Bij het bepalen van de duurzame oplossing wordt steeds rekening gehouden met het hoger belang van het kind.
Deze namiddag werd in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken het wetsvoorstel van CD&V volksvertegenwoordiger Nahima Lanjri goedgekeurd dat het verlenen van een tijdelijke verblijfsvergunning aan de niet-begeleide minderjarige vreemdeling (verder NBMV) regelt.
Jaarlijks worden ongeveer 2.500 personen aangetroffen die zich als NBMV verklaren. Het gaat daarbij om minderjarigen van buiten de EER die niet begeleid zijn door hun ouders of iemand anders die het ouderlijk gezag uitoefent. Ongeveer 1/3 geeft zichzelf aan bij de dienst voogdij, 2/3 wordt aangetroffen bij allerlei situaties (politiecontrole, scholen, welzijnsdiensten, …).
In een eerste fase worden de NBMV opgevangen in een federaal observatie-en oriëntatiecentrum. In deze fase wordt een voogd gezocht. Samen met de voogd wordt beslist of men asiel aanvraagt of kiest voor het beschermingsstatuut. 2/3 van degenen die een voogd krijgt, vraagt asiel aan, 1/3 doet dit niet en valt dus onder het statuut van de NMBV en ze worden dan in principe opgevangen in centra van de Bijzondere Jeugdbijstand (bevoegdheid gemeenschappen).
Het voorstel voorziet nu een specifieke regeling voor de gevallen waarbij de NBMV geen asiel aanvraagt.
Er zal voor de NMBV steeds gezocht worden naar een duurzame oplossing. Die duurzame oplossing kan bestaan uit:
1. Hetzij de gezinshereniging met de ouders of andere familieleden in het land waar deze zich legaal bevinden (dat kan het herkomstland zijn, maar ook een ander land)
2. Hetzij de terugkeer naar het land van herkomst of een ander land met garanties op adequate opvang en verzorging. Dit kan door ouders zijn andere volwassenen, overheidsinstanties of NGO’s.
3. Hetzij de machtiging tot verblijf in België
Bij het bepalen van de duurzame oplossing wordt steeds rekening gehouden met het hoger belang van het kind.
Er volgt dus steeds eerst een periode waarin de zoektocht naar de familie centraal staat. Dit gebeurt via samenwerking tussen DVZ en buitenlandse zaken. Ook de voogd wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de zoektocht naar familieleden. Gedurende deze zoektocht krijgt de minderjarige een verblijfsvergunning van bepaalde duur. Indien de familie wordt teruggevonden, wordt de minderjarige herenigd met zijn familie.
Van de ongeveer 400 NBMV die onder het beschermingsstatuut vallen, komen ongeveer 30 à 40 % in aanmerking voor gezinshereniging met hun familie in het land van herkomst of elders.
Als ouders of familie worden teruggevonden wordt er in principe altijd gekozen voor gezinsherening. Enkel indien deze hereniging niet in het belang is van het kind wordt hiervan afgeweken. Dan wordt onderzocht welke de beste duurzame oplossing is. Indien blijkt dat deze het verblijf in België is, zal een tijdelijke machtiging tot verblijf aan de NMBV worden toegekend, die wordt verlengd. Drie jaar na de toekenning van de eerste tijdelijke machtiging zal een verblijfsvergunning van onbeperkte duur worden afgeleverd.