In het hele debat over wiens verantwoordelijkheid het is dat een deel van de kinderen een onzekere toekomst tegemoetgaan in dit land omdat ze een gepaste scholing moeten missen, hoor ik zo weinig de echt structurele analyse.
“Wees de verandering die je in de wereld wil zien”, zei Gandhi ooit. Als politici nu eens naar dat principe zouden leven, dan pas zou er echt iets gaan veranderen. In het hele debat over wiens verantwoordelijkheid het is dat een deel van de kinderen een onzekere toekomst tegemoetgaan in dit land omdat ze een gepaste scholing moeten missen, hoor ik zo weinig de echt structurele analyse. Dat stukje van de puzzel waar politici wél iets aan kunnen doen. Wat er nu gebeurt is een spelletje ‘blaming the victim’. En dat is geen onschuldig spelletje. In heel deze discussie voelen mensen opnieuw zich niet thuis, horen ze er niet bij, zijn ze anders én ook niet goed (genoeg), zij hebben alle schuld aan hun eigen miserie. Die plaat draaien sommigen nu al een tijdje grijs. De titelsong ervan is echter vals. Ze vertrekt van de premisse dat er een ‘onze’ samenleving is waar anderen kunnen bijhoren als ze zich op een bepaalde manier gedragen, bepaalde normen en waarden volgen, zich op een bepaalde manier wel of niet kleden,…en ga zomaar door. Een wij/zijverhaal. Daar ligt de valse noot.
Deze samenleving is fundamenteel van wie er hier en nu woont. De planeet wordt bevolkt door bewoners die tijdelijk ergens zijn en daar een samen-leven opbouwen. Zo zie ik het. En dan vertrek je van een ‘wij’, ik en jij en hoe wij daar een ‘wij’ van maken. Als we vanuit deze grondtoon naar ons onderwijslandschap vandaag kijken, is veel van wat daar gebeurt ouderwets, uit de tijd, een anachronisme. En daar moeten we volgens mij op inzetten als we kinderen en jongeren kansen willen geven in deze samen-leving. Meer nog, ik denk dat het niet alleen van belang is voor kinderen met roots in migratie dat we daar werk van maken maar voor al onze kinderen. Wat er vandaag de dag benoemd wordt als een probleem van ene bepaalde groep, is eigenlijk het probleem van ons alleen. ‘Allcohtonen’ zijn als kanaries in de koolmijn. Ze geven aan waar het in ons systeem grondig fout loopt. Zij vallen uit de boot en tonen ons de urgentie van het vinden van een uitweg uit de impasse.
Een paar jaar geleden trokken honderden beleidsmakers, schooldirecteurs en leerkrachten naar Finland om daar good practices te gaan bekijken. Buiten wat rommelen in de marge is er met die ideeën weinig gebeurd. We weten al jarenlang dat er een watervalsysteem is en alle wetenschappelijke studies tonen aan dat níet de Nederlandse taal, níet de betrokkenheid van ouders, níet de inzet van de kinderen zelf, maar andere structurele factoren daar de voornaamste oorzaak van zijn. Fundamenteel gaat het om de organisatie van ons onderwijslandschap waar een echte hertekening al 15 jaar geleden in de schuif belandde. Om de inhoud van ons onderwijs dat nog steeds gebaseerd is op een witte mannelijke middenklassenorm. En om de opleiding van mensen die in het huidige onderwijslandschap schromelijk tekortschiet.
Of laat me nog concreter worden met een drietal voorbeelden Een eerste. De testen die we gebruiken om kinderen en jongeren te heroriënteren zijn gebiased. Ze vertrekken van een meting van intelligentie die getest is op een normatieve groep die niet overeenkomt met de huidige populatie. Nochtans zijn er remedies: er is een hele beweging rond faire diagnostiek die de weg toont. Veel medewerkers op scholen met wie ik daarover spreek vallen totaal uit de lucht. Een tweede. Uit het laatste grote onderzoek in Vlaanderen bij 5500 scholieren bleek dat een cruciale beschermingsfactor tegen het watervalsysteem was vrienden hebben in de dominante meerderheidsgroep. Elkaar leren kennen, kansen op ontmoeten creëren. Dat is wat we zouden moeten doen. Maar de huidige debatten drijven polarisering op de spits ook tussen deze jongeren en hun ouders. Een derde cruciale factor voor jongeren om te slagen is – blijkt uit zeer veel antropologisch onderzoek op scholen-… een leerkracht die in hen gelooft. Daar kunnen we allemaal wel van meespreken. Wie heeft er niet een leerkracht voor ogen die jou net dat zetje in de goede richting gaf? Het was soms een leerkracht die voor je zorgde als het nodig was, in andere gevallen was het juist die leerkracht die je eens goed de waarheid zei. Dat zetje ziet er dus erg anders uit. Maar wat deze leerkrachten gemeen hebben is dat ze geven om die jongeren.
To care not to cure. Dat is waar het echt om gaat. En dat graag zien gaat veel verder dan verdraagzaamheid. Het is een zorgzaamheid die ons moet aanzetten werk te maken van: een warm onthaal van ouders en kinderen op school, alert zijn voor onze stereotypen en vooroordelen als we ouders en kinderen bejegenen en als we over hen spreken in de leraarskamer, ons leermateriaal zorgvuldig te kiezen zodat alle stemmen erin aan bod komen, onze school zo in te richten dat iedereen er zich thuisvoelt, met passie les te geven en kinderen en jongeren hiermee te besmetten zodat ze hun eigen pad kunnen vinden in het leven, leefregels te maken van en met de jongeren waar controle en discipline niet meer de ordewoorden zijn maar wel respect en dialoog. Dat is de school waar ik van droom als leerkracht én als ouder. Maar wie werkt vanuit zijn hart om dit te kunnen realiseren wordt afgedaan als naïef, utopist en er wordt je de raad gegeven wat kalmer aan te doen, want je zou wel eens op een burnout kunne afstevenen. En dat is in vele gevallen ook jammer genoeg wat we zien gebeuren met net die mensen die vol vuur het juiste proberen te doen. Wat is dat juiste, als we denken vanuit een ‘wij’?
Als we in deze samenleving in transitie een verschil willen maken, dan zijn er twee levensgrote uitdagingen. Migratie en het ecologisch evenwicht. Beiden zijn nauw verbonden met elkaar. Beiden roepen gelijklopende angsten en onzekerheden op bij mensen. Beiden worden nu nauwelijks au serieux genomen door het beleid. Eigenlijk zou het daar de hele tijd over moeten gaan en zou een deftig onderwijsbeleid daaraan moeten getoetst worden. Als we willen samenleven op deze planeet moeten we kinderen en jongeren meenemen in dit verhaal. Onderwijs speelt een cruciale rol. Maar dan zal het wel snel van koers moeten veranderen. Want op dit moment is het onderwijs daar buiten wat themalessen en VakOverschrijdende Eindtermen (de VOETprojecten) nauwelijks mee bezig. Het zijn niet de leidraden om ons onderwijslandschap grondig te gaan hertekenen. Als we competente jongeren willen vormen voor de samenleving van morgen door competente leerkrachten dan is het PEACEvijfletterwoord daar een gids in. PEACE staat voor : Praat Vrijmoedig, En-en denken en handelen, Aanvaard anderszijn, Creëer Coöperatief en Ervaar eigenwaarde. Deze vijf handelingsprincipes tonen zich in pionierende leerkrachten en scholen en laat ons niet vergeten moedige jongeren en ouders die daar het voortouw in nemen. Zij zijn de échte helden vandaag!
Fanny Matheusen, transitiepedagoge bij Goesthing (www.goes-thing.be), instructor in Deep Democracy, docent Interculturele Hulpverlening en auteur van ‘Mijn held is een hulpverlener’.