We eisen daarom dat de politiek werk maakt van een daadkrachtig, structureel, antiracistisch migratiebeleid.
Niet de multiculturele samenleving is failliet, zoals Leterme en anderen verklaarden, maar de uitgangspunten van het debat zijn het grote probleem.
Dat schrijft een groep professoren, schrijvers en mensen uit het middenveld naar aanleiding van de werelddag voor Culturele Dialoog, Diversiteit en Ontwikkeling, morgen.
Sinds de jaren tachtig zijn 'gastarbeiders', 'migranten', 'allochtonen' en 'nieuwe Belgen' het voorwerp van een politieke strijd. Onder aansporing van het Vlaams Blok werden termen als assimilatie, integratie, 'hun cultuur', allochtonencriminaliteit en uiteindelijk ook islam verheven tot centrale concepten in het politieke debat. Twintig jaar later roept het ene na het andere politieke zwaargewicht uit dat het multiculturalisme en de multiculturele samenleving mislukt zijn: Merkel, Sarkozy, Cameron, Leterme...
In Europa is het bon ton geworden en Vlaanderen volgt. Nergens horen we echter een zelfkritische stem, integendeel, het bijbehorende discours is nog steeds hetzelfde: 'de migranten moeten zich cultureel aanpassen'. Net de uitgangspunten van dat debat en het bijhorende beleid zijn de kern van het failliet van het integratiebeleid. Het is hoog tijd om in te zetten op een echte aanvaarding van diversiteit, om een structureel antiracismebeleid op te bouwen en een daadkrachtig sociaaleconomisch beleid uit te werken. In 1987 zette het Vlaams Blok voor het eerst massaal in op het 'vreemdelingenthema' en scoorde daarmee in de verkiezingen. Een bescheiden score van 1,9 procent die drastische gevolgen had voor het maatschappelijk debat en het beleid voor de multiculturele samenleving. Voor de komst van het Vlaams Blok lagen bitter weinig politici wakker van de torenhoge werkloosheid waarmee de 'gastarbeiders' te kampen hadden na de crisis van de jaren zeventig. Vooral vakbonden en straathoekwerkers zagen deze structurele problemen en hielden een pleidooi voor een sociaaleconomische integratie. Deze invulling van integratie werd geleidelijk vervangen door een culturele integratie.
'Het migrantenprobleem' werd zo een probleem van 'botsende culturen' en het maatschappelijk debat spitste zich toe op de culturele aanpassing van 'migranten'. Dit vond zijn weerspiegeling in het beleid: de regering handelde steeds minder vanuit een sociaaleconomisch perspectief, de aandacht voor de structurele bestrijding van racisme verslapte en we gleden af naar een beleid gericht op culturele inpassing. 'Migranten', 'gastarbeiders' en 'allochtonen' moesten 'onze waarden en normen' eigen maken en onze taal leren en op die manier zou 'het migrantenprobleem' als sneeuw voor de zon verdwijnen. In het maatschappelijk debat werd geïnsinueerd dat 'migranten' onze waarden en normen niet deelden, dat zij antidemocratisch waren en tegen de mensenrechten.
Na 9/11 konden opiniemakers zelfs onbezwaard stellen dat 'onze cultuur' superieur is, dat zij 'achter(lijk) zijn' en nog geen verlichting hebben doorgemaakt. Bovendien werden die 'migranten' uitsluitend geherdefinieerd als moslims, terroristische moslims zelfs. Dit vijandbeeld werd zo een integraal onderdeel van het integratiedebat. Alle daden van 'allochtonen' - en vermeende moslims in het bijzonder - werden verklaard in termen van 'hun cultuur'. Het hoge aandeel van 'allochtonen' in de werkloosheid was geen gevolg van de structuur van onze arbeidsmarkt of van racisme, maar eigen aan 'hun cultuur'. Het hoge aantal allochtonen in de cel was geen gevolg van hun maatschappelijke positie, maar wederom een gevolg van 'hun cultuur'. Het opkomen van moslims voor hun rechten en hun strijd tegen racisme en ongelijkheid werd als een verregaande islamisering van onze samenleving.
Superdiversiteit
Die culturalisering van de ander is vanuit wetenschappelijk oogpunt allang naar het rijk der fabeltjes verwezen. De revoluties in de Arabische wereld en de massale steun van 'allochtonen' maken nogmaals duidelijk dat dergelijke culturele analyses de realiteit niet kunnen verklaren, meer nog, ze liggen aan de basis van het probleem. Deze culturalisering zorgt niet alleen voor een abnormalisering van 'migranten(-kinderen)', maar voedt ook het racisme en de uitsluiting. Het is dus van fundamenteel belang dat het debat en het beleid vertrekken van een realistische blik op de samenleving. België is een immigratieland, dat is de realiteit. (Super-)diversiteit moet dan ook het uitgangspunt zijn van het beleid en niet het probleem dat het wil tegenhouden. Hiervoor moeten we een multifocale bril opzetten die ons dynamische, culturele fenomenen doet zien en daarnaast ook sociaaleconomische analyses en machtsanalyses doet maken die het racisme in kaart brengen en bestrijden. We eisen daarom dat de politiek werk maakt van een daadkrachtig, structureel, antiracistisch migratiebeleid. Een dergelijk beleid moet vertrekken van het feit dat wij een immigratiesamenleving zijn. 'Dé migrant' of 'dé multiculturele samenleving' bestaat niet (meer), superdiversiteit is de realiteit.
Als we een rechtvaardige samenleving willen, dienen we ons in te zetten voor een inclusieve samenleving waar het voor iedereen goed leven is. Dit betekent het garanderen van gelijkheid: gelijke toekomstperspectieven, sociaaleconomische gelijkheid... Er hoort dus een proactief migratiebeleid gevoerd te worden dat gekoppeld is aan een algemeen beleid rond gelijkheid. Daarvoor is het noodzakelijk dat politici zich zelf niet bezondigen aan het abnormaliseren van migratie en migranten. De mediaberichtgeving is minstens even belangrijk, maar ook het middenveld en de bedrijfswereld moeten in eigen boezem kijken. Als maatschappelijke spelers diversiteit en migratie blijven culturaliseren en abnormaliseren, dan moet de politiek haar verantwoordelijkheid nemen. Na twintig jaar falend beleid is het hoog tijd dat de politieke wereld een omslag maakt in het denken en eindelijk werk maakt van een proactief, antiracistisch migratiebeleid.
Meer info op: www.multicultuurcampagne.be.
Enkele ondertekenaars: Ludo Abicht (filosoof, historicus); Lucas Catherine (schrijver); Patrick Develtere (voorzitter ACW, namens ACW), Nadia Fadil (KUL); Ico Maly (Kif Kif); Sven Pichal (Radio 1-stem en voorzitter Het Roze Huis Antwerpen); Rik Pinxten (professor Ugent); Anne Provoost (schrijfster); Nigel Williams (stand-upcomedian); Sami Zemni (docent Ugent); Walter Zinzen (ex-journalist)