Het element religie linken met het woord allochtoon lijkt een tendens geworden. Bovendien vinden de respondenten ook dat het woord allochtoon in de eerste plaats doet denken aan mensen van Marokkaanse en Turkse origine.
Op 19 september 2012 nam De Morgen de radicale beslissing om het woord allochtoon te schrappen. Het is niet alleen een containerbegrip, maar ook stigmatiserend en te vaag. Dat waren de argumenten die toen aangevoerd werden.
Naar aanleiding van deze beslissing onderzocht Nassira Miki, een studente aan de Hogeschool Gent (nu Universiteit Gent), wat allochtone jongeren te zeggen hebben over het maatschappelijk debat dat De Morgen in gang zette. Wat blijkt? Allochtone jongeren vinden het inderdaad niet leuk om allochtoon genoemd te worden.
Hoe kan een woord een hele samenleving beïnvloeden? Een ‘simpel’ woord als allochtoon kan heel wat verschillende denkpatronen in de samenleving onthullen, of het nu om uiterlijk, gedrag of religie gaat.
Het woord allochtoon werd ingevoerd in de jaren 80 en werd populairder in de jaren 90, eerst in Nederland en daarna in België. Het moest een ander woord vervangen dat toen een negatieve bijklank had ontwikkeld: migrant.
In 1999 definieerde het Centraal Bureau voor Statistiek (Nederland) het woord allochtoon als volgt: “Iemand die in een ander land geboren is, met 1 of 2 ouders die in het buitenland zijn geboren en iemand die in Nederland is geboren maar met 1 of 2 ouders die in het buitenland zijn geboren.” Die definitie werd ook als norm gebruikt in het onderzoek naar de mening van allochtone jongeren.
De Morgen publiceerde op 19 september 2012 een voorpagina-artikel waarin de toenmalige hoofdredacteur, Wouter Verschelden, aankondigde dat de krant het woord allochtoon voortaan zou bannen. In het artikel werd uitgelegd dat het woord allochtoon stigmatiserend en uitsluitend is en een te vaag begrip is om alle etnisch-culturele minderheden in Vlaanderen te benoemen:
“Kun je per definitie aan goede journalistiek doen met 'allochtoon' als term in de berichtgeving? Goed beseffende dat het stigmatiserend en uitsluitend werkt. Met een bovendien veel te vage definiëring van het woord in het dagelijks gebruik. Is handigheid geen excuus voor een simplistische, veel te ongenuanceerde labeling van een groep mensen?” (Wouter Verschelden)
Met dat artikel als uitgangspunt startte Nassira Miki, onder begeleiding van Prof dr Ellen Van Praet, haar thesisonderzoek om na te gaan in welke mate het debat rond het woord ‘allochtoon’ effectief leefde bij allochtone jongeren.
Het onderzoek boog zich hoofdzakelijk over de vraag of allochtone jongeren zich bewust zijn van de negatieve connotaties waarmee het woord allochtoon wordt geassocieerd, en wat die jongeren vonden van de beslissing van De Morgen. Om dat uit te zoeken was er een tweedelig onderzoek, enerzijds kwantitatief (enquête) en anderzijds kwalitatief (interviews).
Voor het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek werd er tussen november 2012 en maart 2013 bij 225 jongeren tussen 12 en 26 jaar via een schriftelijke enquête gepeild naar hun mening omtrent de kwestie, gekoppeld aan bredere vragen rond hun gebruik van media.
De resultaten toonden aan dat de gemiddelde ondervraagde jongere het niet leuk vindt om allochtoon genoemd te worden en dat het woord voor hen bovendien effectief een negatieve bijklank heeft. Een opmerkelijke vaststelling was het verschil tussen allochtoon zijn en zich allochtoon voelen. 62% van de ondervraagde jongeren voelde zich allochtoon, en 28% voelde zich niet allochtoon.
Bij het mediagebruik van de allochtone jongeren bleken sociale media een gigantisch aandeel in te nemen in het volgen van de actualiteit. 91% van de jongeren gebruikt Facebook en 74% zelfs dagelijks. 56% van de jongeren vindt dat De Morgen een goede beslissing heeft genomen door het woord allochtoon te schrappen en ze vinden het maatschappelijk debat ook belangrijk. Van de aangereikte alternatieven vond 51% geen van de mogelijkheden een gepast alternatief voor het woord allochtoon.
Vervolgens werden er voor het kwalitatieve luik van het onderzoek zeven interviews afgenomen om een breder kader te scheppen voor die resultaten. Zo kon er dieper ingegaan worden op enkele resultaten uit de enquête en konden er zaken geïllustreerd worden. Naast zes diepte-interviews met allochtone jongeren die eerder deelnamen aan de enquête, kreeg ook Bart Eeckhout van De Morgen de kans om in een interview meer duiding te geven bij de beslissing van het dagblad.
Uit de resultaten van de interviews blijkt dat elke respondent een eigen definitie heeft van het woord allochtoon, gelinkt aan uiterlijk, gedrag, huidskleur, naam en nationaliteit. Bovendien bleek moslim zijn voldoende om iemand als allochtoon te bestempelen. Het element religie linken met het woord allochtoon lijkt een tendens geworden. Bovendien vinden de respondenten ook dat het woord allochtoon in de eerste plaats doet denken aan mensen van Marokkaanse en Turkse origine. De zes respondenten vonden het niet erg om allochtoon genoemd te worden, zolang het niet als belediging wordt gebruikt. Hieruit blijkt dat de context van groot belang is.
De zes geïnterviewde allochtone jongeren schrijven de negatieve connotatie van het woord allochtoon toe aan de werking van de media, politiek en de maatschappij in het algemeen. De media zouden bijvoorbeeld allochtonen enkel in negatieve contexten vermelden waardoor die associaties in de maatschappij tot stand komen. De respondenten geloven in de goede intenties van De Morgen, maar ze denken dat de beslissing niet zo veel zal uithalen.
Het alternatief bij uitstek tijdens de interviews was Marokkaanse/Turkse Belg. Tijdens de interviews gaven de allochtone jongeren blijk van grote interesse in het debat en zij willen graag verandering zien in het gebruik van het woord allochtoon, maar hoe de maatschappij evolueert, is ook voor hen een groot vraagteken.
Dit onderzoek wilde uitzoeken hoe een woord een hele maatschappij kan beïnvloeden. De allochtone jongeren die meewerkten aan het onderzoek illustreerden hoe taal ideologische processen in de maatschappij zichtbaar kan maken, aangezien het woord allochtoon vaak gelinkt wordt met religie (moslim zijn), uiterlijk en gedrag. De allochtone jongeren vinden dat het woord allochtoon vooral negatief klinkt en dat de oorzaak daarvoor toe te schrijven is aan de media, de politiek en de maatschappij. Op wetenschappelijk vlak en politiek vlak worden er definities voorzien voor het woord allochtoon, maar deze worden niet door de maatschappij gehanteerd, aangezien elk individu een eigen interpretatie heeft van wie ze nu als allochtoon beschouwen.
>>> De volledige scriptie (in het Engels) kan u hieronder in bijlage downloaden
Bijlage | Grootte |
---|---|
scriptie_nassira_miki.pdf | 2.15 MB |