“The man tells his story so many times that he will become the stories. They live on after him. And in that way, he becomes immortal.”- Will Bloom-
Met deze quote begon zaterdagavond 8 maart de Nederlandse documentaire ‘Mijn vader, de expat’ op de Belgische filmpremière in Borgerhout, van de Nederlands-Marokkaanse journalist en filmmaker Abdelkarim El-Fassi. De documentaire ging al op 16 februari in première in een uitverkochte Cinerama in Rotterdam en kreeg veel lovende kritieken. Op zaterdagavond was België aan de beurt. In een volle Roma kregen de aanwezigen het verhaal te zien van El-Fassi die zijn vader op een ontroerende en humoristische wijze portretteert. De documentaire is een glimp uit het leven van eerste generatie Marokkaanse man, Ali El- Fassi. Kif Kif sprak eerder met de filmmaker, lees hier het volledige interview. Omdat het aspect verhalen vertellen zo centraal staat in deze documentaire, vroegen wij ons af hoe dit zit bij het aanwezige publiek op deze filmvoorstelling. Wat is hun verhaal? Waarom zijn ze gekomen? Wat denken ze mee te krijgen? Wat zouden ze zelf meegeven aan de volgende generatie? En natuurlijk, wat vonden ze van de film? Lees hieronder de reacties.
Latifa El Morabit:
“Ik ben gekomen omwille van het thema '50 jaar migratie', en omdat zulke documentaires je aanzetten je eigen verhaal te achterhalen. Het zien van deze documentaire zal me inspireren om bij mij ouders naar hun verhaal te vragen.”
Margot Schipper:
“Ik ben hier voor mijn zoon, Sjoerd Schipper, hij heeft de regie gedaan. Ik zag de film al tijdens de première in Rotterdam, maar vond het ook leuk om bij de première in België aanwezig te zijn. Het is een heel mooie film, indrukwekkend, hoewel ik me niet kon identificeren omdat ik gewoon in Nederland ben geboren. Ik merkte wel dat voor het publiek dat overwegend uit Turkse en Marokkaanse mensen bestond de identificatie met de film groot was. Ik vind vader Ali een hele leuke en wijze man.”
Zohra Salhi:
“Ik heb de trailer gezien en ik vond het een exclusief verhaal. Want uiteindelijk als je bijvoorbeeld kijkt naar mijn grootvader die ondertussen is overleden, God hebbe zijn ziel, hij sprak er niet zoveel over. Om dan zo’n verhaal te kunnen zien, dat is wel mooi. Ik heb het nooit meegekregen.”
Omar Munie:
“Het is een leuke en spontane film, hoewel alles eigenlijk heel simpel gefilmd is. Slechts 2 mannen waren steeds aan het woord, heel knap om dat zo boeiend te houden. Ondanks het feit dat de film voor een groot stuk over het Marokkaans zijn gaat, bevat hij veel universeel herkenbare zaken. Ik heb zelf een andere achtergrond, maar toch herkende ik enkele zaken, zoals het respect naar de vader toe. Het zijn ook wel herkenbare gesprekken…Iedereen heeft wel een moment in zijn leven dat hij kan delen met een jongere generatie.”
Tim Leguijt:
“Ik vond de film heel tof, hij is grappig en het geeft een leuk inzicht in de cultuur en het leven van mensen met Marokkaanse roots. Mijn advies aan de volgende generatie is: volg je dromen en volg je hart.”
Abdelhakim Elkharbouchi: (op de foto rechts)
“Ik vond de film grappig en inspirerend. Ik ken zowel vader als zoon persoonlijk en ben trots dat ze er zover mee zijn gekomen. Ik ken mijn vader eigenlijk niet zo heel goed, niet op de manier dat Abdelkarim zijn vader kent, maar ik heb wel een paar dingen gezien die overeenkomen met mijn moeder.”
Faysal Naimi: ( op de foto midden):
“De weg die de vader heeft doorlopen heeft mij het meest geraakt. Ik denk dat wij daar nog veel van kunnen leren. Van wat hij reeds heeft meegemaakt staat ons nog veel te wachten.”
Ilias Karkach: (op de foto links):
“Ik ben zelf van de derde generatie en zoals de zus van Abdelkarim in de film al zei, wij hebben al wat minder voeling met Marokko. Maar tijdens de film stelde ik mezelf de vraag of ik zou kunnen terugkeren naar Marokko en ik denk het eigenlijk wel. Niet nu, maar misschien wel later.”
Rachida Aziz:
“Ik had de film eigenlijk al eens gezien in Nederland en ik vond hem prachtig. Ik ben vandaag eigenlijk vooral gekomen om de filmmaker Abdelkarim eens te ontmoeten.”
Hakima Abasbaasi:
“De film heeft me aan het denken gezet. Ik bedenk me nu hoeveel mijn ouders en vooral grootouders hebben meegemaakt. Ze hebben eigenlijk bijna een deel van hun identiteit moeten afstaan, of ze nu wilden of niet. En wij? Wij hebben meer vrijheid dan hen, maar toch durven wij onze identiteit soms te verloochenen. Dat is spijtig. Identiteit is voor mij teruggrijpen naar het verleden, naar de roots. Alleen zo weet je wie je bent.”
Samira Abid:
“Ik vond de film heel pakkend, vooral naar het einde toe. Hij is heel artistiek in elkaar gestoken, ook heel herkenbaar door de taal, het berbers, die gebruikt werd. De boodschap die de vader op het einde heeft overgebracht was heel herkenbaar voor mij, namelijk dat hij trots was op zijn kinderen en dat hij hen heel graag gelukkig wil zien. Dat zijn heel motiverende woorden. Wij krijgen van thuis uit ook die boodschap mee als het over studeren, bij elkaar blijven en dergelijke gaat.”
Tom De Maeyer:
"Ik vond het een erg positief verhaal, veel positiever dan mijn kijk op de Marokkaanse (im-) migratie van voor de voorstelling. Een volksverhuizing brengt altijd problemen met zich mee, of deze nu op uitnodiging van de gast is of niet, op termijn komen er altijd strubbelingen van. Het positieve aan dit verhaal is dat de generaties na de eerste meer en meer geïntegreerd zijn. Niet geassimileerd, maar geïntegreerd, waarbij een eigenheid bewaard blijft. De film toont dat bij latere generaties de banden met Marokko minder nauw zijn en dat ze daardoor hun nieuwe thuisland ook als thuis ervaren."