Mountain Reggae van de Golan >>> Interview met de zanger van Toot Ard, Hasan Nakhleh

Maandag jl. opende de 4e editie van Eye on Palestine in de Brusselse KVS. Op het programma stonden de film Apples from the Golan en een concert van Toot Ard, een groep van 5 twintigers uit Majdal Shams. Toot Ard wordt één van de meest veelbelovende groepen uit de levant genoemd.
Mountain Reggae van de Golan >>> Interview met de zange
 

Maandag jl. opende de vierde editie van Eye on Palestine in de Brusselse KVS. Op het programma stonden de film Apples from the Golan en een concert van Toot Ard, een groep van vijf twintigers uit Majdal Shams. Toot Ard wordt één van de meest veelbelovende groepen uit de levant genoemd. Ze charmeerden het publiek met muziek die de vertrouwde categorieën moeiteloos overstijgt.

Eye on Palestine had een openhartig gesprek met zanger en pianist Hasan Nakhleh over genres, grenzen en identiteit – of de overdosis daarvan.

De muziek die Toot Ard speelt, past niet in een hokje. Hoe beschrijven jullie het zelf?

We spelen met reggae en ska ritmes, waar we allerlei elementen inbrengen, vanuit klassieke Arabische muziek, maar ook uit jazz en Afrikaanse muziek. Verschillende bandleden starten binnenkort studies aan het conservatorium en de meeste zullen verder gaan in jazz. De klassieke Arabische muziek hebben we allemaal van thuis uit meegekregen. Het genre bestaat nog niet denk ik, wij noemen het mountain reggae.

Hoe liep jullie muzikale pad tot wat jullie nu spelen?

Toen we tieners waren hadden we een andere band, met dezelfde leden. We heetten Red Line, en komt misschien als een verrassing, maar we zijn begonnen bij metal. Dat was waar we als tieners naar luisterden. De klassieke Arabische muziek kregen we van thuis mee. We allemaal op de muziekschool in Majdal Shams waar we de klassieke Arabische instrumenten leerden bespelen. Rami (drums, broer van Hasan) en ik komen uit een muzikale familie waar veel 'serieuze' Arabische muziek gespeeld wordt – de 'heavy stuff' (lacht). Later ontdekten we The Beatles en Bob Marley en toen zijn we covers beginnen spelen. Ongeveer vijf jaar geleden zijn we gestart met eigen composities. Daarmee was Toot Ard geboren.

Toot Ard. Waar komt de naam vandaan?

In de Golan is het Arabische woord voor aardbeien toot ard. We luisterden veel naar reggae en het was tijd om het nieuwe project een naam te geven. Zhet mocht niet te ver gezocht zijn, maar toch symbool staan voor de muziek die we maken. We spelen omdat we willen spelen, meer vanuit een gevoel dan vanuit ons hoofd. We kwamen per toeval op Toot Ard en we hebben er niet veel meer over nagedacht, het klopte.

Er komt veel samen in jullie muziek. Verschillende muzikale genres, Arabisch en Engels, de stem van een nieuwe generatie naast poëzie van een vorige generatie. Hoe wordt deze mix geapprecieerd?
Over het algemeen zijn er twee uiteenlopende reacties. Enerzijds is er een nood aan alternatieve Arabische muziek. We worden overspoeld met Arabische popmuziek, die plastieken business waar enorm veel geld mee gemoeid is en die je overal tegenkomt. Anderzijds zijn er mensen die niet akkoord zijn met de manier waarop we met de klassieke Arabische muziek aan de slag gaan. Die liever bij de wortels van het genre blijven en niet verrast willen worden met nieuwe interpretaties ervan. We worstelen zelf nog met het evenwicht.
We werken aan een nieuw album met veel meer Engelse teksten. Van het Arabische publiek hebben we hier al teleurgestelde reacties over gekregen. Mensen daar hebben niet per se nood aan dat Engelse. Maar we spelen vaak voor publiek dat geen Arabisch begrijpt, en hoewel het interessant kan zijn om naar Arabische teksten te luisteren zonder ze te begrijpen, is het fijn om ook te zingen in een taal die dat publiek wel begrijpt.

In één van jullie nummers is een gedicht van Mahmoud Darwish verwerkt, in het Engels. Hoe ben je daartoe gekomen?

Dat ging per toeval. Ik las in een boek een gedicht van Darwish, Ahmad Al-Za'atar. Het is en fel gedicht, over een Palestijns vluchtelingenkamp in het zuiden van Libanon. Er stond een prachtige Engelse vertaling naast die op zichzelf een nieuw, ander gedicht werd. Darwish is geliefd en geprezen vanwege zijn talent om Palestina in woorden te vatten. Maar als je uit het nieuwe gedicht de typisch Arabische elementen weglaat, vat het iets even sterk en universeel. Het gaat over identiteit, of de zoektocht daarnaar, op zo'n manier dat iedereen er zich in kan herkennen. Ik vind mezelf geen groot schrijver, maar aan deze tekst moest weinig veranderd worden. Ik kon de verschillende stukken zo in de muziek passen.

Majdal Shams ligt dichter bij Damascus en Beiroet dan bij Tel Aviv en Jeruzalem. Maar jullie zijn er nog nooit geweest. Jullie muziek overstijgt de grenzen van genres, maar jullie zitten vast tussen de politieke grenzen.

Het is absurd. Zowel in Syrië als in Libanon wonen vrienden en fans, en we hebben al verschillende uitnodigingen ontvangen om daar op te treden, maar we kunnen er niet naartoe. Damascus is het dichtste bij, op 1u30 rijden. Jeruzalem en Ramallah 3u. Haifa en Beiroet 2u. We staan met onze rug tegen de grens en kunnen enkel naar het zuidwesten kijken. In één van onze nummers vertellen we hierover. Het gaat over een vogel die vrienden gaat groeten in de steden waar we niet naartoe kunnen. Onbereikbare steden en plaatsen, we spreken bewust niet van landen en naties, van grenzen en nationaliteiten die ampel 100 jaar geleden zijn uitgevonden.
Waar we niet naartoe kunnen bestaan we op youtube. Naar Jordanië en Egypte kunnen we wel reizen, en daar hebben we al opgetreden. Tunesië is misschien ook een mogelijke bestemming, misschien Marokko ook. Maar that's it wat de landen in de regio betreft. Daarom is het voor ons ook belangrijk om hier te komen spelen, in Europa, en op alle mogelijke plaatsen ter wereld. We zijn op zoek naar de ruimte die we thuis missen.

De Golanhoogte werd bezet in 1967 en in 1982 door Israël geannexeerd. Israël biedt de inwoners ook de Israëlische nationaliteit aan. Wordt die nog steeds geweigerd door de oorspronkelijk Syrische bevolking?

Ja, maar minder fel dan vroeger. Toen de Golan geannexeerd werd in de jaren '80 was het verzet bij de bevolking groot. Toen de Israëlische nationaliteit werd aangeboden was bijna iedereen het erover eens: 'wij zijn Syriërs en willen Syriërs blijven'. Er was een bijna volledige boycot van het aanbod, slechts een paar honderd mensen aanvaardden de Israëlische nationaliteit. Dus wij zijn nu 'permanent resident', we betalen belastingen aan Israël, maar we zijn geen Israëlische burgers. We kunnen niet gaan stemmen, en we krijgen geen paspoort. Syrische papieren zijn er ook niet meer, of ze zijn niets meer waard. Dus de nieuwe generaties krijgen allemaal hetzelfde document waarop staat 'Nationaliteit: onbepaald'.

Voorheen was er meer strijdlust en eenheid binnen de bevolking van de Golan, maar de mensen beginnen moe te worden. Israël pakt de annexatie-operatie ook anders aan. De Golan is een prachtig gebied. Ondertussen wordt er geïnvesteerd in de oorspronkelijke dorpen, in landbouw, in toeristische infrastructuur enz. Het is wrang, maar het werkt. Mensen die voorheen in een uitzichtloze situatie zaten verdienen nu hun boterham met het Israëlische toerisme dat op gang gekomen is. Tegelijkertijd worden op school kleine of grote projecten opgezet door de overheid, die het gevoel van Israëlisch burgerschap moeten vergroten.

We zitten vast. Steeds meer mensen nemen stiekem de Israëlische nationaliteit aan wat vooral reizen naar het buitenland veel gemakkelijker maakt. Stiekem, want het wordt ervaren als een vorm van verraad waarop je afgerekend word. Tot een paar jaar geleden, voor het conflict in Syrië uitbrak probeerden veel jongeren naar Syrië te gaan om te gaan studeren. Maar ook die optie is verdwenen sinds het conflict in Syrië uitbrak.

Als je zelf een nationaliteit zou mogen invullen op je documenten, zonder dat de keuze deuren opent of sluit, wat zou het dan zijn?

Als het echt niets zou uitmaken? Dan zou ik niets veranderen. Ik hou van het idee, ik heb altijd wel iets gezien in een piratenbestaan. Ik heb niet voor grenzen gestemd, ik hoef geen ambassade – prima zo! Maar het maakt wel iets uit, ik heb nood aan een uitweg, ik wil reizen. Dat blijft een ongelooflijk moeilijk dilemma.


>>> Toot Ard is nog te beleven in Brussel op woensdag 26 maart in Collectif au quai (quai du Hainaut 23, 1080 Molenbeek), op 28 maart in Epinal (F), op 29 maart in Nancy en op 4 april in Berlijn.
Meer info op https://www.facebook.com/tootard

>>>> Voor de volledige programmatie van het Eye on Palestine Arts & Film Festival surf je best naar www.eyeonpalestine.be