'Door verbod op religieuze symbolen gaan leerlingen niet plots al zingend hand in hand over speelplaats huppelen'

'Het voorstel van Lieven Boeve om het verbod op religieuze symbolen op scholen af te voeren, is een verstandig idee', schrijft stadssocioloog Pieter-Paul Verhaeghe. 'Maar nu kunnen we eindelijk beginnen met het echte debat: hoe doen we leerlingen samenleven in diversiteit?'
'Door verbod op religieuze symbolen gaan leerlingen nie
 

Begin deze week zwengelde Lieven Boeve, de directeur-generaal van het Katholieke Onderwijs, het hoofddoekendebat terug aan. Hij pleitte voor het afvoeren van het verbod op religieuze symbolen op scholen en stelt dat alle onderwijsnetten dit tegelijk zouden moeten doen. Een verstandig idee, maar kunnen we nu eindelijk met het echte debat beginnen: hoe doen we leerlingen samenleven in diversiteit? Het toelaten van religieuze pluraliteit op school is hiervoor slechts een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde.

Het is ondertussen zes jaar geleden dat het debat over het dragen van hoofddoeken op school in alle hevigheid losbarstte toen het Koninklijk Atheneum in Antwerpen een verbod op levensbeschouwelijke kentekens voor leerlingen invoerde. Dit verbod werd in 2013 veralgemeend tot alle scholen binnen het Gemeenschapsonderwijs (GO!). Ook in veel katholieke scholen zijn hoofddoeken en tulbanden ondertussen uit den boze. Lieven Boeve lijkt dit verbod nu op de helling te zetten.

Té vergaand

Deze omslag in het hoofddoekendebat kwam er niet zomaar. In oktober vorig jaar oordeelde de Raad van State na een klacht van een Sikh-leerling in Sint-Truiden dat een algemeen verbod disproportioneel is. De rechter oordeelde dat de doelstelling van het verbod - het kunnen samenleven in een democratische maatschappij - legitiem is. Het middel is echter té vergaand om dit legitieme doel te bereiken. Lees: een (tijdelijk) verbod op religieuze symbolen kan enkel in het uitzonderlijke geval waarin een school reeds alle andere mogelijke middelen uitgeprobeerd heeft. Het resultaat is dat de Sikh-leerling terug zijn tulband mocht dragen en dat het Gemeenschapsonderwijs wandelen werd gestuurd.

Alleen heeft het Gemeenschapsonderwijs momenteel nog moeite om de consequenties van deze juridische uitspraak te vatten. Niettemin is het nog maar een kwestie van tijd vooraleer ook zij het algemene verbod zal laten vallen. Ik geloof in het voortschrijdende inzicht van het Gemeenschapsonderwijs. En doet ze dit niet uit eigen beweging, dan zal ze er toe worden gedwongen onder druk van nieuwe rechtszaken, aangevoerd door bewegingen als Movement X, Kif Kif of BOEH! - de Voltaires van deze tijd.

Grotere debat moet nog beginnen

Het valt dus te verwachten dat het hoofddoekenverbod op school binnenkort zal sneuvelen, maar het grotere debat moet nog beginnen. Hoe bereiken we het doel van het samenleven in een democratische maatschappij? Hoe installeren we een constructieve dialoog in onze klaslokalen? Hoe pakken we ongeoorloofde sociale druk aan? Hoe doorprikken we wederzijdse vooroordelen? Het was een illusie te denken dat met het instellen van een verbod op religieuze symbolen, de leerlingen plots al zingend hand in hand over de speelplaats gingen huppelen. Het tegenovergestelde is echter evenmin waar. Veel ouders, leerkrachten en directies zijn bang van meer diversiteit op school. Het toelaten van religieuze, culturele of taalkundige pluraliteit is een noodzakelijke, maar onvoldoende randvoorwaarde. Echt samen-leven in diversiteit vergt meer. En hierover staat het debat nog in zijn kinderschoenen.

De voorbije maanden passeerden reeds een handvol interessante voorstellen de revue. Er werd gepleit voor het invoeren van een burgerschapsvak, waarin leerlingen onder meer de basisprincipes van onze seculiere rechtsstaat aanleren. Minister Hilde Crevits (CD&V) lanceerde een centraal aanspreekpunt over deradicalisering in het onderwijs. Vorige week schreven 18 professoren nog een open brief met de oproep voor een beter antipestbeleid, een cruciale stap om ongeoorloofde sociale druk aan te pakken. Het zijn dergelijke voorstellen die het onderwerp van een breed debat moeten uitmaken. Het al dan niet mogen dragen van een hoofddoek is hierbij bijzaak, geen hoofdzaak.

 

>>> Pieter-Paul Verhaeghe is stadssocioloog aan de UGent en lid van de denktank Poliargus

>>>> Dit stuk verscheen op 11/02/2015 als opinie in het weekblad Knack