“Wat u voelt, mevrouw de Coster, die stilte, is het gevólg van de ondervertegenwoordiging. Niet de oorzaak daarvan.”
Beste mevrouw De Coster,
Met veel interesse begon ik uw column te lezen van 12 april in De Morgen. Ik ben namelijk al lang geinteresseerd in uw werk en dat u ook over de ‘kliklijn’ van het Vlaams Belang schreef, bleek een onweerstaanbare combinatie. Jammer genoeg draaide uw column, na zo’n sterk begin, vanaf de derde paragraaf uit op een commonplace van formaat: uw finale samenvatting was helaas niet veel meer dan "handen uit de mouwen, gasten, we hebben jullie stem nodig". Hoewel u zelf een paragraaf later opmerkt dat wij, 'de allochtonen', ondervertegenwoordigd zijn in de media.
U voegt helaas niet toe dat we ook in de politiek ondervertegenwoordigd zijn. En in de ‘naar ‘t schijnt’ discriminerende arbeidsmarkt. En dat is - volgens mensen die uw mening delen- aan ons te wijten. We spreken niet luid genoeg. We blijven stil. We doen niet mee aan het debat. Alles wat we doen is klagen omdat we allemaal over dezelfde kam worden geschoren.
Over welk debat hebt u het, mevrouw De Coster? Over het mediadebat dat in de all-white media plaatsvindt, waarvoor we niet uitgenodigd zijn? (Jammer genoeg zijn er weinig allochtonen in de mediaklikskes, dat is geen geheim. En alles gebeurt hier, in dit land, in klikskes, dat is ook geen geheim). Of hebt u het over het politiek debat, waarvoor we ook niet uitgenodigd zijn, omdat mensen zoals Fatima Bali of Fauzaya Talhaoui hun verdiende plek in de politiek wordt ontnomen met zinnen zoals "de allochtonen zijn nog niet rijp om mee te besturen". Omdat ‘wij’ niet zijn wat sommige mensen verwachten van ons, dat is ook geen geheim. Omdat het recht om mee te regeren niet iets is dat we verdienen, maar iets dat ons wordt geschonken als we aan de voorwaarden voldoen, een logica die me te hard doet denken aan het begin van de jaren zestig. Van de vorige eeuw. Gelukkig werd niet lang geleden ontdekt dat het Minderhedenforum bestaat en krijgt mevrouw Charkaoui tegenwoordig de eer om afgekraakt te worden door Lieven Verstraete, want voor de rest bestaan we gewoonweg niet.
Maken we geen toneelstukken, misschien? Jawel, maar hoewel we een publiek bereiken dat voor anderen onbereikbaar is, spreken we de media niet aan, behalve als een exotisme. Een recensie is te veel gevraagd. Fine by me, maar het gevolg daarvan is dat voor mensen zoals u dat toneelstuk niet bestaan heeft.
Maken we geen muziek? Natuurlijk wel. Maar niet de muziek die Studio Brussel wil draaien. Of geen enkel ander Vlaams radiostation, jammer genoeg. Moeten we allemaal singer-songwriters worden? Moeten we onze ziel verkopen? Om op de radio te komen, mevrouw De Coster? Zou u dat doen? Ik gok van niet. Maar we leven in een stempelmaatschappij waar de muziek iets voor die ‘multicultiklikskes’ wordt als ze te werelds klinkt. Bovendien gaan we daar minder subsidies aan geven, want dat is toch niks voor ‘de’ Vlaming. ‘De’ Vlaming heeft al genoeg kansen gehad om zijn horizon te verruimen en dat is niet gelukt. De multiculturaliteit is gefaald, toch? Als Merkel dat zegt, dan moet het waar zijn.
Is er geen mediatalent? Massa's. Maar ik hoorde al meer dan eens gefrustreerde zwarte acteurs die alleen worden gevraagd om sukkelaars en illegalen en dieven en drugshandelaars en pooiers te spelen. In plaats daarvan zouden zij liever in de horeca werken, dankuwel. Ik hoorde trouwens van sommige mensen die ‘erin’ konden geraken, dat zij, als ze met een baardje terugkwamen van een vakantie dichtbij hun ‘roots’, zich moesten scheren als zij op het scherm wilden verschijnen, wegens ‘te allochtoon’.
Politici en geëngageerde mensen? Yes, we can. Ik heb al meer dan eens aan tafel mogen zitten met kritische stemmen die veel redelijker klinken dan, laat ons zeggen, een Filip De Winter of een Vic Van Aelst, maar om een of andere mysterieuze reden krijgen de laatste twee de megafoon en de mensen die ik ken niet.
Ingenieurs, journalisten, sociologen? Don’t get me started!
Schrijven? Neen, we schrijven niet.
Het probleem, mevrouw De Coster, is dat er een voorbestemde plek is voor ons in deze samenleving. En als we die niet willen innemen, worden we niet serieus genomen. Uzelf verwacht dat we spreken over “iets wat iedere bewoner van dit land aanbelangt: de onophoudelijke stijging van de energiefactuur, of het hele mobiliteitsvraagstuk in Antwerpen, of zeker de ondervertegenwoordiging van de allochtoon in onze media”. Dat heeft misschien te maken met die ‘apartheid’ waar u naar refereert, mevrouw De Coster. De dingen waarover ik wil spreken zijn anders. Want u voelt niet wat ik voel als een samenscholingverbod in ‘t Stad wordt opgelegd. Het mobiliteitsvraagstuk is van ondergeschikt belang als we systematisch gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. De stijgende energiefactuur en de Antwerpse mobiliteit zijn de thema’s die U interessant vindt. En met u een groot aantal bewoners van dit land. Over de ondervertegenwoordiging in de media schrijven we constant, mevrouw, maar op websites die voor u duidelijk onbekend zijn.
Het probleem is bovendien ook dat artikels zoals dat van u een bevestiging zijn van al die vooroordelen. Kijk, ik woon in Borgerhout, ik weet waarover ik spreek, zij willen geen verantwoordelijke rol spelen in de opbouw van de samenleving. Tuurlijk. 'De waarheid'. In a nutshell.
Mevrouw, dit is nog altijd een democratische monarchie. U hebt het recht om uw mening te uiten. Maar weet dat de gevolgen van het spreken zonder enige kennis van zaken even erg zijn als die van de initiatieven van mensen met slechte bedoelingen.
U zegt, en daar hebt u zeker een punt, dat een kliklijn smeekt om een terugkliklijn. Ja, goed gevonden mevrouw. Doe maar. Dat is UW antwoord daarop. Mijn antwoord op die kliklijn is geen aandacht schenken aan kinderachtige initiatieven. En God weet dat die rechtse (klik)lijn niks zou zijn als de media de taak niet op zich namen om daar reclame voor te maken. Maar het probleem is dat als er ooit een terugkliklijn zou komen (en misschien bestaat die al), u dat niet te horen zou krijgen. Langs welke kanalen? Denk eens na, mevrouw De Coster. Hoe zou u dat te horen krijgen?
Wat u voelt, mevrouw, die stilte, is het gevolg van de ondervertegenwoordiging. Niet de oorzaak daarvan.
Dit alles heb ik in een speels paragraafke samengevat als commentaar op uw artikel gepost in De Morgen. Maar oh, ironie, uren later verscheen mijn reactie nog niet. Ik vond die alleszins niet beledigend of ongepast. Volgens mij voldeed die perfect aan de “algemene voorwaarden en gedragscode” van de website. Misschien had ik te veel spelfouten gemaakt (ik weet nog dat ik uw naam met dubbele ‘o’ geschreven heb, twee keer zelfs, warvoor mijn excuses). Misschien heb ik ergens op een foute knop gedrukt, waardoor het niet verzonden werd, dat gebeurt. Mijn reactie verscheen in ieder geval niet, om een of andere reden, mevrouw De Coster. Wat een ironie.
Maar volgens mij is het daarom, omwille van die opeenstapeling van ironieën, dat u die stilte voelt. Mijn bescheiden mening.
Met vriendelijke groeten,
O.
Saskia De Coster heeft gereageerd op deze open brief. Bekijk hier haar antwoord.
----
Orlando Verde is geboren in Venezuela in 1977, maar woont in Antwerpen sinds 2001. Hij is informaticus van opleiding en schrijft en maakt films af en toe. Eigenlijk vertelt hij vooral graag verhaaltjes.
Eerdere publicaties:
De verwelkomingsspeech
Over solidariteit en eigenbelang
De Jacht
The Eighties
De ogen van Oedipus