Eric Corijn over Brussel en media

Seksuele intimidatie, geweld, misdaad: het gaat de slechte kant op met Brussel. Of ligt het aan de media, die te eenzijdig berichten? Eric Corijn, professor en stedenexpert aan de VUB, geeft ons een voorproefje van zijn workshop rond Brusselse beeldvorming.
Eric Corijn over Brussel en media

De rol van de media is ook om de regelmaat uit te leggen: dat wat er dagelijks gebeurt. En er zijn niet dagelijks rellen in Molenbeek.

 

Bron De Morgen (18/08/12)

 


Seksuele intimidatie, geweld, misdaad: het gaat de slechte kant op met Brussel. Of ligt het aan de media, die te eenzijdig berichten? Eric Corijn, professor en stedenexpert aan de VUB, geeft ons een voorproefje van zijn workshop rond Brusselse beeldvorming.

Als we de media moeten geloven, lijkt Brussel wel één grote no-go zone, met criminele, antisemitische, homofobe en seksistische hangjongeren op elke hoek van de straat. Kijk je ook vaak vol ongeloof naar het journaal? Heb je vaak het gevoel dat er iets niet klopt? Wil je achterhalen wat er precies fout loopt in de berichtgeving?” Zo begint de uitnodiging voor een reeks kritische workshops, afgelopen week uitgestuurd door de interculturele organisatie KifKif. Een poging om de beeldvorming rond Brussel bij te stellen, na de talrijke berichten over hoge misdaadcijfers, seksuele intimidatie op straat,
geterroriseerde politiekorpsen, gaybashing en migrantenrellen in Molenbeek. Eric Corijn, socioloog, cultuurfilosoof en stedenexpert van de VUB, is een van de drie begeleiders van de workshops. De Brusselaar verzet zich al jaren tegen het heersende beeld van de Belgische hoofdstad. Een beeld waarin hij zich helemaal niet herkent.

U kijkt zelf ook vol ongeloof naar het journaal?

Corijn: “Ik woon 35 jaar in Matonge. Die wijk komt alleen in het nieuws als er een incident is, en het lijkt daardoor een heel
gevaarlijke buurt. Maar in feite gaat er relatief weinig mis in Matonge. Ja, er zijn drugdealers actief, en er vindt af en toe geweld plaats, maar het is dan ook het Afrikaanse centrum van Brussel.”

“Elk weekend komen hier 50 tot 60 duizend mensen op bezoek, vanuit België, Nederland, Frankrijk of Duitsland. Dit is het kruispunt van West-Europa en Centraal-Afrika. Je zou je moeten afvragen hoe het komt dat er niet regelmatiger dingen misgaan.”

Journalisten kunnen moeilijk voortdurend berichten dat er niets gebeurt in Matonge. Het aanklagen van misstanden, dat is toch net de rol van de media?

“De rol van de media is ook om de regelmaat uit te leggen: dat wat er dagelijks gebeurt. En er zijn niet dagelijks rellen in Molenbeek. In vergelijking met Engelse of Franse steden zijn rellen in Brussel zelfs uitzonderlijk. Het is ook de taak van de media om dat uit te leggen.”

“Het is absoluut niet mijn bedoeling om de feiten te negeren. Er zijn in Brussel problemen met de veiligheid, met het bestuur, en zeker met de openbare netheid. Maar hoe een imago gevormd wordt, heeft niet alleen te maken met de feiten, maar ook met de selectie van feiten, en met het kader waarin die feiten worden geplaatst.”

En daar gaat het volgens u mis, begrijp ik uit de uitnodiging voor de workshop.

“Brussel is een grootstad, twee keer zo groot als de volgende grote stad van België, met een meerderheid van de bevolking die niet van Belgische afkomst is. Dat is van een totaal andere orde dan wat we in België gewend zijn. Maar de Vlaamse media schrijven naar hun lezers toe. Vlaamse lezers, die niets moeten hebben van een grootstad en die Brussel niet kennen. Ze hebben geen oog voor de complexiteit van een grootstad als Brussel.”

“Er heerst in Vlaanderen een zelfgenoegzame omgang met de wereld. De residentiële woonwijk gaat door voor de norm. Maar als je de grootstad vergelijkt met een witte middenklassewijk in Geel, dan hangt er hier natuurlijk meer spanning in de lucht. Dat kan niet anders. Je moet Brussel niet vergelijken met Aalst, Brugge of Geel, maar met Lyon, Frankfurt, Birmingham. Dan zie je dat Brussel inderdaad slecht scoort qua publieke netheid, maar dat er betrekkelijk weinig misdaden en migrantenrellen voorkomen.”

“Kijk, mijn zoontje van dertien reist vankleinsaf aan met de metro door Brussel. Als zijn nichtje uit Diest op bezoek komt, dan ziet die voor het eerst een metro. Dat is beangstigend. Voor een Vlaming, die niet gewend is om te gaan met verscheidenheid, is Brussel een moeilijke stad. Het vraagt tijd om Brussel te leren kennen. Maar de media bevestigen het angstgevoel. Door incidenten als regelmatig beeld naar voren te halen, geven ze de angstige Vlaming gelijk – overigens ook een goed verkoopargument.”

Hoe zou het dan wel moeten?

“Huisvesting, onderwijs en tewerkstelling, dat zijn de problemen van Brussel. In sommige wijken woont een derde van de kinderen in een gezin zonder inkomen, en is de helft van de jongeren onder de 25 werkloos. Het onderwijs in Brussel werkt goed voor witte middenklassekinderen, maar slecht–het slechtst van heel Europa–wat betreft sociale integratie. En de huisvesting is van slechte kwaliteit: jongeren hebben geen eigen kamer, dus brengen ze hun tijd op straat door. Natuurlijk krijgen ze dan controle over de straat, en worden de normen van die jongeren ook de normen van de straat.”

“Ik zeg niet dat je niet meer moet schrijven over de Brusselse problemen. Wat je ook moet schrijven: het is een schande dat er seksuele intimidatie is, maar het is een even grote schande dat de twee gemeenschappen al vijf jaar niet meer samenzitten om het onderwijsprobleem op te pakken. Die twee zaken zijn met elkaar verbonden.”

“Ik snap het wel: media zijn commerciële producten, en als ze moeten concurreren met Dag Allemaal is het makkelijker om te schrijven over drie Marokkanen die een meisje met een korte rok uitschelden, dan te blijven schrijven dat Brussel ondergefinancierd is en dat die Marokkanen van jongs af aan gediscrimineerd worden. Maar zo creëer je wel een beeld dat niet overeenkomt met de werkelijkheid, en dat de problemen niet oplost, maar in stand houdt.”

Is het essentiële probleem niet de ingewikkelde structuur van Brussel, met zijn negentien gemeentes en zwakke gewest?

“Brussel is de enige stad ter wereld die geen gecentraliseerd bestuur heeft, de enige! Het gewest heeft alleen ruimtelijke bevoegdheden, terwijl cultuur en evenementen van cruciaal belang zijn voor een stad om een samenleving en een imago op te bouwen. Kijk naar de transformatie vanAntwerpen: modestad, literatuurstad, de Zomer van Antwerpen. Charles Picqué (Brussels minister-president, LV) mag geen Zomer van Brussel organiseren, want dat zijn gemeenschaps-bevoegdheden. Dat maakt me opstandig, dat is niet eerlijk.”

“Maar die vormgeving van Brussel is het product vande Belgische staatshervormingen, dus ook van wat Vlaanderen vindt. Van de Vlamingen die vinden dat ze de stad kunnen verlaten, maar tegelijkertijd de helft van de macht in handen willen houden. Daar mag wel eens discussie over gevoerd worden.”

“Dat bepaalt natuurlijk de Vlaamse houding: Brussel zal nooit helemaal hun stad worden. Brussel zal nooit Antwerpen worden. Het omgekeerde is trouwens wel waar. Antwerpen is Brussel aan het worden. Binnen vijftien jaar is Antwerpen geen Vlaamse provinciestad meer, maar heeft het precies dezelfde problemen als Brussel. Alleen is Brussel dan beter voorbereid.”

U vindt Brussel beter voorbereid op de toekomst?

“De wereldeconomie is aan het veranderen: niet alleen vanomvang, maar ook van structuur. Het wordt een netwerk vanknooppunten, en de steden die rechtstreeks verbonden zijn met de wereld, zullen een voordeel hebben. Uit alle onderzoeken blijkt dat Brussel in de top-tien staat qua connectiviteit.”

“Door de wirwar van structuren en instellingen is de Brusselse bevolking bovendien heel creatief en inventief. Heel veel jonge
kunstenaars komen hierheen. Die vinden Brussel een van de meest fascinerende centra van de wereld. De Vlaamse pers zou zijn lezers beter leren om daar fier op te zijn.”