Vrouwen moeten weten dat een leven met geweld niet hoeft en dat er hulp mogelijk is en bestaat om een menswaardig leven te kunnen leiden
Op donderdag 24 november 2011 organiseerde de Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (V.O.E.M. vzw) het colloquium ‘Huiselijk Geweld bij Allochtone Gezinnen’ in het Justitiepaleis in Antwerpen.
Met dit colloquium wou VOEM de problematiek omtrent huiselijk geweld bij allochtone gezinnen in Antwerpen bespreekbaar maken. Er was een mooie opkomst van ruim 150 geïnteresseerden.
INTRODUCTIE
De voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Dhr. Mahieu heette iedereen welkom. Vervolgens gaf de voorzitter van VOEM Dhr. Youssef Souissi uitleg en situering van het project ‘Huiselijk Geweld’ binnen de werking van VOEM. Hij hoopte dat deze avond een start kan zijn tot samenwerking met andere organisaties, diensten rond preventief werken, hulpverlening op maat, wetenschappelijke studies, enz …
Film
We kregen de reportage ‘Huiselijk geweld bij Allochtone Gezinnen in Antwerpen’ te zien. Uit het cijfermateriaal in de reportage blijkt dat er een toename is van aangiftes in verband met partnergeweld. Doorheen de reportage werd afwisselend het woord gegeven aan een hulpverlener (Hajar Siyahya van VOEM), een imaam, een slachtoffer, een inspecteur van de politie slachtofferhulp Antwerpen en een advocaat. Hajar Siyahya gaf een algemene schets rond dit onderwerp. De imaam toonde de rechtsregels en het standpunt vanuit Islamitische hoek rond het omgaan met elkaar in een huwelijk. Het anonieme slachtoffer deelde haar ervaring en gaf advies aan alle vrouwen in gelijkaardige situatie om uit de kast te komen met hun probleem. “Kom ermee naar buiten; laat je niet kisten; praat erover; denk aan je gezondheid; je kinderen hebben je nodig.” Een duidelijke boodschap.
PANELGESPREK
Vervolgens gingen we over naar het panelgesprek met vertegenwoordigers van de politie (inspecteur Ingrid Van Dijck), het CAW Metropool (Monique Hauquier), het OCMW (Marianne Canne), de projectcoördinator "Huiselijk Geweld in Allochtone Gezinnen" binnen VOEM (Hajar Siyahya), vzw Zijn (Koen Dedoncker) en de advocaat (Johan Platteau). Moderator van dienst was Marieke Van Cauwenberghe. Na een korte voorstelling van het panel, ging men over tot het gesprek.
Moderator: “Wat is de laatste evolutie rond huiselijk geweld bij de politie?”
“Er komen meer slachtoffers naar buiten met hun probleem, de taal blijft echter nog altijd een groot struikelblok. Als er een goede ondersteuning is dan blijft er goed contact behouden tussen het slachtoffer en de dienst” zei mevrouw Ingrid Van Dijck.
Moderator: “Welke situaties leiden tot huiselijk geweld?”
Koen Dedoncker (vzw Zijn): “Deze worden vaak door risicofactoren bepaald, waaronder armoede en stress de drempel verlaagt naar huiselijk geweld.”
Moderator: “Wat is het doorsnee profiel van een allochtoon slachtoffer van huiselijk geweld?”
Hajar Siyahya (VOEM): “De grootste groep van onze slachtoffers zijn vrouwen die afgezonderd worden. Vrouwen die geen Nederlands mogen gaan leren van hun man. Vrouwen die vaak het huis niet uit mogen. Deze groep vrouwen vormt dan een zeer kwetsbaar net rond zichzelf.”
Moderator (aan CAW & OCMW): “Kunnen jullie iedereen bereiken, kunnen jullie iedereen helpen?”
Marianne Canne (OCMW): “Het OCMW kan mensen zonder officieel verblijfstatuut beperkt helpen tot bijna niet helpen. Als er allochtone slachtoffers niet goed Nederlands kunnen en de hulpverlening niet tot stand kan komen, dan verwijzen we door naar VOEM.”
Monique Hauquier (CAW): “Wij kunnen een aantal slachtoffers helpen maar niet iedereen. Wij hebben voorziene opvang voor slachtoffers maar de plaatsen zijn beperkt. Er is ook een groot tekort aan betaalbare opvang. Ook de tolkendienst wordt afgebouwd wegens besparingen. We krijgen minder en minder mogelijkheden om ons werk te kunnen doen voor deze doelgroep.”
Moderator (aan politie-inspecteur Ingrid Van Dijck): “Hebben jullie enkel maar Nederlandstalige hulpverleners?”
“Ja, maar wij hebben ook tolken.”
Moderator (aan advocaat Johan Platteau): “Worden je dossiers opgevolgd of geseponeerd?”
“Elk dossier wordt opgevolgd tot op het einde. Maar let op, het zijn zeer complexe dossiers. Als advocaat leef je mee met het slachtoffer en dan zie je het slachtoffer haar man bezoeken in de gevangenis en zelfs verzoenen. Dan heb ik zoiets van: hoe kan dat nu? Het is allemaal niet zo eenvoudig als het op eerste zicht wel lijkt. Het zijn zeer complexe dossiers, vrouw dient klacht in- man eventjes in de gevangenis- vrouw zonder inkomen- kinderen bezoeken hun vader in de gevangenis. Je ziet zoals ik probeer ook altijd alternatieve paden te bewandelen zodat het niet zover mag komen.”
Moderator (aan Hajar Siyahya van VOEM): “Wat is jouw ervaring met het behandelen van een hulpvraag?”
“Ik luister eerst naar de vrouw haar verhaal apart, dan naar de man zijn verhaal apart. Ik luister naar beiden en probeer eerst onpartijdig te bemiddelen. Laatst heb ik een koppeltje op die manier geholpen en weer samengebracht. Wij hebben er samen over gebabbeld. Deze zijn als 2 tortelduifjes uit mijn kantoor verdwenen. Maar ik moet wel zeggen dat van de reeds 113 behandelde dossiers maar 29 positief afgehandeld zijn.”
Moderator (aan advocaat Johan Platteau): “Wat is het profiel van de dader?”
“Meestal zijn dat personen die een conflict enkel maar fysiek kunnen oplossen, een andere manier kennen ze niet.”
Politie-inspecteur Ingrid Van Dijck wou ook eventjes kwijt dat het gedrag van alle daders wel hetzelfde is op bureau als we een proces-verbaal opmaken, enkel verschilt het gedrag van de daders als ze tegenover een vrouwelijke politie-inspecteur moeten staan.
Hajar Siyahya (VOEM) merkte op: “Vaak komen vrouwen langs met een proces verbaal om die voor te lezen en te laten vertalen. Een buur hoort lawaai en belt de politie, de politie komt langs en neemt de man mee voor 24u cel. Deze vrouw wordt dan achtergelaten met grote angst. De man wordt gewoon weer vrijgelaten en de volgende dag staat hij voor de deur. Als vrouwen dit eenmaal meemaken, dan hebben ze het gevoel dat ze aan hun lot worden overgelaten. Men durft geen klacht in te dienen bij de politie want de man wordt toch vrijgelaten”.
Monique Hauquier (CAW) zei: “Wij willen dat slachtoffers veel makkelijker het huis kunnen opeisen via een wetprocedure. Want zonder hulp en geen ondersteuning is het een groot probleem voor het slachtoffer. Het is veel makkelijker om voor één iemand opvang te zoeken (de dader) dan voor de slachtoffers (vrouw en kinderen). Dit kan een belangrijke hefboom betekenen voor vrouwen om de stap naar buiten te zetten met hun probleem.”
Hajar Siyahya (VOEM) merkte ook op: “Wij mogen niet vergeten dat er ook mannelijke slachtoffers bestaan, maar deze zijn in de minderheid. Deels doordat ze er niet voor uitkomen en anderzijds omdat het niet zo vaak gebeurt of dat deze mannen het zelf niet echt goed doorhebben. Er zijn 2 verschillende soorten geweld: Fysiek geweld dat vanuit de man naar de vrouw toegaat. Verbaal geweld dat vanuit de vrouw naar de man toegaat.”
Marianne Canne (OCMW) zei: “Slachtoffers keren vaak terug bij hun partner, dit komt door migratie, geschiedenis, door het isolement dat ze ervaren erna, de armoede, de moeilijke leefomstandigheden, het is niet gemakkelijk voor deze slachtoffers.”
De moderator deelde ons mee dat uit officiële cijfers door minister van justitie De Clerck huiselijk geweld toegenomen is met 11% en in Antwerpen zelf met 31%! “Moeten we dan niet preventiever te werk gaan?” Waarop Koen Dedoncker (vzw Zijn) antwoordt: “Ja zeker, we moeten het taboe doorbreken dat er rond heerst. We moeten erover kunnen praten, het is een probleem van ons allemaal. We moeten dit probleem via laagdrempelige activiteiten kunnen bereiken, bijvoorbeeld door film, toneel, enz… Ook moeten we preventie gaan geven op school, naar jongeren toe. Rond wat een gezonde relatie is, wat er kan en wat niet kan binnen een relatie. Ook moeten we nieuwkomers goed begeleiden en preventief inlichten over alle mogelijkheden die bestaan rond hulpverlening. Want vaak vormen zij een grotere risicogroep om in aanmerking te komen met huiselijk geweld wegens het isolement waarin zij terecht komen.”
Moderator (aan Politie-inspecteur Ingrid Van Dijck): “Doen jullie ook iets met sensibiliseren rond het probleem huiselijk geweld?”. Waarop zij antwoordde: “Wij doen weinig aan externe sensibilisering, de laatste grote actie was van 2003 geleden met de slogan: `1 op 5 vrouwen valt van de trap - Stop huiselijk geweld' . Maar we doen wel veel aan interne sensibilisering, via opleidingen volgen, rollenspelen, vormingen enz…”
Hajar Siyahya (VOEM) voegde eraan toe: “Wij proberen te sensibiliseren via de moskeeën, via de imaams en via onze lidverenigingen. Wij proberen dit thema bespreekbaar te maken en nemen een gezamenlijk standpunt in. Namelijk dat huiselijk geweld nooit kan en in geen enkele opzicht aanvaardbaar mag zijn. Samen hand in hand moeten we dit gezwel uitbannen uit onze samenleving.”
Met deze wijze woorden eindigde het panelgesprek en werd er tijd gemaakt voor enkele vragen uit het publiek.
PUBLIEKSVRAGEN
De eerste vraag: ”Meneer de advocaat Johan Platteau, u zegt dat u pleit tot het uiterste voor uw slachtoffers. Wat als de vrouw nu terugkeert bij haar partner, bemiddelt u dan nog verder voor dit slachtoffer?”
Waarop hij antwoordde: “Ja, als mijn cliënt mij nodig heeft dan blijf ik die helpen. Ik probeer ook het terugkeerfenomeen te begrijpen, wat niet gemakkelijk is natuurlijk. Zien ze zo graag hun partner, of doen ze het voor de kinderen, of door het isolement of wegens religieuze overwegingen? Ik weet het niet, het is een zeer complex iets om daar een direct antwoord op te hebben van hoe en waarom cliënten terugkeren naar hun partner. Ik wil gewoon dat deze vrouwen een juiste keuze kunnen maken. Ze kunnen Nederlands gaan leren, zorgen voor een eigen inkomen en weten dat geweld niet hoeft. Ook is de straf voor de dader niet altijd de cel, dit is het allerlaatste waar wij voor pleiten als alle andere mogelijkheden niet helpen. Ik vind het nog altijd zinvoller om daders een therapie te laten volgen. Als de daders deze volgen en meewerken dan vervalt de straf die boven hun hoofd hangt.”
De volgende vraag luidde: “Beste panelleden, ik merk na dit panelgesprek dat er na 14 jaar nog altijd weinig is veranderd rond deze problematiek. Nog altijd is er een tekort aan opvangplaatsen, tekort aan betaalbare woningen, tekort aan taalondersteuning enz… Wat gaan jullie daaraan doen?”
Waarop Monique Hauquier (CAW) antwoordde: “Het klopt, er is een tekort aan betaalbare woningen en opvang, maar hiervoor moet je aankloppen bij minister van wonen. Koen Dedoncker (vzw Zijn) vulde aan: “Ja, er is gewoon niet genoeg geld en dit zal er ook niet echt op verbeteren naar de toekomst toe. Er zijn jammer genoeg al jaren problemen met asielopvang en nog zoveel andere zaken.” De volgende vraag kwam van een vrouw met Equadoriaanse afkomst. Maar het was eerder een mededeling. Volgens haar is de Belgische wet enkel beschermend bij fysiek geweld, terwijl in haar land sinds 1980 al een wet bestaat die veel breder gaat. Die wet biedt op economisch -, fysiek en psychisch vlak bescherming aan het slachtoffer.
De volgende opmerking kwam van een interculturele bemiddelaar, die het volgende wilde meedelen:
1) Er zijn slachtoffers die hun probleem in scène zetten, dus een soort bedrog.
2) De opvanghuizen zorgen voor een negatieve beïnvloeding, men zorgt ervoor dat het slachtoffer direct moet overstappen naar scheiding, geen verzoening.
3) Men moet ook meer aandacht gaan schenken aan de dader.
4) Men moet ook meer Marokkaanse mannen, imaams en de moskee bij dit probleem betrekken.
Hajar Siyahya (VOEM) antwoordde daarop: “Bemiddelen is het eerste dat we doen, we blijven dit herhalen, verzoeningspogingen zijn de eerste stappen die we altijd ondernemen. Ook geloven wij niet altijd alles direct wat mensen ons komen vertellen, het is daarom dat we altijd naar beide partners luisteren. En ja, soms zijn er leugens of zijn zelfs de rollen omgedraaid.
Monique Hauquier (CAW) voegde eraan toe: “Negatieve beïnvloeding of ophitsen van slachtoffers doen wij zeker niet. Dit was misschien in een lang verleden tijd zo, maar nu maken we dat we altijd de andere partij zijn of haar verhaal ook gehoord hebben en waar mogelijk gaan we over tot verzoening. De laatste mededeling kwam van een vrouw, die hier 11 jaar in België woont en roots heeft in Oost-Europa. Zij is getrouwd geweest met een ‘gangster’ zonder dat ze dit wist. Nu heeft ze financiële hulp en psychosociale hulp nodig maar ze wordt overal geweigerd wegens het verleden van haar man. Ze voelt dat ze gestraft wordt wegens hem. Zijn verleden blijft haar achtervolgen.
SLOTWOORD EN PROJECT CO3
Het slotwoord was voor de procureur van Antwerpen, Herman Dams. “Het parket is de eerste hulpverlener bij huiselijk geweld. Niet met het doel mensen in de cel te steken, maar te streven naar een leefbare maatschappij. Zomaar straffen heeft geen zin!
Ik heb hier cijfers bij me van het eerste kwartaal van 2011, daar waren er maar liefst 1000 dossiers in de omloop. Waarvan 50% vervolgbaar is en 50% niet, wegens niet genoeg bewijzen tegenover de dader, geen getuigen, de dader die ontkent, de dader die wegloopt enz…
De 50% vervolgbare dossiers worden via 2 methodes afgehandeld.
Methode 1: 1/3 wordt via alternatieve straffen afgehandeld door middel van dialoog, verzoening en bemiddeling.
Methode 2: 2/3 wordt gerechtelijk vervolgd door middel van een kortverblijf in de cel, men komt dan vrij onder begeleiding. Men moet de rechter als een soort scheidsrechter zien, waarbij deze een rode kaart geeft aan een dader. De dader moet dan eventjes uit het spel (de samenleving) gezet worden om later weer terug te mogen mee spelen aan het spel.
Vanaf januari 2012 starten we met een nieuw project, een nieuwe manier van aanpak rond huiselijk geweld. Het CO3 dat staat voor ‘Cliëntgerichte Organisatie met 3 partners’. De naam komt van de chemische stof in een meteoriet en moet een keiharde aanpak symboliseren. Wij hopen dat onze aanpak inslaat als een meteoriet. In CO3 zullen drie partijen samenwerken in de strijd tegen het partnergeweld: politie-gerecht; hulpverlening-justitiehuis; stad-OCMW-provincie. Deze drie groepen zullen per gezin gezamenlijk nagaan wat de beste oplossing voor het probleem is: hulpverlening of vervolging. De drie partijen zullen ook onder één dak samen zitten, samen een beslissing nemen in plaats van elk apart en de beslissing zal over een gezin gaan in plaats van over één persoon. Dit met als doel de best mogelijke oplossing te bieden.”
MIJN MENING
Als moslim zijnde, geboren en getogen in België met roots uit de Maghreb weet ik heel goed dat deze problematiek erg aanwezig is bij de allochtone gemeenschap. Ik wil er bij vermelden dat geweld zeker niet religie- of cultuurgerelateerd is. Maar ik zie vaak dat het allochtonen zijn die te kampen krijgen met armoede, afwijzing, werkloosheid, een te kleine huisvesting, en allerlei andere factoren die geweld laten binnensluipen in het huishouden.
Hoewel deze factoren sneller aanleiding kunnen geven tot geweld, zijn het zeker geen verzachtende omstandigheden of excuses die kunnen gebruikt worden om het geweld goed te praten. Al staat je hele wereld op zijn kop, dan nog gebruik je geen geweld tegenover je partner of kinderen.
Naast diegenen die socio-economische factoren gebruiken om geweld goed te praten, zie je ook mensen die hun geloof gebruiken als goedprater. Ikzelf, een Moslim in het Westen, wil beklemtonen en duidelijk maken, zowel aan de Moslims als niet-Moslims dat het gebruiken van geweld in een huiselijke omgeving verboden is en dat de islam de mensheid aanmaant ten alle tijde geduld te hebben en te praten over alle mogelijke problemen. De partner en kinderen worden beschouwd als juwelen die met de grootste zorg, liefde en respect moeten behandeld worden.
Trouwens, je hoeft eigenlijk zelf niet gelovig te zijn om te weten dat geweld tegenover je partner of kind totaal niet kan binnen een huishouden. Vaak zijn de slachtoffers vrouwen (uit land van oorsprong) die huwen met een allochtoon- Belgische man. Zij kennen vaak niet echt hun rechten en zijn hier verdwaald. Deze vrouwen mogen niet naar buiten, mogen geen Nederlands leren, mogen niet omgaan met geld, mogen niet gaan werken, enz…. Het is een soort achtergesteldheid in stand houden van de vrouw, ze isoleren van de samenleving, waarbij de man denkt dat hij haar zo het best in zijn macht heeft. Deze kwetsbare vrouwen kunnen daar, vaak uit schaamte en door het taboe, met niemand over praten. Zo gaan er jaren voorbij en wordt dit de gewone gang van zaken. Daar komen nog eens kinderen bij en zo wordt het hele huishouden heel complex. Leven in zo een huishouden, dat verdient niemand.
Als lid van deze samenleving zijn we allen verantwoordelijk voor elkaar. Als wij zoiets zien of merken moeten we dit ook aangeven of tenminste het slachtoffer de weg wijzen waar deze hulp kan krijgen. We zien al te vaak dat buren, familie, kennissen, hoewel ze op de hoogte zijn van de mishandeling, geen stappen ondernemen omdat ze er niet bij betrokken willen geraken. Deze mensen moeten beseffen dat dat grote gevolgen heeft voor de slachtoffers en dat de slachtoffers zelf vaak met een te grote angst en soms zelfs in onmogelijkheid zitten om zelf hulp te zoeken. Weet dat je ook anoniem een klacht kan indienen, puur uit bezorgdheid voor je medemens.
Ik vind het daarom ook mooi en belangrijk dat er mensen zijn als Hajar Siyahya (VOEM), die een vertrouwenspersoon kan zijn voor deze slachtoffers. Een plaats waar advies, hulp en begeleiding mogelijk is. Dit allemaal ook nog eens op maat van het slachtoffer en in hun moedertaal. Vrouwen moeten weten dat een leven met geweld niet hoeft en dat er hulp mogelijk is en bestaat om een menswaardig leven te kunnen leiden. Samenwerkingen tussen de reguliere diensten en allochtone sleutelfiguren als imaams en mensen als Hajar Siyahya (VOEM) zijn enorm belangrijk en drempelverlagend voor de slachtoffers.
We moeten samen op weg gaan naar een efficiënte hulpverlening, gebaseerd op wettelijke rechten, maar ook met Islamitisch advies. Preventie hierover moet via scholen, sportclubs, dokters, jeugdwerkingen enz…gebeuren. Imaams moeten, bijvoorbeeld tijdens de vrijdagspreken, deze problematiek meer durven aangaan.
Ik besef dat het geen gemakkelijke opdracht is, maar toch is het belangrijk om verschillende mensen met verschillende achtergronden en functies in te schakelen om deze problematiek aan te pakken. De gevolgen van huiselijk geweld zijn te groot om zomaar te negeren. De agressie heeft niet enkel gevolgen op het fysieke van de vrouw maar de psychische problemen die het gevolg zijn van het geweld, zijn vaak een nog grotere reden om je zorgen te maken. De mishandelde partner verliest haar zelfvertrouwen, heeft een laag zelfbeeld, geniet van geen enkele vorm van zelfstandigheid en leeft in angst, kortom allemaal factoren die kunnen leiden tot depressie. Daarbij komt dan ook nog dat zij kinderen moet opvoeden en hun verantwoordelijkheid op zich moet nemen. Niet enkel de vrouw maar ook de onschuldige kinderen (toeschouwers) houden er letsels aan over. Het is algemeen geweten dat kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld grotere kans lopen om later zelf slachtoffer of dader te worden van huiselijk geweld.
Soms lijken de middelen heel beperkt en het probleem te groot, maar ergens moeten we beginnen en waar hoop is, is een weg. Er is al genoeg leed in de wereld. Laten we samen helpen aan een betere samenleving en een betere toekomst, niet enkel voor onszelf maar ook voor de komende generaties. Laten we altijd een hart voor elkaar blijven hebben.
NABESPREKING
Ik vond het een zeer geslaagde avond, waar ik veel informatie heb kunnen verkrijgen vanuit verschillende partners uit het werkveld. Ook het nieuwe project C03 juich ik heel hard toe. Stad Antwerpen toont hiermee dat ze stappen onderneemt tegen huiselijk geweld. Ik wens hen heel veel succes en ik hoop ook op een goede samenwerking met VOEM die, zo blijkt specifiek allochtonen beter kan bereiken dan de reguliere hulpverleningsdiensten. Hand in hand tegen huiselijk geweld!
FOUAD EL-HAMDI.
Stagiair Bachelor in het Sociaal Werk, Hogeschool Gent. Vereniging voor de Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM) vzw.