Neutraliteit met diversiteit: een contradictio in terminis?

Het schooljaar is van start gegaan en dit haalt het hoofddoekendebat opnieuw van onder het stof. Zo mochten afgelopen week twee dames in een Franstalig centrum voor volwassenonderwijs geen examens afleggen wegens het dragen van een hoofddoek.
Neutraliteit met diversiteit: een contradictio in termi

Neutraliteit dient in de eerste plaats de betekenis te hebben van het onderwijzen op basis van gemeenschappelijke waarden en normen, rekening houdend met het pluralisme.

 

Het schooljaar is van start gegaan en dit haalt het hoofddoekendebat opnieuw van onder het stof. Zo mochten afgelopen week twee dames in een Franstalig centrum voor volwassenonderwijs geen examens afleggen wegens het dragen van een hoofddoek. Deze beslissing motiveerden ze door het feit dat vanaf volgend schooljaar het verbod op het dragen van religieuze tekens in zal gaan.

Het volwassenonderwijs heeft als doel volwassenen een kans te geven mee te kunnen draaien in de samenleving. Deze doelstelling proberen ze te bereiken door gekwalificeerde opleidingen aan te bieden die afgestemd zijn op de noden van de arbeidsmarkt. Belangrijker nog, probeert men via het volwassenonderwijs een tweede kans te bieden aan volwassenen die tijdens hun schoolloopbaan moeilijkheden hebben doorgemaakt. Door het opleggen van het hoofddoekenverbod vanuit de neutraliteitsgedachte komt deze tweedekansfunctie in het gedrang.

Neutraliteit binnen de schoolmuren is altijd al een verhit debat geweest. Wat is neutraliteit en hoe moet je deze bewerkstelligen? Geldt deze neutraliteit alleen voor leerlingen of ook voor leerkrachten? Het aanbieden van neutraal onderwijs werd vastgelegd in de Grondwet. An sich is er niets verkeerd met het promoten van neutraliteit binnen de schoolmuren. Echter is er weinig duidelijkheid over de inhoud met als gevolg dat diversiteit een negatieve connotatie heeft gekregen. Het onderwijs krijgt een repressief karakter met nultolerantie op vlak van diversiteit. Naast het secundair onderwijs, zien we dit nu ook terugkomen in het volwassenonderwijs. De centra voor volwassenonderwijs zijn meestal autonoom in het nemen van beslissingen inzake het al dan niet toelaten van religieuze tekens. Zo werd het verbod op het dragen van uiterlijke religieuze tekens toegevoegd aan het reglement van het Franstalig centrum voor volwassenonderwijs van Ukkel, Institut d’enseignement de promotion sociale de la Communauté française. Op basis van de nieuwe reglementering besloot het centra twee studentes met hoofddoek niet toe te laten op het examen. Deze beslissing werd nadien echter ingetrokken aangezien het reglement vanaf volgend schooljaar van kracht gaat. 

Door de neutraliteitsgedachte binnen het onderwijs botsen vrouwen met een hoofddoek doorheen hun schoolloopbaan tegen verschillende barrières aan. Zo is het secundair onderwijs een cruciale periode waarin jongeren naar zichzelf op zoek zijn en hun identiteit uitbouwen. Door het hoofddoekenverbod worden ze gedwongen een deel van hun identiteit achterwege te laten. Sommigen zetten door en dragen de struggles mee op hun schouders, anderen bezwijken en geven de moed op. Wanneer zij hun toevlucht zoeken in het volwassenonderwijs, lopen ze opnieuw tegen de muur. De emancipatorische rol van het volwassenonderwijs wordt bijgevolg volledig ontkracht.

Daarom is het belangrijk dat er gezocht wordt naar een balans tussen neutraliteit en diversiteit binnen de schoolcontext. Zo dienen uiterlijke religieuze tekens niet als een bedreiging beschouwd te worden, maar eerder als een aanwinst. Neutraliteit dient in de eerste plaats de betekenis te hebben van het onderwijzen op basis van gemeenschappelijke waarden en normen, rekening houdend met het pluralisme. Het maken van de balans is moeilijk, maar niet onmogelijk. Beleidsmaatregelen dienen verandering te brengen in onder andere de ‘witheid’ van het lerarenkorps, het curriculum als de lerarenopleiding. Een kort voorbeeld is de ontwikkeling van de leerling in een kritische burger als vakoverschrijdende eindterm. Vanaf 2017 wil het gemeenschapsonderwijs actief werken aan deze eindterm door het toevoegen van het vak ‘burgerschap’.  Doch kan deze ontwikkeling het best tot stand komen door leerlingen daadwerkelijk in aanraking te laten komen met verschillende meningen, geloofsovertuigingen en religies zowel binnen als buiten de lesuren. Leerlingen drukken een vak immers vaak uit in termen van prestaties en resultaten, waardoor een discrepantie ontstaat tussen wat men wil bereiken en wat men uiteindelijk bereikt. Kleine themalessen zijn bijgevolg weinig efficiënt en effectief. Leerlingen dienen buiten de schoolcontext in aanraking te komen met andere achtergronden, religies en dergelijke. Het vak zal slechts theorie aanbieden, maar is moeilijk in de praktijk om te zetten. 

Ten slotte is de superdiverse samenleving een feit. Wanneer jongeren gevormd worden binnen een neutrale schoolomgeving die de samenleving niet weerspiegelt, wordt het proces van samen-leven enkel tegengehouden.