Brief aan Filip I Mechelen, 26 december 2013
Aan Zijne Majesteit de Koning
Koninklijk Paleis
Brederodestraat 16
1000 Brussel
Betreft: niet 1 op 4 maar 1 op 12 Belgische jongeren vinden geen werk
Sire,
Ik heb met je te doen, Sire. Enkel woorden kunnen spreken en cijfers noemen die door de eerste minister en de regering zijn gewikt en gewogen, en dan zulke flagrante onwaarden zeggen, dat moet men geen enkele mens aandoen.
Daarom wil ik je, zoals Walter van den Broeck indertijd met je vader in z’n cité, graag rondleiden in de wereld van cijfers, tabellen en grafieken zodat je meer bestand bent tegen mensen die jou al of niet kwaadwillig nonsens in de oren fluisteren of op de autocue laten afrollen.
Het slecht gevoel dat je zeker moet bekropen hebben bij de melding dat 1 op 4 jongeren in België geen werk vindt is je door hart en ziel gegaan. Koning zijn van een rijk dat de jongeren niet aan het werk kan zetten ondanks haar goed uitgebouwd onderwijs, een bestaans- en sociale zekerheid om u tegen te zeggen, met zulk een gespecialiseerde instellingen als VDAB, Actiris, Forem, dat is niet te harden, dat pikt. Als het echt zo zou zijn, dat 1 op 4 werkloos is, waarom komen deze jongeren dan niet in opstand. Of moet het vooroordeel verder gevoed dat het allemaal ‘profiteurs’ zijn zoals de mensen nu allicht denken, en dan nog vooral die met migratieachtergrond?
Het zijn nochtans de mensen van de Federale Overheids Dienst Economie die deze cijfers in alle openheid en correct ter beschikking gesteld hebben, in de hoop dat journalisten, onderzoekers, politici er goed gebruik van zouden maken, en geen zootje zoals nu gebeurd is, de VRT op 13/12/2013 voorop. Met als titel ‘1 op 4 jongeren werkloos’ heeft de VRT er een hoofditem van gemaakt en dat is kritiekloos uitgedeind naar de regering en uiteindelijk naar jou zodat je het in je kerstboodschap hebt opgenomen.
Zoals elke burger eenvoudig kan doen, heb ik de gegevens van de Fod Economie zelf eens opgespoord en ter hand genomen, Fod Economie - tabel. Tot het 3de kwartaal 2013 zijn deze cijfers beschikbaar, en dit in een tijdsreeks vanaf 1999 actueler kan niet.
En toch. In plaats van ‘1 op 12 jongeren’ van 15 tot 24 jaar is werkloos, zoals uit de cijfers eenvoudig kan afgeleid worden (% werkloosheid = % actieven - % werkenden), staat er in je toespraak, ‘ 1 op 4’. Wat moet het dan niet in Brussel zijn? Daar zijn wij direct naar gaan kijken: als het zo is dat 1 op 4 jongeren in België werkloos zou zijn, dan zijn het er in het Brusselse gewest 1 op 2, en dan zou er bij de journalisten en bij jou toch ook wel een belletje moeten gaan rinkelen. Niet dus. In Brussel zijn er, zoals blijkt uit de cijfers van de Fod Economie, 1 op 9 jongeren werkloos, in Wallonië 1 op 11 en in het Vlaams gewest 1 op 16 jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Zoals reeds gezegd geeft dat een gemiddelde van 1 op 12 jongeren in België die werkloos zijn of, zoals jij zegt, geen werk vinden, en geen 1 op 4.
Wat is er dus aan de hand in je land waar de statistiek is uitgevonden (Quetelet) en waar recent nog aan Nate Silver een eredoctoraat gegeven is door de KULeuven, z’n wapens waren, zoals Tirez in z’n opinie ‘België mist cijfercultuur’ in De Morgen van 16/12/2013 aanhaalt: publiek beschikbare gegevens en correct toegepaste statistiek, en niet zoals in dit geval, niet-correct toegepaste statistiek voortgaande op publiek beschikbare gegevens.
Zoals de VRT in kleine lettertjes na haar spraakmakende titel ‘1 op 4 jongeren is werkloos’ aanhaalde gaat het om 1 op 4 ‘actieve’ jongeren, zonder evenwel mee te delen hoeveel jongeren tussen 15 en 24 jaar nu wel ‘actief zijn’ in België’ en zonder een berekening te maken hoeveel % van de bevolking dat eigenlijk dan wel is.
Welnu Sire, we kunnen je geruststellen, 2 op de 3, of 67,4% van de 15-24 jarigen in België zijn niet-actief, dwz student of noch werkend noch werkloos, dus ook niet ten laste van de werkloosheid. Jawel Sire je bent direct aan het mee rekenen. Als 1 op de 4 ‘actieve jongeren’ werkloos is dan is dat 1 op 4 van 1/3 van de jongeren, en, jawel je rekent juist, dat is 1 op 12 jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Oh jee, dan heb ik een fout gemaakt in de grootteorde van factor 3, dwz ik heb de werkloosheid van jongeren 3 maal overschat, 1 op 4 in plaats van 1 op 12.
Maar moet ik nu blij of triest zijn, of de twee, blij omdat de toestand, 1 op 12 werkloos, die ook nog de nodige zorgen baart, 3 x minder erg is dan ik heb laten verstaan, of vooral triestig omdat men mij zo ’n enormiteit heeft laten zeggen, of wil men juist dat ik me belachelijk maak of onjuistheden zeg, ook al maak ik daarmee de jongeren te schande die er nu uit komen als profiteurs en werkonwilligen? Dat zou pas laakbaar zijn.
Sire, kalm, kalm. Dat je je opjaagt en kwaad wordt is goed te begrijpen, maar het is dezelfde kwaadheid die menigeen ervaart wanneer ze met duidelijk en correct materiaal, voortkomend uit publieke bronnen, naar de media stappen, of de wetenschap uitnodigingen hun onderzoeksterrein van arbeid en werkloosheid wat serieuzer ter harte nemen.
De al of niet bewust in stand gehouden begripsverwarring is misschien enigszins te begrijpen maar geen reden om er voortdurend een potje van te maken. We proberen het je eenvoudig uit te leggen.
- Om het aantal mensen dat werkt aan te duiden gebruikt men de ‘werkzaamheidgraad’, dwz het % werkenden op de overeenkomstige bevolking, dus het aantal werkenden van 15-24 jaar gedeeld door de bevolking van 15-24 jaar.
- Het aantal ‘actieven’ in de bevolking wordt berekend door het aantal werkenden en de werklozen samen te tellen en dit te delen door de bevolking. Dit % wordt ook de ‘activiteitsgraad’ genoemd, of de beroepsbevolking, dwz de actieve jongeren (werkenden en werklozen samengeteld) van 15-24 jaar op de totale bevolking van 15 tot 24 jaar.
- En dan komt het: om het aantal werklozen aan te duiden berekent men het % werklozen op de actieve bevolking, dus het aantal werklozen van 15-24 jaar gedeeld door het aantal werkenden en werklozen samengeteld, de actieve bevolking dus. Dit % werklozen op de actieve bevolking heet dan de ‘werkloosheidsgraad’. Door dit ook ‘graad’ te noemen geeft men de indruk dat het een % is op de bevolking, en vele mensen, journalisten en jezelf, begrijpen dit ook als een % op de bevolking, alleen is dat verkeerd, het is een % van een %, en dat is het hek van de dam natuurlijk, want de ‘werkloosheidsgraad’ is, tegen alle logica in, geen % op de bevolking maar een % van het % actieven. Een voorbeeld.
Laat ons de werkloosheid van 15-24 jarigen in België in het 3de kwartaal 2013 eens met cijfers en % benoemen:
Er zijn 1.225.990 jongeren van 15-24 jaar in België hiervan zijn er
891.043 niet-actief, dwz student of (nog) niet werkend en ook niet werkloos
325.239 werkend als loontrekkende of zelfstandige en
105.721 werkloos, dwz zonder werk maar bereid werk te aanvaarden in de komende maand (dat is de definitie die Eurostat hanteert voor werkloosheid)
Omgezet in percentages zijn 67,4% van de jongeren niet-actief, dat is meer dan 2/3
24,6% werkt als loontrekkende of zelfstandige en
8,0% is werkloos
Werkenden en werkloze jongeren samen vormen 32,6% van de 15-24 jarigen, zijn dan de ‘actieven’ of de ‘beroepsbevolking’, en zij zijn met minder dan 1/3 van de totale jongerenbevolking.
En nu komt het, als je 8% gaat berekenen op die 24,6%, dus het aantal werklozen in verhouding stellen tot de ‘actieve’ jongeren, de jongeren dus die (al) beroepsactief zijn, werkenden en werklozen samen, dan krijg je een ‘Werkloosheidsgraad’ van 24,5%, nl 105.721 gedeeld door de samentelling van (105.721+325.239=431.60) of 8,0% gedeeld door 24,6% = 24,5%. Omgezet in een index of verhouding kom je dan uit op 1 op 4 jongeren die werkloos zijn, of zoals jij zei, ‘geen werk vinden’. Dat is natuurlijk een enormiteit, een onwaarheid, een overdrijving met factor drie. Want niet 1 op 4 maar 1 op 12 van de Belgische jongeren zijn werkloos, dwz 105.721 van de 1.225.990 jongeren tussen 15 en 24 jaar, of 8,0%.
En alle inspanningen zijn nodig om deze 105.721 jongeren aan het werk te krijgen, en dat lukt enigszins als we kijken naar de 25-49 jarigen, want daar is (maar) 7,0% van de bevolking werkloos, hetgeen ook het % jongerenwerkloosheid enigszins relativeert.
Maar Brussel dan, hoe zit het daar zal je zeggen, Sire.
In het Brussels gewest zijn er 125.195 jongeren tussen 25-24 jaar
91.728 of 73,3% zijn niet-actief
17.615 of 14,1% werkt en
15.852 of 12,7% is werkloos.
Merk dat in het Brussels gewest 3/4 van de jongerenbevolking 15-24 jaar niet-actief is, of 3 op 4. Meer studenten, maar misschien ook meer jongeren tussen 20 en 24 jaar bv die geen werk hebben, maar ook niet ten laste van de werkloosheid. De werkloosheidsgraad bedraagt er dan 47,7% of 1 op 2 jongeren (15.852 op 33.467 jongeren naast de 91.728 niet-actieven), maar dat is een volledige vertekening van de werkelijkheid omdat dit % maar terugslaat op 1/4 van de jongerenbevolking. 12,7% van de jongeren van 15-24 jaar in het Brusselse gewest is werkloos zijn. Hier is de 'fout' zelfs 4x groter als je het % werkloosheid (12,7) vergelijkt met de 'werkloosheidsgraad' (47,7%) als men het een met het andere verwisselt.
Als je verder zou kijken naar het % werklozen in elk van 19 gemeenten gemeente zal dit % in een aantal gemeenten hoger liggen maar nooit boven de 20%. Daar zullen we eens een apart bericht over maken, de werkloosheid per gemeente.
Sire,
Hopelijk is deze rondgang tussen de cijfers leerrijk en verhelderend, voor jou en voor elkeen die ze eens van naderbij wil bekijken. Daarmee is natuurlijk slechts het begin van het verhaal verteld. Bv dat het hier gaat om cijfers van Eurostat op basis van de kwartaalenquête naar de arbeidskrachten, die op gelijke wijze in alle Europese landen wordt afgenomen. Het is en blijft een enquête die soms wat eigenaardige en onverklaarbare verschillen laat zien. In een vroeger bericht BuG 194 van 04/09/2013 - België bij beteren van de klas voor jeugdwerkloosheid in Europa. Maar wat baten kaars en bril als de uil niet zienen wil.
En er is natuurlijk nog een betere en exactere wijze om de werkloosheid in beeld te brengen, en dat zijn de echte cijfers van de RVA, RSZ, RSZ-PPO en RSVZ die per gemeente beschikbaar zijn. Maar daar gaan we hier niet op in, maar die liggen wel gereed.
Tot slot toch nog een grafiekje waar % werklozen in de bevolking wordt gezet naast de misleidende ‘werkloosheidsgraad’ voor het 3de kwartaal 1999-2013:
Het % werkloosheid onder jongeren blijft sinds 2008 merkwaardig constant en relatief laag, nl. 8%, ook al fluctueert de werkzaamheidgraad met een daling in 2012 en een stijging in 2013, maar dat kan dan zijn omdat het om een ‘enquête’ gaat van goed 90.000 inwoners die achteraf met de totale cijfers voor de gehele bevolking wordt ingevuld.
Als het % niet-actieven nog eens naast het % werklozen gezet wordt voor de jongeren blijkt duidelijk dat de ‘werkzaamheidgraad’ een fake meter is, zeker in een land met een leerplicht tot 18 jaar. In Nederland is er maar leerplicht tot 16 jaar bv, en dat maakt meer dan een slok op een borrel verschil zoals blijkt uit de Europese vergelijking waar België, wat jeugdwerkloosheid betreft er erg goed uitkomt.
Zoals Yves Leterme, een van de chiefs van de OESO, terecht opmerkte is de actie voor een hogere tewerkstelling vooral zaak om de niet-actieven, dwz de ‘nog niet werkenden en nog niet werklozen’, in het arbeidscirquit te krijgen, zonder uiteraard de studenten te ontmoedigen. Maar daar ga ik je hier niet verder mee lastig vallen. Ook niet over de 1 op 7 Belgen die in armoede leven, wat in feite ook een genuanceerd(er) verhaal is.
En als je een of andere gelegenheid ziet om de fout in je kerstboodschap recht te zetten, dan zal je het allicht niet laten, je kan er premier Di Rupo volgende maandag al eens over aanspreken.
Met vriendelijke groeten,
Jan Hertogen, socioloog
www.npdata.be