Artikel 30: Geen enkel land en geen enkel mens mag proberen om de rechten te vernietigen die in deze Verklaring staan.
Adama (40) is een zelfstandig schilder en stukadoor uit Mauritanië. In zijn land van herkomst werd de slavernij pas in 2007 strafbaar, en tiert ze nog altijd welig. De discriminatie van de zwarte bevolking was er zo heftig, dat Adama in 2009 besloot te vertrekken. Sindsdien woont hij in België, waar hij van de ene procedure voor verblijfsdocumenten in de andere rolt. Zonder resultaat.
“Ik heb de eerste keer drieënhalf jaar moeten wachten op de uitspraak betreffende mijn dossier, en de tweede keer twee jaar.” vertelt Adama. “Dat is lang. Ik heb me hier gesetteld in die tijd, en heb een thuis gevonden. Het leven zonder papieren in België is uitputtend en zwaar, maar het is hier nog steeds beter dan in Mauritanië. Dus ik blijf afwachten en hopen.”
Adama haalde tijdens zijn asielprocedure zijn diploma als tuinman. Nu neemt hij alle opdrachten aan die zijn pad kruisen. Daarnaast coördineert hij mee achter de schermen van Coördination des Sans-Papiers de Belgique, een activistisch collectief van gelijkgezinde organisaties in Brussel. Ze streven naar het regulariseren van mannen, vrouwen en kinderen zonder verblijfsvergunning, zodat die een menswaardig bestaan kunnen leiden. Het collectief is vooral actief in Brussel en Wallonië. Pogingen om samen te werken met gelijkgezinde bewegingen in Vlaanderen is ingewikkeld; contacten leggen met lotgenoten in het Vlaamse gedeelte verloopt moeizaam.
Artikel 7: Iedereen moet volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden.
Het ontbreken van geldige verblijfsdocumenten zou geen oorzaak mogen zijn van de zware strafmaat die ertegenover staat: gevangenschap in de marges van de samenleving. Soms levenslang. Adama neemt deel aan de maatschappij, hij is deel van het sociaal-economische systeem, maar hij krijgt geen kansen, heeft minder zekerheden en wankelt op afgebrokkelde basisrechten. Zijn verhaal is geen nieuw verhaal; het is slechts een voorbeeld van wat er al decennialang gebeurt met mensen zonder papieren.
Adama vertelt: “Er wordt amper gesproken over de omstandigheden waarin we geforceerd worden te leven. Ik hoor mensen zeggen dat het onze eigen schuld is dat we in deze miserie zitten. Hoe lang en hoe hard moet ik nog bewijzen dat ik niet terug kan? En waar word ik eigenlijk van beschuldigd? Ik steel niet, ik heb een beroep, ik neem het werk aan dat ik kan krijgen, ik heb capaciteiten. En ik ben niet alleen.”
“Er leven hier zo veel mensen al meer dan 10 jaar, 20 jaar. We kopen even goed eten en kleding in de winkels, betalen de telefoon-, elektriciteit- en waterrekeningen, kopen een ticket op het openbaar vervoer. Waarom moeten we dan voortdurend in angst en onzekerheid leven?” vraagt Adama zich af.
Discriminatie en constante onzekerheid zijn een zware last voor mensen zonder papieren. Bovendien zijn zij door hun precaire situatie ook nog eens gemakkelijke prooien voor schimmige uitbuiters, gewetenloze huisjesmelkers en criminele bendes.
Artikel 23: Je hebt recht op werk in het beroep dat je zelf kiest. Je hebt ook recht op een rechtvaardig loon voor je werk. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk evenveel betaald worden.
Een minimumloon, anciënniteit opbouwen, maaltijdcheques, gedekte vervoerskosten, een dertiende maand, betaald verlof, een opzegtermijn bij ontslag, het zijn allemaal dingen waar Adama hier in België - zelfs na 12 jaar werken - geen recht op heeft. En hij zal ook nooit met terugwerkende kracht kunnen vorderen waar hij recht op had.
Hij prijst zich gelukkig dat hij tot nu toe altijd werkgevers is tegengekomen die hem eerlijk betaalden: tussen de €60 en €100 per dag. Dat is een dankbare meevaller, want de lonen zijn - wanneer je documentloos bent - in veel gevallen onthutsend laag. Sommige getuigen spreken van 15 à 20 euro per dag, en dat met werkdagen van 12 uur of meer. Mensen zonder geldige verblijfsdocumenten kunnen geen aanspraak maken op geboortepremies, ziekte-uitkeringen of pensioen. Zo hebben ook bejaarden, langdurig zieken en mensen met een psychische kwetsbaarheid geen toegang tot opvang.
Sinds het begin van de coronapandemie in maart 2020 zijn de levensomstandigheden nog zwaarder geworden. De jobs die Adama deed zijn toegestaan, maar zowel hijzelf als de werkgevers hebben schrik voor controles, en voor het virus. Afwassers, poetspersoneel, kindernannies, verzorg(st)ers, bouwvakkers, landbouwers, marktkramers… de meesten zagen hun karige inkomen in de krochten van de schaduweconomie abrupt stoppen. Net als de inloopcentra waar ze geborgenheid en begeleiding vonden, en de lotgenotengroepen waar ze terecht konden met zorgen of vragen. Waar ze zich door het overkoepelende systeem al genegeerd en in het nauw gedreven voelden, duwt het virus hen nu helemaal in een hoek.
Artikel 3: Je hebt recht op leven in vrijheid en in veiligheid.
Sinds de invoering van noodmaatregelen in het kader van COVID-19 mag de politie je identiteit zonder enige reden controleren en je vrije wandelen bevragen. Adama werd al twee keer gecontroleerd terwijl hij alleen op straat was. Ze vroegen hem waar hij vandaan kwam, waar hij naartoe ging, en bij gebrek aan documenten moest hij de gegevens doorgeven van zijn woonplaats.
Was die controle nodig om de verspreiding van het virus tegen te gaan? Wat gaan ze met die gegevens doen? En heeft dit invloed op zijn lopende procedure? Kunnen ze naar zijn adres komen om hem op te pakken? En als ze er binnenvallen en zijn huisgenoten zijn er, kunnen ze dan boetes geven of hen opsluiten?
Documentlozen voelen zich niet meer veilig in hun eigen huis; de politie kan - net als het virus - elk moment binnenwaaien en de weinige zekerheden die ze nog hebben op losse schroeven zetten. Velen van hen sluiten zich binnen op, en gaan enkel nog buiten als het echt moet. Dat ze zelf geen beroep kunnen doen op de politie wanneer ze zich in een gevaarlijke situatie bevinden, behoeft geen betoog.
Artikel 25: Je hebt recht op alles wat nodig is om ervoor te zorgen dat je niet ziek wordt, geen honger hebt en een dak boven je hoofd hebt. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand.
“Vroeger hadden we zorgen, nu zijn we daarnaast ook bang.” vertelt Adama. “Het is een extra handicap. We zijn bang voor de controles, bang voor discriminatie, bang voor het virus. Er leeft ook zoveel angst om positief te testen. Voor diegenen die met velen in een appartement of gebouw wonen is dit een ramp. Zeker waar de vrouwen en kinderen wonen, en als de kinderen niet naar school kunnen. Dan moet je vertrekken om de anderen te beschermen, of je wordt eruit gezet. Het omgekeerde geldt ook: mensen die verdoken op straat gaan leven omdat ze bang zijn het virus in hun woonplaats op te lopen.”
Als mensen zonder papieren al naar het ziekenhuis durven - waar ze pas geholpen worden als ze een doorverwijsbrief met de stempel “dringend” kunnen voorleggen - leeft er naast de angst voor de ziekte ook angst voor de rekeningen en andere gevolgen van hun aanmelding.
Artikel 24: Je hebt recht op vrije tijd en vakantie.
“Ik ben de vakbond ongelooflijk dankbaar [ACV-CSC zet zich specifiek in voor mensen zonder papieren, red.], de organisaties, gemeenschappen, kennissen en vrienden die helpen met inkopen doen en eten voorzien.” aldus Adama. “Er worden inzamelacties gehouden om de huren te kunnen betalen. Veel mensen die zelf ooit geen papieren hadden maar nu wel legaal in het land verblijven, schieten ook te hulp tijdens de pandemie.”
Maar wanneer Adama praat over de solidariteit waarmee de organisatie te maken krijgt, is hij ook somber gestemd. Er zijn nog steeds sans-papiers die onbereikbaar blijven, die geen onderdak of eten hebben en die geen solidair vangnet hebben.
Hij maakt zich zorgen over diegenen die niet bereikt worden, de contacten die verwateren, mensen die plots verdwijnen, of die overlijden. Bij die laatsten begint ook een zoektocht naar familie, het geld inzamelen voor een begrafenis of repatriëring, manieren vinden om waardig afscheid te nemen. Dit hebben ze ook moeten doen voor Ilyes, de jongeman zonder papieren die overleed in de cel.
De veerkracht die bij deze groep mensen leeft, kan op zijn minst ontzagwekkend genoemd worden. Jaren en jaren werken, overleven en vechten om je dromen waar te maken, zonder een dag vakantie, alles op alles zetten voor een happy ending... Dit gebeurt hier elke dag voor onze neus, in ons midden. Het is een ‘onzichtbaar’ vat vol capaciteiten, aanwinsten en mogelijkheden.
Artikel 16: Je hebt het recht om te trouwen en een gezin te stichten.
“Ik heb in 10 jaar veel zorgen gehad en pijnlijke dingen gezien. Ik heb de kans nog steeds niet gehad om aan mijn toekomst te beginnen. Ik heb geen eigen gezin. Er is hier een Belgisch onthaalgezin dat me opgevangen en begeleid heeft als hun eigen zoon en broer, desondanks hen mis ik mijn moeder en mijn biologische familie enorm”, blikt Adama terug. “Maar ik hou vol. Ik wacht nu tot de lockdown voorbij is, ik kan nieuwe elementen aantonen die mijn dossier terug kunnen openen. Daarnaast wil ik weer gaan werken en projecten doen.”
Hij is niet alleen, naar schatting zijn er 150.000 mensen zonder papieren in België. Laten we de lijst met knelpuntberoepen er eens bijnemen. Misschien schuilen er achter al die afwassers en nannies wel ICT’ers, boekhouders, werfleiders, ijzervlechters, glaswerkers, kraanbestuurders, chef-koks, reisagenten, bakkers, techniekers, drukkers, meubelmakers, fruittelers, artsen, opticiens, postbodes, vrachtwagenchauffeurs, tuinaanleggers…
Ze zouden extra schouders kunnen zijn om de samenleving mee te dragen, als ze de kans kregen. Of als wij die kansen willen zien. Het is maar hoe je het bekijkt.
Artikel 28: De overheid moet ervoor zorgen dat er een "orde" is die al deze rechten beschermt.
Het feit dat mensenrechten geschonden worden is niet enkel het probleem van Adama, of van mensen zonder geldige verblijfsdocumenten, het is een probleem van ons allemaal.
Adama vat de essentie mooi samen: “De politiek, de burgemeesters, de wettige inwoners van dit land… ze kennen ons niet. Er wordt wel over ons gepraat, maar niet met ons. Nochtans zijn we hier, wij weten dat, en zij weten dat ook. Want we bestaan.”
Zit je zelf in een precaire situatie omdat je geen geldige verblijfsdocumenten hebt of ken je iemand in die situatie? Dan kun je wellicht terecht bij de volgende organisaties:
(Foto: Een demonstratie voor rechten van mensen zonder papieren bij het Brussels parlement. CC Stef Arends)
Over de auteur:
Habiba Boumaâza studeerde af als opvoedster, en volgde nadien de opleiding Film- en Videokunst aan de Kunstacademie van Antwerpen. Verschillende audiovisuele kunstprojecten/installaties/workshops/lezingen rond sociale thema's volgden. Als inhoudelijk medewerkster werkt ze voornamelijk rond mensen op de vlucht, mediawijsheid, kunst en kwetsbare groepen. Ze neemt ook de contributors onder haar vleugels.