[Opinie Inge Neefs] Israël ontvoert opnieuw vissers uit Gazaanse wateren

Khan Younis - Mijn ISM (International Solidarity Movement) collega's en ik worden op zoete thee en innemend dartele hartelijkheid onthaald in de simpele huiskamer van één van de drie neven al-Laham.
[Opinie Inge Neefs] Israël ontvoert opnieuw vissers ui

Het is een façade van luchtigheid waarmee ze het inwendinge gevoel van hopeloosheid bestrijden

 

Khan Younis - Mijn ISM (International Solidarity Movement) collega's en ik worden op zoete thee en innemend dartele hartelijkheid onthaald in de simpele huiskamer van één van de drie neven al-Laham. Er hangt een gemoedelijke sfeer in de living en de mannen grijpen iedere gelegenheid aan om joviaal te lachen. Hoewel ik hun Arabische tongval nog minder weet te ontcijferen dan die van de gemiddelde Palestijn, ontlokken hun vrolijk twinkelende ogen geregeld een glimlach van me.

Ik verbaas me vaak over de veerkracht waarmee Palestijnen de verdrukkende bezetting het hoofd bieden. Normaliteit kneden uit deze surreële abnormaliteit van het verzet van alledag en de psychische verdrukking afweren met een lach is een kunst. "Het is een façade van luchtigheid waarmee ze het inwendinge gevoel van hopeloosheid bestrijden." Ik herinner me de woorden van de gerenomeerde psychiater Dr. Eyad Serraj die ik hier interviewde en kijk bedenkelijk op.

Moustafa Hjazi al-Laham (42), Mahmoud Hassan al-Laham (30) en Hjazi Hani al-Laham (27) vertellen hoe ze op 19 februari belaagd werden door een Israëlische kannoneerboot en gearresteerd werden op Gazaanse wateren.

"We twijfelden nog even die ochtend of we wel zouden uitvaren, er woei een sterke wind, maar we besloten het risico te nemen. Op ongeveer 2,5 zeemijl van de kust van Khan Younis gooiden we onze visnetten uit. Omstreeks 9u30 voer er plots een kannoneerboot in hoge snelheid op ons af. De kogels vlogen eensklaps langs onze hoofden! We haastten ons om het visnet in te halen, maar toen we de motor startten, riepen de soldaten ons toe dat ze de kapitein in het hand zouden schieten indien hij de motor niet onmiddellijk stillegde", vertelt Moustafa.

De drie mannen weten niet goed wat hen overkomt. "Er was niks verdachts, we bevonden ons binnen het toegelaten gebied en aangezien de Israëli's dagelijks op vissers schieten, dachtten we dat het louter een waarschuwing was", voegt Mahmoud eraan toe.

Ze worden opgedragen om zich allen vooraan in de boot neer te zetten. Gedurende anderhalfuur circuleert de kannoneerboot rond de vissersboot, die vervaarlijk in het water schommelt en diverse keren dreigt te kapseizen door de ongelijke verdeling van het gewicht.

Vervolgens verplichten de soldaten hen om hun kleren uit te trekken en naar een tweede, kleinere kannoneerboot te zwemmen.

"Maar ik kan niet zwemmen!", riep Moustafa hen toe.

"Spring nu in het water!", weerklonk het antwoord.

Moestafa, de kapitein spartelt als eerste tegen de krachtige stroming van de motor van de kannoneerboot in. "In dit seizoen zijn er meer wilde vissen, zoals haaien, in dit zeegebied, wat de Israëli's maar al te goed weten", stelt Moestafa ietwat benepen.

De mannen worden aan boord getrokken, waar ze geblinddoekt en gehandboeid moeten knielen op de koude metalen vloer in hun doorweekt ondergoed. "De plastieken handboeien spanden pijnlijk rond onze polsen en sneden onze bloedtoevoer af. Onze verzuchtingen werden steevast onthaald met het antwoord: 'Zwijg!' Later zagen we dat onze handen blauw waren", zegt Hjazi.

In de haven van Ashdod werden de mannen gefotografeerd en door een dokter gecontroleerd alvorens ze één voor één ondervraagd werden door een marine-officier. "Ben je van plan om jezelf hier op te blazen?", luidt de eerste vraag die klaarblijkelijk niet ironisch bedoeld was. Mahmoud antwoordt verbouwereerd dat ze slechts vissers zijn en uiteraard geen explosieven aan boord hebben, wat ze zelf kunnen nagaan.

Vervolgens worden ze afzonderlijk overgeleverd aan een officier van de Shin Bet, de Israëlische geheime dienst, die hen luchtfoto's van hun buurt voorleggen waarop ze hun huizen moeten aanduiden. Er worden foto's van hun broers, nonkels, vaders, zussen, moeders, vrouwen en vrienden getoond, waar meer informatie over geëist wordt.

De focus verlegt zich echter al snel naar de lokale autoriteiten in de haven. "Waar bevindt de havenpolitie zich exact?", "Worden er militaire trainingen gehouden in de haven?" en "Welke wapens bezitten de autoriteiten?"

Aan Mahmoud en Hjazi worden dezelfde vragen gesteld, terwijl Shin Bet Moustafa voorstelt om als collaborateur met hen te werken.
Op Hjazi's vraag wanneer ze hun boot weer zouden krijgen, antwoordt de officier droog: "Je zal je boot in Egypte terugvinden. (stilte) Neen, dat is een grap", waarna hij kort pauzeert. "Weet je dan niet dat dit het seizoen is dat we dingen krijgen, maar niks teruggeven?"

Twaalf uur later, om 21u 's avonds worden de Mahmoud, Moustafa en Hjazi terug naar Gaza gestuurd via de noordelijke grenspost Erez.

Zes families zijn afhankelijk van de visvangst van deze boot, waarvan ze amper kunnen overleven. Een nieuwe boot kost 9000 US dollar, wat op dit ogenblik onbetaalbaar is.

"De inkomsten uit visvangst zijn drastisch achteruit gegaan gedurende de laatste jaren. Iedere meter dat je dieper kan uitvaren, vind je meer vis. Sinds anderhalve maand vangen we amper iets." Hjazi kijkt naar zijn jongste zoon die op zijn schoot zit: "We kunnen ons zelfs geen pampers veroorloven voor hem."

In de Oslo akkoorden werd 20 maritieme mijl bedongen voor Gazaanse vissers, maar sinds 1993 heeft Israël opeenvolgende restricties opgelegd waardoor Palestijnse vissers sinds 2007 niet verder dan 3 zeemijl kunnen uitvaren. De kwaliteit, kwantiteit en diversiteit van de visvangst is hierdoor ernstig achteruit gegaan. Volgens het Internationale Comité van het Rode Kruis is bijna 90% van de 4000 vissers die de Gazastrook telt arm (met een inkomen tussen 100 en 190 US dollars) of zeer arm (verdienen minder dan 100 dollar per maand), terwijl dat percentage “slechts” op 50 stond in 2008.

Dit is de vierde ontvoering van vissers op Palestijnse wateren sinds december 2010.
Volgens Al Mazen Center for Human Rights pleegde het Israëlische leger tussen 1 mei 2009 en 30 november 2010 niet minder dan 53 aanvallen tegen vissers: twee mannen werden vermoord, zeven gewond en 42 werden gearresteerd en 17 vissersboten werden in beslag genomen waarbij één vernield werd. Volgens het internationaal recht zijn dergelijke acties flagrante schendingen, aangezien Israël zich niet aan haar verantwoordelijkheden houdt als een bezettende macht. De vissers’ rechten op leven, werk, veiligheid en fysieke integriteit worden geschonden. Ze worden gemarteld en het wordt hen onmogelijk gemaakt om een gepast inkomen te vergaren.