Cynisch genoeg is de enige echte winnaar van deze escalatie de wapenindustrie, nadat ze eerder al heel wat poen had verdiend aan de bewapening van de dictator die we nu bestrijden
lLudo De Brabander (Vrede vzw) is co-auteur van Als de NAVO de passie preekt. Hij schreef deze bijdrage met Soetkin Van Muylem, eindredacteur van het tijdschrift Vrede.
lDe militaire operatie in Libië dreigt op een fiasco uit te lopen. Ludo De Brabander wijst op de nog onbenutte mogelijkheid van een politieke oplossing.
De NAVO heeft de leiding genomen over de militaire operatie in Libië. Secretaris-generaal Rasmussen beweert dat het doel erin bestaat burgers te beschermen die bedreigd worden door het Kadhafi-regime. “De NAVO zal alle aspecten van de VN-resolutie uitvoeren, niet meer, niet minder.” De VN-resolutie 1973 geeft weliswaar toestemming om “alle maatregelen” te nemen om burgers en door burgers bevolkte regio’s te beschermen, maar op het terrein zien we dat dit mandaat ver overschreden wordt. De ‘internationale coalitie’ treedt immers op als de facto luchtmacht van de rebellenbeweging die bewapend is met kalasjnikovs, bazooka’s en artilleriegeschut. In de wandelgangen van de NAVO circuleert het idee om de rebellen nog beter te bewapenen. Ons land is bij monde van minister Vanackere vooralsnog tegen, omdat hij het een stap te ver zou vinden om dit conflict met militaire middelen te beslechten. Begrijpe wie begrijpe kan, want met onze F-16’s opereren we wel in een context die nu al het karakter krijgt van een open oorlog. Wat gaat ons land doen als de VS en Groot-Brittannië wapens gaan leveren? Ondertussen bevestigde de Britse premier Cameron de aanwezigheid van Britse elitetroepen op Libische bodem. VN-resolutie 1973 geeft geen mandaat voor het bewapenen van de rebellen, noch voor het ontplooien van troepen aan de grond. Cynisch genoeg is de enige echte winnaar van deze escalatie de wapenindustrie, nadat ze eerder al heel wat poen had verdiend aan de bewapening van de dictator die we nu bestrijden. Laten we even meegaan in de militaire logica. Als de rebellen dankzij ‘onze’ steun slagen in hun opzet, is het dan afgelopen? Brengen we even Afghanistan in herinnering. De Noordelijke Alliantie verdreef er met buitenlandse luchtsteun en wapenleveringen de taliban van de macht in 2001, maar slaagt er tot vandaag niet in de tegenstand echt te verslaan, onder meer omdat die zich het aura van nationalistisch verzet tegen de buitenlandse invasie kan aanmeten. Dit scenario is ook mogelijk in Libië. Dat betekent een lange, bloedige oorlog. De NAVO zou aankijken tegen een tweede oorlogsfront, en dat weer in een moslimland. Dat de NAVO op de voorgrond is getreden en niet de Afrikaanse Unie, de Arabische Liga of de Verenigde Naties is op zich een verontrustend gegeven. Eind vorig jaar keurden de regeringsleiders van de NAVO-lidstaten een Nieuw Strategisch Concept goed waarin duidelijk de ambitie verwoord wordt het trans-Atlantisch bondgenootschap een mondiale ‘veiligheidsrol’ te laten spelen. De NAVO is, anders dan de Verenigde Naties, een militaire club van een beperkt aantal landen. Als vredesorganisatie zijn we zeer bezorgd over de wijze waarop de NAVO zich almaar uitdrukkelijker in de plaats stelt van de VN of er zogezegd in onderaanneming voor opereert. Niet-militaire maatregelen De nadruk op de militaire aanpak verscherpt de tegenstellingen en vreet de ruimte voor een politieke oplossing op. Het begint al bij de eenzijdige militaire interpretatie van de VN-resolutie. Nochtans vallen onder “alle maatregelen” evengoed niet-militaire maatregelen. In de VN-resolutie staat bijvoorbeeld ook het belang van acties die “de dialoog faciliteren om te komen tot politieke hervormingen die noodzakelijk zijn om een vreedzame en duurzame oplossing te vinden”. Het belangrijkste is wellicht het schijnbaar vergeten eerste punt van VN-resolutie 1973, waarin de “instelling van een onmiddellijk staakt-het-vuren en een volledig einde van het geweld” wordt gevraagd. Het staat er in algemene termen en is dus evengoed van toepassing op de rebellen. Hoe het bieden van militaire luchtsteun en het eventueel rechtstreeks bewapenen van de rebellen hierin past, is een groot vraagteken. De militaire interventie dreigt een hele tijd aan te slepen. Dat betekent onvermijdelijk elke dag nieuwe slachtoffers. Heiligt het doel de middelen wel? Was het vermijden van burgerslachtoffers niet precies het doel van deze interventie? Kunnen we beter leven met burgerslachtoffers geveld door onze F-16’s omdat ze collateral damage van nobele bedoelingen zijn? De luchtsteun zal de rebellen aanmoedigen om voor een militaire overwinning te gaan, het regime van Kadhafi zal blijven reageren als een kat in het nauw. De NAVO zal een derde partij worden in een geëscaleerd conflict. Op de achtergrond van dit conflict speelt nog iets anders. Voor de NAVO, zeker met de dreigende mislukking in Afghanistan, is het noodzakelijk om te bewijzen dat ze performant is in haar zelf aangemeten rol van politiemacht van deze wereld. De NAVO is vooral geïnteresseerd in geostrategie en de toevoer van energie. Het lot van de Libische burgerbevolking is irrelevant, net als dat van de ‘vergeten’ Palestijnen, Ivorianen, Afghanen of Irakezen. Is het te laat voor een politieke oplossing? Niet als we het geweer figuurlijk van schouder veranderen. Er kan nog altijd bij alle partijen druk worden uitgeoefend voor een onmiddellijke wapenstilstand onder leiding van landen, organisaties en leiders met enige invloed bij zowel het regime als de oppositie. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om tot onderhandelingen te komen als we zien dat een deel van de top van de rebellen voormalige vertrouwelingen zijn van Kadhafi? Abdul Fattah Younis was de nummer twee van het regime voor hij naar de gewapende oppositie overliep bij wie hij nu stafchef is. Oud-minister van justitie Mustafa Abdul-Jalil leidt de Nationale Overgangsraad van de rebellen. Voor een politieke oplossing is de NAVO echter weinig geschikt. Belangrijkste voorwaarde is dat het voortouw wordt genomen door andere internationale organisaties of ‘coalities’ die over meer krediet beschikken om een politieke doorbraak te forceren. Een stap die overduidelijk is overgeslagen in de aanloop naar deze interventie, want zover bekend zijn er geen high-profile pogingen ondernomen om te onderhandelen met Kadhafi. Het onmiddellijk grijpen naar militaire oplossingen voor crisissen is blijkbaar al een automatisme geworden. Zeer verontrustend.
De NAVO heeft de leiding genomen over de militaire operatie in Libië. Secretaris-generaal Rasmussen beweert dat het doel erin bestaat burgers te beschermen die bedreigd worden door het Kadhafi-regime. “De NAVO zal alle aspecten van de VN-resolutie uitvoeren, niet meer, niet minder.” De VN-resolutie 1973 geeft weliswaar toestemming om “alle maatregelen” te nemen om burgers en door burgers bevolkte regio’s te beschermen, maar op het terrein zien we dat dit mandaat ver overschreden wordt. De ‘internationale coalitie’ treedt immers op als de facto luchtmacht van de rebellenbeweging die bewapend is met kalasjnikovs, bazooka’s en artilleriegeschut. In de wandelgangen van de NAVO circuleert het idee om de rebellen nog beter te bewapenen. Ons land is bij monde van minister Vanackere vooralsnog tegen, omdat hij het een stap te ver zou vinden om dit conflict met militaire middelen te beslechten. Begrijpe wie begrijpe kan, want met onze F-16’s opereren we wel in een context die nu al het karakter krijgt van een open oorlog. Wat gaat ons land doen als de VS en Groot-Brittannië wapens gaan leveren? Ondertussen bevestigde de Britse premier Cameron de aanwezigheid van Britse elitetroepen op Libische bodem. VN-resolutie 1973 geeft geen mandaat voor het bewapenen van de rebellen, noch voor het ontplooien van troepen aan de grond. Cynisch genoeg is de enige echte winnaar van deze escalatie de wapenindustrie, nadat ze eerder al heel wat poen had verdiend aan de bewapening van de dictator die we nu bestrijden. Laten we even meegaan in de militaire logica. Als de rebellen dankzij ‘onze’ steun slagen in hun opzet, is het dan afgelopen? Brengen we even Afghanistan in herinnering. De Noordelijke Alliantie verdreef er met buitenlandse luchtsteun en wapenleveringen de taliban van de macht in 2001, maar slaagt er tot vandaag niet in de tegenstand echt te verslaan, onder meer omdat die zich het aura van nationalistisch verzet tegen de buitenlandse invasie kan aanmeten. Dit scenario is ook mogelijk in Libië. Dat betekent een lange, bloedige oorlog. De NAVO zou aankijken tegen een tweede oorlogsfront, en dat weer in een moslimland. Dat de NAVO op de voorgrond is getreden en niet de Afrikaanse Unie, de Arabische Liga of de Verenigde Naties is op zich een verontrustend gegeven. Eind vorig jaar keurden de regeringsleiders van de NAVO-lidstaten een Nieuw Strategisch Concept goed waarin duidelijk de ambitie verwoord wordt het trans-Atlantisch bondgenootschap een mondiale ‘veiligheidsrol’ te laten spelen. De NAVO is, anders dan de Verenigde Naties, een militaire club van een beperkt aantal landen. Als vredesorganisatie zijn we zeer bezorgd over de wijze waarop de NAVO zich almaar uitdrukkelijker in de plaats stelt van de VN of er zogezegd in onderaanneming voor opereert. Niet-militaire maatregelen De nadruk op de militaire aanpak verscherpt de tegenstellingen en vreet de ruimte voor een politieke oplossing op. Het begint al bij de eenzijdige militaire interpretatie van de VN-resolutie. Nochtans vallen onder “alle maatregelen” evengoed niet-militaire maatregelen. In de VN-resolutie staat bijvoorbeeld ook het belang van acties die “de dialoog faciliteren om te komen tot politieke hervormingen die noodzakelijk zijn om een vreedzame en duurzame oplossing te vinden”. Het belangrijkste is wellicht het schijnbaar vergeten eerste punt van VN-resolutie 1973, waarin de “instelling van een onmiddellijk staakt-het-vuren en een volledig einde van het geweld” wordt gevraagd. Het staat er in algemene termen en is dus evengoed van toepassing op de rebellen. Hoe het bieden van militaire luchtsteun en het eventueel rechtstreeks bewapenen van de rebellen hierin past, is een groot vraagteken. De militaire interventie dreigt een hele tijd aan te slepen. Dat betekent onvermijdelijk elke dag nieuwe slachtoffers. Heiligt het doel de middelen wel? Was het vermijden van burgerslachtoffers niet precies het doel van deze interventie? Kunnen we beter leven met burgerslachtoffers geveld door onze F-16’s omdat ze collateral damage van nobele bedoelingen zijn? De luchtsteun zal de rebellen aanmoedigen om voor een militaire overwinning te gaan, het regime van Kadhafi zal blijven reageren als een kat in het nauw. De NAVO zal een derde partij worden in een geëscaleerd conflict. Op de achtergrond van dit conflict speelt nog iets anders. Voor de NAVO, zeker met de dreigende mislukking in Afghanistan, is het noodzakelijk om te bewijzen dat ze performant is in haar zelf aangemeten rol van politiemacht van deze wereld. De NAVO is vooral geïnteresseerd in geostrategie en de toevoer van energie. Het lot van de Libische burgerbevolking is irrelevant, net als dat van de ‘vergeten’ Palestijnen, Ivorianen, Afghanen of Irakezen. Is het te laat voor een politieke oplossing? Niet als we het geweer figuurlijk van schouder veranderen. Er kan nog altijd bij alle partijen druk worden uitgeoefend voor een onmiddellijke wapenstilstand onder leiding van landen, organisaties en leiders met enige invloed bij zowel het regime als de oppositie. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om tot onderhandelingen te komen als we zien dat een deel van de top van de rebellen voormalige vertrouwelingen zijn van Kadhafi? Abdul Fattah Younis was de nummer twee van het regime voor hij naar de gewapende oppositie overliep bij wie hij nu stafchef is. Oud-minister van justitie Mustafa Abdul-Jalil leidt de Nationale Overgangsraad van de rebellen. Voor een politieke oplossing is de NAVO echter weinig geschikt. Belangrijkste voorwaarde is dat het voortouw wordt genomen door andere internationale organisaties of ‘coalities’ die over meer krediet beschikken om een politieke doorbraak te forceren. Een stap die overduidelijk is overgeslagen in de aanloop naar deze interventie, want zover bekend zijn er geen high-profile pogingen ondernomen om te onderhandelen met Kadhafi. Het onmiddellijk grijpen naar militaire oplossingen voor crisissen is blijkbaar al een automatisme geworden. Zeer verontrustend.