan Kaye om de Tunesiër Nizar Trabelsi uit te leveren aan de VS? Sinds 11 april 2008, de dag dat België het verzoek voorgelegd kreeg, al vier jaar dus, houdt deze zaak het Belgisch gerecht, de minister van Justitie, de regering en de media bezig.
Eerst waren er drie jaar van gerechtelijke procedures gevoerd door de advocaten van Trabelsi, meesters Marc Neve, Chantal Moreau en Fernande Motte-Deraedt, om zich te verzetten tegen de uitlevering. Ze zijn er niet in geslaagd het Belgisch gerecht te overtuigen om het Amerikaans verzoek te weigeren. In juni 2010 maakten de Belgische rechtbanken hun uiteindelijke advies over aan de minister van Justitie: geen bezwaar tegen de uitlevering.
Als minister van Justitie van een aftredende regering die zich alleen nog met lopende zaken kon bezig houden en terwijl Nizar Trabelsi nog altijd in de gevangenis zat, had Stefaan De Clerck geen enkele wettelijke of andere verplichting dit dossier af te ronden voor zijn vertrek. Hij had het kunnen overmaken aan de nieuwe minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, die al voor zijn deur stond te trappelen. Hij zat volgens eigen zeggen met zijn hoofd trouwens al volop op de vredige Vlaamse buiten. Al wat hem persoonlijk bezig hield, zo zei hij, was zo snel mogelijk zijn taken als burgemeester van Kortrijk weer opnemen: 'Ik ben bijna drie jaar federaal minister geweest maar dit hoofdstuk is nu afgesloten. Opnieuw burgemeester worden, dat vind ik een mooi perspectief''. (1)
Achteraf besef je dat dit toneelstukje over mooie perspectieven alleen moest dienen om andere ambities te verhullen. Eén week voor hij zijn ministerpost opgaf, besliste Stefaan De Clerck zijn sporen na te laten. Op 23 november 2011 zette hij zijn handtekening onder het verzoek tot uitlevering van Nizar Trabelsi. Heeft dit gebaar, helemaal op het eind van zijn mandaat, in de laatste dagen van een regeringscrisis die 535 dagen duurde, nog iets vandoen met gerechtigheid ? Of gaat het om een politiek gebaar dat aangeeft hoe België, na tien jaar crisis en oorlog tegen het terrorisme, verworden is tot niets meer of minder dan een Amerikaanse oorlogsbasis ? In dit verband is het parcours van De Clerck, van reformist tot The American friend, wellicht tekenend voor de evolutie van de hele Belgische politieke klasse.
De Clerck: van hervorming van het gevangeniswezen tot een opsluitingsbeleid op zijn Amerikaans
Wanneer Stefaan De Clerck voor het eerst minister van Justitie wordt, in 1995, in de regering Dehaene, wekt hij veel hoop. Al op 12 juni 1996 stelt hij een Oriëntatienota op over het strafbeleid en de strafuitvoering. De nota werd beschouwd als een vernieuwing van het strafbeleid in België. De Clerck pleit voor alternatieve straffen in plaats van opsluiting. Hij klaagt de inefficiëntie aan van de gevangenis op het vlak van recidive. Je vindt er een pleidooi ten gunste van een “selectief gebruik van de gevangenisstraf”. Dit betekent : “- minder snel overgaan tot het voorarrest, dat ook beperkt moet worden in de tijd. Invrijheidstelling onder voorwaarden lijkt meer aangewezen; - de prioriteit moet worden gegeven aan autonome repressieve maatregelen, die herstel en re-integratie beogen - een beleid van invrijheidsstelling dat geïndivualiseerd wordt - een evaluatie van de nadelige gevolgen van een te lange vrijheidsberoving voor de samenleving. " (2)
In september 1996 vertrouwt De Clerck professor Lieven Dupont de taak toe een wetsontwerp te schrijven over de principes omtrent het strafbeleid.
In 1997 schrijft hij een boek met de titel 'Het bos en de bomen. Justitie hervormen'. In zijn motivatie verklaart hij : “Al tientallen jaren staat Justitie in de kou. Tot voor kort, was het Belgische gevangenissysteem een weinig bekend aspect van onze samenleving. De gevangenis wekte nauwelijks de belangstelling van politici of van het publiek. Het ging wellicht om een wereld die we liever negeerden. Dit alles heeft ertoe bijgedragen dat de detentie niet enkel een fysiek isolement tot gevolg had, maar ook een sociaal isolement. " (3)
De Nota De Clerck van 96 wordt in 2000 gevolgd door de Oriëntatienota van het ministerie van Justitie van Marc Verwilghen. Over de beleidsvoorstellen van De Clerck en Verwilghen schrijft het CRISP (centrum voor sociaal-politiek onderzoek en informatie): 'De standpunten die beide ministers, ongeacht hun politieke familie, ontwikkelen op het vlak van strafbeleid, gaan mee met die stroming in de criminologie, die afstand neemt van een zuiver repressieve politiek die de fundamentele rechten van de gevangenen vernietigt.' (4). Een benadering die duidelijk afsteekt tegen de Amerikaanse politiek van massale opsluiting met steeds langere straffen.
Maar dan is er de affaire Dutroux
Het dossier van de verdwenen en vermoorde kinderen veroorzaakt een breuk met de hervormingspolitiek en het zoeken naar alternatieven in het gevangeniswezen, hoe voorzichtig dit ook was. De affaire Dutroux brengt verschillende zaken aan de oppervlakte: een politieapparaat en een klassengerecht die zich niets of nauwelijks iets aantrekken van het lot van een verdwenen kind als dat uit de volksklasse komt; rivaliteit tussen verschillende politiediensten die pistes voor elkaar achterhouden, wat sommige kinderen het leven heeft gekost; het bestaan van netwerken van pedofielen die kinderen kopen om ze te misbruiken. De affaire Dutroux zet het vervolgen van seksueel misbruik van kinderen op de dagorde, zowel in België als op internationaal vlak. Je kan stellen dat de affaire Dutroux een globaal en negatief effect heeft gehad op de gevangeniswereld: voorwaardelijke invrijheidstelling wordt sindsdien voor alle gevangenen veel moeilijker. Er komt een repressiever beleid op alle niveaus. Termen als 'recidive' en 'veiligheid' worden sleutelwoorden in de politiek en in de media. De gevangenispopulatie telt nu meer seksuele delinquenten. Weinigen merkten op dat de zaak Dutroux niet alleen strafrechtelijke problemen aan de orde stelde. Ze had ons er bewust van moeten maken dat er in dit land niet alleen sociale miserie bestaat maar ook een seksuele miserie. En dat in beide gevallen de gevangenis niet de (enige) oplossing is.
De Clerck betaalt de kosten van de affaire Dutroux cash: na de mislukte ontsnapping van Dutroux neemt hij in 1998 ontslag als minister. De Clerck neemt dan het voortouw als voorzitter van de CVP, die hij omvormt tot CD&V. Nieuwe mislukking: onder zijn leiding kent zijn partij een serieuze verkiezingsnederlaag in 2003.
Wanneer De Clerck tien jaar later opnieuw minister van Justitie wordt, in december 2008, is alles anders. Hijzelf vaart niet langer een hervormingskoers. Maar vooral: na de affaire Dutroux was er ook 9/11 en de internationale oorlog tegen het terrorisme en een gevangenisboom zonder weerga, niet alleen in de VS maar ook in Europa.
Gevangenisboom
Eind 2010 (5) bevonden zich in de VS 2.266.832 personen in de gevangenis, aldus het Bureau voor Statistiek. Eind 2011 telde Groot-Brittannië 86.131 gevangenen (alleen in Engeland en Wales), Frankrijk 73.149 en Spanje 70.491.
Ook in België bereikt het aantal gevangenen een hoogtepunt: in 2008 zitten er in dit land 9.871 mensen achter de tralies, terwijl er maar plaats is voor 8.422. De gevangeniscapaciteit wordt opgetrokken tot 8.949 plaatsen in 2010. Maar in november 2010 waren er al 1.000 gevangenen méér dan in 2008, in totaal 10.846. Voeg daarbij nog eens 1.106 personen onder elektronisch toezicht en 1.914 anderen met strafopschorting.
In februari 2011 bereikt de gevangenispopulatie “de historische kaap van 11.044”, aldus de woordvoerder van de gevangenisadministratie (6) . Met als gevolg situaties zoals in Vorst waar 679 mensen opgesloten zitten terwijl daar maar plaats is voor 400. Er wordt alarm geslagen: “De aalmoezeniers, de islamconsulenten en de lekenconsulenten moeten de gevangen opzoeken in hun cellen en worden er geconfronteerd met situaties die steeds alarmerender zijn. Veel gevangenen beschikken slechts over een gewone matras naast andere gevangenen die een bed hebben, in veel te kleine cellen... Ze zijn erg ongerust dat de vaak weggewimpelde ontevredenheid van de gevangenen tenoverstaan van de onmenselijke behandeling die hen tebeurt valt, onvermijdelijk zal omslaan in een uitbarsting van geweld zonder voorgaande met alle schadelijke gevolgen vandien.” (7) "Het probleem van de overbevolking is bijzonder acuut in België, waar we aankijken tegen de verschrikkelijke score van 128,4 gedetineerden voor 100 plaatsen, tegenover een gemiddelde bezettingsgraad van 98,4% voor de Europese gevangenissen," schrijft het Rekenhof dat alle maatregelen van de laatste 15 jaar heeft onderzocht (8) . Het Rekenhof stelt : “Tussen 1991 en 2009, merkt men ook op dat het aantal veroordelingen tot meer dan vijf jaar is gestegen van 39% naar 65% ... Een andere veelzeggende vaststelling : in 2010 bedroeg het percentage van de veroordeelden 53%, 35% van de gevangenen bevond zich in voorlopige hechtenis en 10% zijn geïnterneerden. De toename van deze drie categorieën is aanzienlijk sinds 1990. Het aantal geïnterneerden is opgelopen tot 109%, er zijn 90% veroordeelden meer en een stijging van 69% van de gevangenen in voorlopige hechtenis...”
Voeg daarbij de 328 personen van boven de zestig die in de gevangenis verblijven: een toename van 180% in twaalf jaar tijd (er zijn 59 gevangenen tussen de 70 en de 80 jaar en 9 gevangenen zijn 80 of ouder). (9)
In deze impasse had de regering de keuze: ofwel radikaal van koers veranderen ofwel verder afglijden op de Amerikaanse piste en proberen de “achterstand” in te halen op het vlak van de overbevolking in de gevangenissen. De regering kiest de tweede optie.
In april 2008 stelt minister van Justitie Van Deurzen zijn Masterplan 2008-2012 voor. Hij beweert het hoofd te willen bieden aan de overbevolking en de onmenselijke omstandigheden in onze gevangenissen. Maar, net als De Clerck 10 jaar tevoren, zal Van Deurzen kort daarop ontslag nemen als minister van Justitie. De Clerck volgt zijn collega op. Dit keer wil hij geen risico's meer nemen. Hij gaat niets anders uitvinden dan het Masterplan dat nu zijn plan wordt. Hij verklaart : “In Kortrijk kreeg ik de kans om zeven bruggen te bouwen, nu kan ik op federaal niveau zeven nieuwe gevangenissen bouwen.” (10) . In cijfers uitgedrukt betekent dit plan: de bouw van 2.500 nieuwe cellen à 100.000 euro per cel (kostprijs in de jaren 90) voor een totaalbedrag van 250.000.000 euro. Op kosten van de belastingbetaler en ten gunste van de privé, die van A tot Z zal instaan voor de nieuwe gevangenissen, volgens de DBFM-formule: « Design, Build, Finance, Maintain » (ontwerp, bouw, financiering, onderhoud). De minister van Justitie De Clerck wordt een technocraat en een minister van gevangenisgebouwen en -immobiliën. Het Masterplan, dat 'een uitbreiding van de gevangeniscapaciteit en een menselijker infrastructuur' beoogt, wordt het antwoord en de mirakeloplossing voor alle kwalen.
Op 31 oktober 2009 zorgt De Clerck voor een Europese première: een conventie tussen België en Nederland maakt de overdracht mogelijk van 500 gevangenen uit de overbevolkte Belgische gevangenissen naar de gevangenis van Tilburg in Nederland. Kostprijs: 10 miljoen per jaar. De overdracht begint in februari 2010. Minder dan een jaar later is dit al niet meer voldoende: eind 2010 kondigt de regering aan dat er '150 plaatsen bijkomen in de gevangenis van Tilburg'.
Op 14 december 2010 keurt de ministerraad, in het kader van het Masterplan, de sluiting goed van 'de erg oude gevangenissen van Vorst, Sint-Gillis en Berkendael, die zullen worden vervangen door een nieuwe instelling in Haren in 2016'. Deze Brusselse mega-gevangenis zal een capaciteit hebben van 1.190 plaatsen. 200 cellen meer dan in de drie oude gevangenissen samen.
Wat je zou verwacht hebben van de hervormer De Clerck was een moratorium op de bouw van gevangenissen. Wat je had willen horen is dat de bouw van nieuwe gevangenissen niet de oplossing is. Hij kon gewoon steunen op Europa om dit standpunt te rechtvaardigen. In het rapport van het Comité voor de Preventie van Foltering van de Raad van Europa (CPT), na een controlebezoek aan de Belgische gevangenissen in 2009, staat dat 'het Comité voor de Preventie van Foltering wil onderstrepen dat de verhoging van de gevangeniscapaciteit het probleem van de overbevolking in de gevangenissen op zich niet kan oplossen. In veel landen – België inbegrepen – stelt men vast dat de gevangenisbevolking toeneemt naarmate dat de gevangeniscapaciteit toeneemt .' (11) Van De Clerck had je meer gratieverleningen verwacht (koninklijke of andere), snellere voorwaardelijke invrijheidstellingen van mensen die ervoor in aanmerking komen, van zieke of oude gevangenen, van vrouwen... om zo de gevangenissen te ontlasten. Gewoon omdat de onmenselijke omstandigheden veroorzaakt door de overbevolking onaanvaardbaar waren en blijven. We hadden moeten horen : op het vlak van het gevangeniswezen heeft België zich vergist, we zijn te ver gegaan, we kunnen niet verder op deze weg van massale en langdurige opsluiting, we moeten breken met een evolutie die ons op een muur doet afstevenen. Alle mensen die betrokken zijn bij het gevangeniswezen hadden gemobiliseerd moeten worden om oplossingen te zoeken op het vlak van de samenleving, de school, tewerkstelling, huisvesting, alternatieve straffen. Met als doel een zo laag mogelijke graad van opsluiting.
Maar niets van dit alles.
De Clerck : de auteur van de afschaffing van de doodstraf in België wordt de man die een uitlevering tekent naar een land dat foltering en doodstraf toepast
De doodstraf wordt in België niet meer toegepast sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Maar de formele afschaffing ervan, op 13 juni 1996, is het werk van De Clerck. Het is zijn wetsontwerp dat gestemd werd in het parlement (120 afgevaardigden voor en 13 tegen) ter bekrachtiging van de volledige afschaffing van de doodstraf in België. Amnesty België schreef: 'Voor de toenmalige minister van Justitie, Stefaan De Clerck, is de doodstraf een daad van wraak. De afschaffing ervan moet beschouwd worden als een eerste schakel in de vernieuwing van het strafbeleid in België. De doodstraf was ook nutteloos geworden, vermits ze niet meer werd toegepast. En tot slot veroorzaakte ze juridische problemen met andere landen aan wie om uitlevering van misdadigers gevraagd werd.' (12) U hebt de laatste zin goed gelezen: een land waar de doodstraf nog altijd in de teksten staat, ook als die niet meer wordt toegepast, kan moeilijk om uitlevering van misdadigers vragen, die in andere landen vastzitten. Vijftien jaar later ondertekent diezelfde De Clerck de uitlevering van Nizar Trabelsi, opgesloten in België, naar een land dat niet alleen voorziet in de doodstraf in zijn teksten maar dat die doodstraf ook nog eens toepast met de regelmaat van een klok!
Nauwelijks twee maanden eerder, op 20 september 2011, tekende De Clerck nog een uitleveringscontract met de VS. “Op voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere, momenteel op verplaatsing in New York voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, ondertekenden de minister van Justitie Stefaan De Clerck, minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom en de US Attorney General Eric H. Holder vandaag in het Egmontpaleis in Brussel een akkoord met het oog op de Preventie van en de Strijd tegen de Zware Misdaad.. Dit akkoord zal de Belgische en Amerikaanse onderzoekers in staat stellen gegevens uit te wisselen in het kader van gerechtelijke en politie-onderzoeken, zoals vingerafdrukken en genetische gegevens (DNA) om de identificatie van eventuele terroristen en verdachten van zware misdaden te versnellen en te verbeteren.” (13) Met dit akkoord belooft België dus om “alle DNA-gegevens, vingerafdrukken, biometrische en biografische gegevens van misdadigers en potentiële terroristen in ons land” (14) door te geven aan de VS. Hiermee werd België het twintigste land ter wereld, dat een dergelijk akkoord tekent met de VS.
Om deze nooit geziene onderwerping van België aan de VS te begrijpen, moeten we verschillende elementen in aanmerking nemen.
Ten eerste is er de druk van de oorlog tegen het terrorisme, die de hele mentaliteit heeft gewijzigd. Die druk heeft zelfs de grootste twijfelaars onder de Europeanen in het Amerikaanse kamp (en aan het oorlogsfront) doen belanden. “Wie niet met ons is, is tegen ons”, zei Bush. En het politiek personeel in België heeft zijn kamp gekozen.
Vervolgens is er de verzwakte positie van België op het internationale vlak. Net als andere landen is België geconfronteerd met een economische crisis zonder voorgaande. Maar ze is ook geconfronteerd met een diepe institutionele crisis. Bij gebrek aan echte antwoorden op de economische crisis of bij gebrek aan een gegarandeerde institutionele toekomst op langere termijn (de regeringscrisis van 2010 tot 2011 is de langste ooit in heel de wereld), is de deelname aan de oorlog tegen het terrorisme en het gebruiken van terroristen als pasmunt een middel om zich vertrouwen terug te kopen op de internationale scène. Vooral dan tegenover de VS, waar we bijna volledig van afhangen. Die politiek wordt het middel om de rol van België op internationaal vlak te vrijwaren. Het middel om de positie van Brussel als Europese hoofdstad en zetel van de Navo te vrijwaren. Of het nu gaat om deelname aan de oorlog in Afghanistan (15), in Somalië, in Libië (16)... de laatste jaren heeft het trio Van Ackere, De Crem, De Clerck - alle drie CD&V, Nederlandstalige christendemocraten op sleutelposten als Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie - 'ja' gezegd op alle verzoeken van de VS en de Navo. Van het verzoek tot meer effectieve oorlogstroepen in Afghanistan, veel meer dan de reële capaciteit van dit land het toelaat, tot het verzoek om uitlevering van Trabelsi: dit trio heeft elk spoor van verzet vanwege de Belgische regering, hoe zwak ook, tegen de oorlogszuchtige politiek van de VS of de Navo uitgewist.
En tot slot is De Clerck lid en ex-voorzitter van de CD&V. Een partij die al tien jaar zwaar achteruit gaat bij de verkiezingen. Een partij die uitgehold wordt door een extreem-rechtse oppositie: van de nationalistische en pro-Amerikaanse NVA tot de extreem-rechtse partij Vlaams Belang, die samen de absolute meerderheid vormen in Vlaanderen. De CD&V, een traditioneel-rechtse partij, gebruikt de internationale scène om haar imago op te poetsen. Zo leverde de CD&V al de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy. De Amerikanen noemen De Crem « one of the United States’ strongest friends in the Belgian government » (een van de beste vrienden van de VS in de Belgische regering) (17). En het is een publiek geheim dat ook De Clerck ambities koestert op het internationale vlak, ver weg van Kortrijks vredige buiten.
1. Belga, 5 december 2011
2. Le monde pénitentiaire : des propositions à la réalité, CRISP/CH 1766-1767
3. http://www.cairn.info/revue-courrier-hebdomadaire-du-crisp-2002-21-page-5.htm
4. ibidem
5. http://www.prisonstudies.org/
6. http://www.lalibre.be/actu/belgique/article/644664/nombre-record-de-11000-detenus-dans-les-prisons-en-belgique.html.
7. Les aumôniers, les conseillers islamiques et laïques des prisons lancent un cri d'alarme devant la surpopulation des prisons belges dans http://aumonerie-catholique-des-prisons.be
8. Un audit très critique sur la surpopulation carcérale, La Libre Belgique Annick Hovine, le 20/12/2011 ; http://www.lalibre.be/actu/belgique/article/707811/les-prisons-debordent-et-le-phenomene-va-s-amplifiant.html
9. De Standaard 29 novembre 2010
10. http://www.stefaandeclerck.be/nl/na-een-pijnlijke-start-wacht-heel-veel-werk/144
11. http://www.cpt.coe.int/documents/bel/2011-07-inf-fra.htm
12. http://www.amnesty.be/doc/s-informer/notre-magazine-le-fil/libertes-arc…
13. http://diplomatie.belgium.be/fr/Newsroom/actualites/communiques_de_pres…
14. Belga, 20 september 2011
15. « Op drie jaar tijd, tussen Flahaut en De Crem, liep het totale aantal Belgische militairen in Afghanistan op van 360 tot 626 manschappen » Le Soir, 28 januari 2011
16. « Volgens militaire bronnen hebben de Belgische F-16's tijdens de operatie « Unified Protector » sinds het begin van de operatie « meer dan 500 bommen » gedropt – dat willen zeggen ongeveer twee keer meer dan de Britse vliegtuigen, en dit terwijl Groot Brittannië voorgesteld wordt als een van de landen die de speerpunt vormen van de interventie in Libië » Le Soir, 12 october 2011
17. « Pieter De Crem is Amerika’s vriend in de regering », De Standaard 28 janvier 2011