Nieuwe Migraties en Nieuwe Migranten in België

Dit onderzoek brengt de nieuwe migratie en de nieuwe migranten naar België in kaart in een tweedelig Belgisch rapport.
Nieuwe Migraties en Nieuwe Migranten in België
 

Uit de kwantitatieve en kwalitatieve gegevens blijkt dat de ontwikkeling van de trajecten van de nieuwe migranten deels is bepaald door opportuniteits-structuren die het gevolg zijn van beslissingen van politieke, economische, sociale en culturele instellingen in België. Zij worden ook bepaald door het inzetten van actoren, in het bijzonder nieuwe migranten en sociale, culturele en economische middelen. Regionale verschillen in de organisatie van de arbeidsmarkten zijn dus bepalend voor de beroepsintegratie van nieuwe migranten.

Wat de drie voornoemde doelstellingen betreft, kan in de eerste plaats worden geconcludeerd dat België zich niet langer in een situatie van nulimmigratie bevindt. Nieuwe migranten treden tot het grondgebied toe door niet alleen hun recht op gezinshereniging uit te oefenen of asiel aan te vragen, maar ook via de vraag op de arbeidsmarkt. Trajecten van nieuwe migranten zijn vóór alles trajecten van werknemers. Het concept van migratietraject heeft aangetoond dat het te simplistisch is om migranten te beoordelen op basis van hun wettelijke statuut of op grond van de manier waarop zij wettelijk het Belgische grondgebied hebben betreden.

De typeprofielen van nieuwe migranten omvatten volgende sleutelementen :

 

  • Nieuwe migranten kunnen niet als een homogene groep worden beschouwd. De nieuwe migratiestromen zijn verschillend naargelang de landen van herkomst, de scholingsgraad, de migratietrajecten, de wettelijke statuten en de manieren van integratie in de verschillende Belgische gewesten.

  • De belangrijkste landen van herkomst zijn Polen, Roemenië, China en India.

  • De nieuwe migranten zijn op een verschillende manier verspreid over de drie gewesten van het land.

  • Onder de nieuwe migranten zijn er veel meer vrouwen dan vroeger.

  • De scholingsgraad van de nieuwe migranten ligt hoger dan die van migranten uit de eerste migratiegolf.

Het onderzoek bevestigt dat er heel wat redenen zijn voor migratie en dat migratie niet enkel kan worden begrepen als een persoonlijke keuze. Het onderzoek NOMIBE heeft aangetoond dat arbeidsmarktsegmentering nieuwe migratiestromen op gang kan brengen.

Verscheidene sectoren (landbouw, bouw, huishoudelijk werk, hotel en catering) lijken niet zonder nieuwe migranten te kunnen functioneren.

Het recht op verblijf en het recht op werk zijn twee belangrijke aspecten van het migratietraject en de integratie. Het hoofddoel van nieuwe migranten zonder papieren is om het recht te verkrijgen om tijdens een bepaalde periode in België te werken. De
verblijfsvergunning vergemakkelijkt vermoedelijk de maatschappelijke, economische en zelfs politieke integratie van nieuwe migranten.

De capaciteit van nieuwe migranten om sociale netwerken in te schakelen, in het bijzonder etnische netwerken, is een andere belangrijk element in het migratietraject. Een migratietraject is tot slot een veranderlijk en veelvormig proces. Migratietrajecten zijn niet altijd typisch, eenvoudig of eenduidig. Een eenvoudig integratietraject bestaat dus niet, wel zijn er diverse trajecten en mogelijke lotsbestemmingen voor nieuwe migranten.

 Aanbevelingen:

  • De samenwerking en de coördinatie tussen de gewesten verbeteren: het gebruik van de bestaande instrumenten verbeteren; de uitwisseling van informatie en goede praktijken versterken (bijvoorbeeld via de oprichting van een webstek met informatie afkomstig van de gewesten en de gemeenschappen); het eens geraken over een gemeenschappelijke visie op integratie; de Commissie van Advies voor Vreemdelingen opnieuw in werking stellen op federaal niveau (Wet van 15 december 1980) om de dialoog tussen de betrokkenen te bevorderen (in het bijzonder tussen de instanties die verblijfsvergunningen en die welke arbeidsvergunningen uitreiken).

  • Het federale ministerie voor het migratiebeleid belasten met de coördinatie van de instrumenten voor intergewestelijke en lokale samenwerking.

  • Het beleid op lokaal niveau binnen elk gewest met aangepaste middelen harmoniseren.

  • De band tussen arbeidsvergunning en verblijfsvergunning herzien (het geval van de Braziliaanse arbeiders in de bouwsector is een goed voorbeeld van de kloof tussen de nood aan nieuwe arbeidsstructuren in het kader van de nieuwe migratiestromen en de nieuwe migrantenarbeiders, zonder dat dit tot een wettelijk verblijf leidt).

  • De overgangsmaatregelen herzien voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten, in het bijzonder Poolse werknemers.

  • De controle over bepaalde aspecten van nieuwe migratiestromen in België opvoeren, in het bijzonder het zwartwerk bij outsourcing en de aanwending van gedetacheerde werknemers in een EU-kader (een soort migratie zonder migranten, daar zij verbonden zijn aan een bedrijf eerder dan aan een land van herkomst of aan het gastland).

  • Het systeem van arbeidsvergunningen tussen de drie gewesten harmoniseren en derhalve een gemeenschappelijke lijst van knelpuntberoepen opstellen uitgaande van de in Vlaanderen opgedane ervaring.

  • De migranten zonder papieren regulariseren op basis van duidelijke criteria en op individuele basis.

  • De toegang tot de kwantitatieve gegevens voor het toekomstige onderzoek vergemakkelijken.

Klik hier om het volledige onderzoek te lezen.



Bijlage Grootte
file_1.pdf 2.68 MB