Het thema van de film ontstond door verhalen te aanhoren van vrienden die geen ‘migratie deluxe’ meemaakten zoals ik. Die hun capaciteiten moeten begraven om hier te kunnen wonen, onderaan de loopbaanladder moeten starten en daar ook vaak blijven hangen.
Orlando Verde studeerde informatica in Caracas, Venezuela, zijn geboorteland. In Venezuela in de jaren 90 was studiekeuze afhankelijk van het vooruitzicht op een job. Filmregie studeren behoorde daar niet bij, dus sloot Orlando zich aan bij de filmclub van de Universiteit. Die organiseerde workshops en projecteerde films met voorhistorisch materiaal in een oud filmzaaltje waar alles met haken en ogen aan elkaar hing; een romantische setting waar de grote passie van de informaticus in spe vorm kreeg. Zo duidelijk zelfs dat hij op zoek ging naar een job in het buitenland in de hoop zo een studie filmregie te kunnen combineren. Dat buitenland werd België. De uitdaging van een nieuwe job, een nieuwe taal namen genoeg tijd in beslag en na 3 jaar zonder het vooruitzicht op een studie filmregie stond Orlando op het punt terug te gaan naar zijn geboorteland. Toch twijfelde hij, waarom zoveel moeite doen om een taal als het Nederlands onder de knie te krijgen, om dan te vertrekken? Uiteindelijk was het niet de regen die hem hier hield, maar het vinden van de filmopleiding aan de Academie in Antwerpen, waar hij toevallig op stootte en die hij kon combineren met zijn werk als informaticus. De film Naamloze Vennootschap is zijn afstudeerproject, na 5 jaar avondschool film- en videokunst en 2 jaar specialisatie.
Kif Kif: De film gaat over het schoonmaakpersoneel van een groot bedrijf dat zich ’s nachts niet enkel met de schoonmaak bezighoudt maar het werk van het dagpersoneel (een architect en een software developer) verderzet. Hoe ben je op het idee gekomen voor het verhaal van deze film? Was er een specifieke aanleiding?
Orlando Verde: Ik heb 24 jaar in een andere context geleefd waardoor ik de Vlaamse maatschappij vanuit een ander referentiekader bekijk. Al snel na mijn komst naar België, merkte ik dat het perspectief van nieuwkomers zoals ik niet of slecht wordt vertegenwoordigd door media en beleid. Ik moest dus voor mezelf spreken en opkomen. Ik moest mijn eigen verhaal vertellen, zoals ik het zag. Ik schreef columns voor het tijdelijke tijdschrift CULO van Fiëbre vzw (een Latijnsamerikaans platform waar ik aan meewerkte) in het Spaans en vertaalde stukken naar het Nederlands.
Hoewel mijn verhaal als een ‘migratie deluxe’ gezien kan worden, met de kansen die ik kreeg en zonder al te veel tegenkantingen, ben ik me toch altijd bewust geweest van de onrechtvaardigheden die leven in deze maatschappij. De gebeurtenissen in Antwerpen met Hans van Temsche waren voor mij een eye opener. En vandaag schrijf ik columns en opiniestukken voor Kif Kif, die ik daarvoor enkel op mijn blog publiceerde. Die teksten zijn vaak politieke of sociale analyses van maatschappelijke fenomenen. Maar ik schrijf even graag recensies van films en muziek.
Het thema van de film ontstond door verhalen te aanhoren van vrienden die geen ‘migratie deluxe’ meemaakten zoals ik. Die hun capaciteiten moeten begraven om hier te kunnen wonen, onderaan de loopbaanladder moeten starten en daar ook vaak blijven hangen.
Kif Kif: Gaat het verhaal eerder over hoog opgeleide nieuwkomers zoals het personage Clementine (een Rwandese architecte) of over hoog opgeleide allochtonen van de 2de of 3de generatie zoals informaticus Hassan die niet naar waarde (opleiding & capaciteit) worden ingezet?
Orlando Verde: Beiden, wat me vooral stoort is de taaluitsluiting die hier in Vlaanderen heerst. Een accentje is soms al goed genoeg om iemand aan de kant te zetten. Waarmee ik niet wil zeggen dat het aanleren van de taal van het land waarin je woont van geen belang is. Maar ik zelf heb net sneller Nederlands geleerd door me elke dag in een Nederlandstalige werkomgeving te begeven.
Kif Kif: Wie zijn de acteurs uit je film en hoe heb je hen gevonden?
Orlando Verde: We hebben een casting oproep gedaan die via sociale media verspreid is. Voor sommige personages had ik tijdens het schrijven al in gedachten wie de rol zou vertolken. Clementine, het hoofdpersonage is een actrice en lerares dictie die al heel haar leven in Vlaanderen woont. Zij heeft zelf een heel mooie Nederlandse uitspraak en moest moeite doen om met een accent te acteren. Wat haar prestatie heel knap maakt. Ik ben over alle acteurs heel tevreden, een mix tussen professionele acteurs en mensen die voor de eerste keer een filmrol vertolkten. Ze speelden allemaal mee in de film uit ‘goodwill’ omdat ze het thema van het verhaal relevant vonden.
Kif Kif: Wat zijn volgens jou de voordelen om mensen met het profiel dat je schetst in de film te 'empoweren' en in te zetten op de arbeidsmarkt?
Orlando Verde: Mensen die een job uitoefenen en daarvoor naar waarde geschat worden, volgens de opleiding die ze hebben genoten en de capaciteiten die ze bezitten, dat zijn gelukkige mensen. Een maatschappij met gelukkige mensen heeft vele voordelen.
De overheid moet hier een voorbeeldfunctie geven. En dan heb ik het niet alleen over taal als ‘afremmende factor’, alles wat niet binnen het ‘Vlaamse plaatje’ past wordt veel kritischer benaderd en vaak uitgesloten. Het hoofddoekenverbod is binnen die logica geen productieve zet geweest van vele Vlaamse overheidsorganen, zoals het Antwerps stadsbestuur of het Vlaamse gemeenschapsonderwijs.
Kif Kif: Waar komt volgens jou die terughoudendheid van werkgevers vandaan, om met nieuwkomers te werken, ook al zijn ze evengoed opgeleid en misschien wel extra gemotiveerd?
Orlando Verde: We schenken in het algemeen groot belang aan snelheid en efficiëntie. Time is money. Dus investeren in iemand die volgens ons trager zal werken, dat strookt niet met ons economisch model. Maar de conclusie dat iemand ‘trager zal werken’ is vaak gebaseerd op vooroordelen en zelfs het leerproces van de taal die nog moet worden eigen gemaakt kan snel gaan.
Ondertussen dragen we op een snelle en efficiënte manier ook bij aan een ongelijke samenleving.
Ik heb met enkele werkgevers contact gehad tijdens Meet & Greets georganiseerd door het Antwerps Minderhedencentrum De 8 en daaruit bleek dat men op papier wel openstaat voor werknemers van andere origine, toch blijven snelheid en efficiëntie overheersen. (nvdr. Lees het verslag van deze M&G van Orlando hier)
Om aan te tonen dat de fictie uit de film parallel loopt met een non-fictieve werkelijkheid heb ik aan het einde korte getuigenissen van hoogopgeleide nieuwkomers aan de film toegevoegd. Hieruit wordt ook duidelijk dat deze mensen staan te popelen om het werk waarvoor ze zijn opgeleid uit te voeren, maar niet altijd een job vinden. Gemiste kansen, als je’t mij vraagt.
Kif Kif: Wat kan volgens jou een oplossing zijn voor dit probleem? Hoe kunnen werkgevers gemotiveerd worden om deze mensen in te zetten?
Orlando Verde: Het moet duidelijk worden dat de heersende economische logica bijdraagt aan een verkeerde evolutie die de samenleving in zijn geheel niet meer vertegenwoordigt. Als we verder gaan op die weg kunnen we vroeg of laat niet meer communiceren met de rest van de wereld, die steeds meer wel inspeelt op de diversificatie van diversiteit: superdiversiteit.
Daar komt nog bij dat de houding van de werkgevers en de terughoudendheid om een bepaald segment van de bevolking systematisch uit te sluiten voor veel frustratie zorgt, met alle gevolgen van dien. Het is dus bovendien ook gevaarlijk voor het welzijn van onze samenleving.
We moeten investeren in de vernieuwing die de superdiversiteit van de samenleving met zich meebrengt. Er moet contact gemaakt worden met en tussen verschillende achtergronden. Dat vraagt tijd, maar is kostbaar.