Een minister creëert een nieuwe belasting? De premier is te zwak? UNIA doet lastig? Het minderhedenforum ook? Een politicus schrijft een kinderachtige tweet? Of een kinderachtig opinieartikel? Een juriste is ook een kunstenaar en een kunstenaar hoort de consensus in vraag te stellen terwijl een juriste de consensus moet verdedigen (of zoiets)? Een opiniemaker heeft een (heel) scherpe mening? Een diversiteitsambtenaar is veel te kritisch? Een staatssecretaris polariseert? Een minister liegt? Een minister liegt op een consequente manier? Een volksvertegenwoordiger gedraagt zich als een zatlap aan de toog van een veel te bruine kroeg? Een medium is eenzijdig, ontslaat een columnist, doet onbeschaamd mee aan politieke propaganda, of aan racisme? UNIA ontslaat de juriste? Iemand juicht dat nog toe? Een facebook friend schrijft een stommiteit? Een journalist is té kritisch? Een journalist is helemaal niet kritisch? Een burgemeester viseert op een expliciete manier een bevolkingsgroep? Of ontkent advies van staatsveiligheid, het parket en het gezond verstand (uit puur politiek gewin)? Een lastige mening wordt gedeeld door een organisatie die bedoeld is om ook ruimte te maken voor lastige meningen?
Opdoeken die handel! Defrienden, boycotten, ontslag eisen, subsidies in vraag stellen: dat wordt stilaan de basis van onze democratie.
En soms is dat terecht. Of minstens begrijpelijk. En dit mag ook ‘misschien’ gelezen worden als een mea culpa (‘misschien’ omdat ik ‘misschien’ ooit het ontslag van iemand mee heb geëist). Maar het loopt uit de hand. De polarisering maakt ons blind en dialoog wordt stilaan geen optie meer.
Wij (een grote wij, zonder zij) zien niet meer dat onze perceptie niet de enige is en dat wij ons soms kunnen vergissen. Anderen zien ook niet dat wij ons niet elke keer opnieuw vergissen, dat wij soms ook gelijk mogen krijgen. Wij willen vooral het burchtje van onze mening koste wat het kost verdedigen.
Nu, zijn alle eisen vergelijkbaar? We hebben allemaal een verantwoordelijkheid in het debat, maar tot nader order hebben alle instanties van de macht iets meer verantwoordelijkheid op hun schouders. En meer middelen, ook niet onbelangrijk. Niet toevallig resulteren de eisen voorlopig enkel in één richting in een ontslag. Dat de dissidentie moet “leren incasseren” is dus op zijn minst onvolledig: het is niet alleen de dissidentie die moet leren incasseren. En het evenwicht is vandaag zoek.
Zouden wij niet beter een manier vinden om te eisen dat iemand zijn job doet? Om onze kritiek scherp – desnoods heel scherp – te formuleren maar dan met oog op de verderzetting van een discussie? Is dat misschien een gezondere houding? Dialoog te zoeken met die stomme friend?
Het is geen tijd voor revanchisme en doodlopende straten. Want de onenigheid houdt niet op te bestaan met een defriend (of een ontslag). Integendeel: elk ontslag ondermijnt vandaag onze democratie. Het verschil, de kloof wordt daar niet mee gedicht, we zien hoogstens niet meer dat die groter wordt.
En liefst blijven we het verschil onder ogen zien, voor we ons in een betere wereld wanen.