Twintig jaar geleden maakte België de belofte om te werken aan een Interfederaal Actieplan tegen Racisme. Vorig jaar werd er eindelijk werk gemaakt van die belofte. Er werd een Interministeriële Conferentie (IMC) samengesteld en een startnota goedgekeurd. Ook de middenveldorganisaties, die zich verenigd hebben in de NAPAR-coalitie, schoven mee aan tafel. Nu gaat de laatste fase in en binnenkort zullen dan ook de politieke knopen doorgehakt worden door beleidsmakers van de verschillende politieke niveaus.
Hierboven kunt u de volledige webinar terugkijken.
De inhoud van het plan kan een grote invloed hebben op de leefomstandigheden van vele Belgische inwoners met migratieachtergrond. Een einde aan het hoofddoekverbod kan zorgen voor perspectief op werk en meer zelfbeschikking voor meisjes en vrouwen met een hoofddoek. Een daadkrachtige aanpak van politiegeweld zorgt voor meer veiligheid en een betere relatie met de politie. Proactieve en sanctionerende praktijktesten op de huurmarkt betekenen voor velen een betere woning. Oplossingen voor de vele mensen zonder papieren kunnen hen uit de uitzichtloosheid helpen. Een inclusief onderwijs kan zorgen voor scholen waar alle kinderen zich gezien en gewaardeerd voelen. Het zijn maar enkele van de voorstellen waarover de politiek zich zal moeten buigen.
Een lange geschiedenis
Waarom heeft het zo lang geduurd? “Langs de kant van het middenveld is er alvast geen stilstand geweest. Sinds 2001, toen België onder het EU-voorzitterschap van Louis Michel de belofte maakte op de VN-antiracismeconferentie van Durban, zijn er heel veel pogingen geweest om dit slapend dossier wakker te schudden.” zegt Kathleen Van Den Daele, directeur ad interim bij het Minderhedenforum.”
Belangrijk is dat reële gebeurtenissen op het terrein en de druk van onderuit een doorslaggevende rol hebben gespeeld om politieke beloftes om te zetten in daden. Je stem laten horen tegen racisme, of je het nu doet als individu of als lid van een organisatie, heeft dus effect en kan zorgen voor verandering
“Dat is uitgemond in de NAPAR-coalitie. Langs politieke kant weten we dat er in 2016 een studie besteld werd door Elke Sleurs, toenmalig Staatssecretaris voor Gelijke Kansen. Die studie werd uitgevoerd door Dr. Saïla Ouald Chaib. De regeringen die daarop volgden hebben steeds beloftes gemaakt, maar zijn ze niet nagekomen. Het was wachten tot halfweg 2020 tot voor een echte doorbraak. Begin januari, onder premier Wilmès, werd de Interministeriële Conferentie al aangekondigd na brandstichting in een asielcentrum in Bilzen. Het vele lobbywerk, maar ook de coronacrisis hebben een impact gehad. Ook de Black Lives Matter-protesten na de dood van George Floyd hebben het dossier in een stroomversnelling gebracht.”
"Er werd eerst een politiek akkoord gezocht over een startnota. Het is een overleg tussen federale en gewestelijke ministers waar afgestemd wordt over verschillende beleidsdomeinen- en niveaus heen. De huidige IMC heeft de taak om te zorgen voor een actieplan tegen racisme. De eerste stap is het niveau van de administraties. Daar wordt veel voorbereidend werk geleverd in thematische werkgroepen. Een tweede stap is de politieke toetsing.”
Maatschappelijk protest heeft effect
Belangrijk is dat reële gebeurtenissen op het terrein en de druk van onderuit een doorslaggevende rol hebben gespeeld om politieke beloftes om te zetten in daden. Je stem laten horen tegen racisme, of je het nu doet als individu of als lid van een organisatie, heeft dus effect en kan zorgen voor verandering. Nyamchama Okemwa van Hand in Hand Tegen Racisme legt uit: “Bij de Durban-conferentie werd expliciet de nadruk gelegd op het belang van racismebestrijding op nationaal niveau, bijvoorbeeld via wetgeving, acties, preventiebeleid en bewustwording."
"NAPAR is een lobbygroep die druk wil zetten op Belgische beleidsmakers om actie te ondernemen. Dat is geen makkelijke taak in België. We hebben 65 leden, zowel Franstalig als Nederlandstalig. Daarnaast werken we met een coördinatiegroep, die verkozen wordt door de leden. Het zijn vooral die mensen die het politieke lobbywerk doen. Met onze leden hebben we ondertussen ook twee memoranda opgesteld."
"We hebben ook masterclasses georganiseerd voor politici omdat we merkten dat het thema racisme erg ver van hun bed staat. Op dit moment zijn we dus echt in dialoog met bepaalde instanties en daar zijn we blij over – al kan de manier waarop beter. Hoe dan ook: dit was tien jaar geleden onmogelijk geweest.”
Het NAPAR-memorandum is het eerste in België dat zo alomvattend is. Vaak zitten middenveldorganisaties namelijk op hun eigen eilandjes, nu werden de krachten gebundeld
Maar heeft de NAPAR-coalitie ook echt impact op wat de IMC zal beslissen? “Het feit dat we zo’n brede coalitie zijn heeft zeker een aantal deuren geopend. Sinds onze start in 2018 hebben we tussen de 50 en de 100 politieke gesprekken gevoerd", legt Kathleen Van Den Daele uit. "Ook het memorandum is het eerste in België dat zo alomvattend is. Vaak zitten middenveldorganisaties namelijk op hun eigen eilandjes, nu werden de krachten gebundeld. De deelname binnen het huidige proces houdt in dat we amendementen en aanvullingen op de teksten kunnen indienen, maar al onze input moet wel politiek worden afgetoetst. We zijn dus niet zeker van het resultaat. Er is veel goede wil, maar er liggen nog veel politieke gevoeligheden waar we ons zorgen over maken. De kans dat het plan weinig inhoud zal hebben is reëel, ook na het plan zal er verder gewerkt moeten worden.”
Negatieve beeldvorming rond moslims
Vanuit BOEH! laat Sarah El Massoudi weten dat ook zij die bezorgdheid delen. "De verboden op levensbeschouwelijke kentekens hangen nauw samen met het seksisme, racisme en de islamofobie in onze samenleving. De beleidsverklaring van staatssecretaris Schlitz benoemt die dingen gelukkig en ook de samenhang en de wisselwerking ertussen. Ze spreekt daarover klare taal en dat stemt ons als BOEH! hoopvol. Het is een verademing in vergelijking met de taal van haar voorgangers."
Wat betreft de beeldvorming rond moslims is België gevoelig voor invloeden van buitenaf. Wat er bijvoorbeeld momenteel gebeurt in Frankrijk baart ons hele grote zorgen
"Maar Schlitz is natuurlijk niet de enige die de knopen zal moeten doorhakken, ze zal rekening moeten houden met andere stemmen. Langs Vlaamse kant bijvoorbeeld, wil men de hoofddoekverboden zelfs nog verder uitbreiden en institutionaliseren, bijvoorbeeld door een verbod op te leggen voor Vlaamse ambtenaren en een algemeen verbod op te leggen in het provinciaal en gemeenschapsonderwijs. Daarom is onze inschatting dat die eisen weinig kans maken om in het plan terecht te komen."
"Het huidige klimaat en negatieve beeldvorming rond islam en moslims, zowel langs rechtse en linkse zijde, helpt daarbij niet. Bovendien is België ook gevoelig voor invloeden van buitenaf. Wat er bijvoorbeeld momenteel gebeurt in Frankrijk baart ons hele grote zorgen. We vrezen dat België diezelfde kant op zal gaan. Daarom blijft de NAPAR-coalitie en ander activisme rond islamofobie en het verbod op levensbeschouwelijke tekens heel belangrijk.”
Mathieu Charles van Kif Kif volgt op welke plannen er gemaakt worden rond cultuur, jeugd, sport en media. Hij ziet dat er veel goodwill is bij verschillende organisaties om uitsluitingsmechanismen aan te pakken, maar hij hoopt dat die goede bedoelingen ook echt omgezet worden in concreet beleid: “We zien dat er veel gepraat en geschreven wordt over inclusiviteit, maar de vertaalslag naar concrete actie mist vaak." Charles vreest dat die sensibiliseringsstrategie te weinig zoden aan de dijk zal zetten voor de slachtoffers van racisme. "De valkuil is om enkel in te zetten op sensibilisering. Want naar wie richt je je als je sensibiliseert over racisme, over het feit dat racisme bestaat? En wie valt daarbij weer uit de boot?.”
Politiegeweld wordt niet erkend
Eline Kindt, jurist bij de Liga voor de Mensenrechten, volgde de gesprekken met de administratie en politiediensten rond veiligheid op. Zullen de verhoogde sociale onrust naar aanleiding van corona en het groeiend aantal berichten over buitenproportioneel en dodelijk politiegeweld een antwoord krijgen in het actieplan? Eline merkt op dat politie en veiligheid bijzonder gevoelige thema’s blijven.
Ze is niet optimistisch over de aanpak van politiegeweld. “De eerste stap in het aanpakken van een probleem is erkennen dat het bestaat, en we zien dat dat niet gebeurt. We zien dat het probleem van etnisch profileren wel erkend wordt, en daar dus wel een aantal acties rond geformuleerd worden. Ook de werking van de politie zelf zal wel aangeraakt worden in het plan, maar echt fundamentele stappen worden daarin nog niet gezet. Wetenschappelijk onderzoek, monitoring en klachtenmechanismen worden naar voor geschoven, maar niet op een manier die echt een einde kan maken aan politiegeweld."
Politiegeweld wordt niet erkend en men blijft het heel moeilijk vinden om externe monitoring toe te laten. Tenzij er vanuit het politieke niveau ingegrepen wordt, zal dit plan geen verbetering brengen voor de slachtoffers
"De specifieke beleidsaanbevelingen daarrond, onder andere op basis van onderzoek door Kif Kif en de European Network Against Racism, werden niet weerhouden. Dat is jammer, want we wilden het gesprek voeren over de aanleidingen en interventies die leiden tot politiegeweld. In veel gevallen zijn dat geen zware criminele feiten, maar armoedeproblematieken of de handhaving van de coronamaatregelen. Moet de politie daar wel aan te pas komen, als we weten dat de gevolgen voor de slachtoffers zo ingrijpend of zelfs dodelijk kunnen zijn? Kan er niet nagedacht worden over alternatieven?"
"Op dit moment blijkt de tijd nog niet rijp om dat gesprek te voeren. We zien ook dat er weinig openingen gemaakt worden voor sociale partners om bijvoorbeeld mee te praten over welk soort wetenschappelijk onderzoek er nodig is. Onafhankelijk toezicht blijft moeilijk, en er gaat ook geen aandacht naar de slachtoffers van politiegeweld, voor wie geen enkele maatregel werd weerhouden in de finale teksten, net als de bescherming van het recht om de politie te filmen, waar men heel vaag over blijft. Conclusie: politiegeweld wordt niet erkend en men blijft het heel moeilijk vinden om externe monitoring toe te laten. Tenzij er vanuit het politieke niveau ingegrepen wordt zal dit plan geen verbetering brengen voor de slachtoffers."
Straffeloosheid bij racisme op de arbeidsmarkt
Mohamed El Majjoudi, projectcoördinator van het Team Arbeid van Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad, geeft aan dat ook de invoering van praktijktesten tegen racisme op de arbeidsmarkt zou moeten worden opgenomen in het actieplan: "Onderzoek toont aan dat de inzet van praktijktesten een van de belangrijkste middelen om racisme op de arbeidsmarkt aan te pakken. Om die te kunnen invoeren zijn er wettelijke kaders nodig. Het probleem is: het is een interfederaal actieplan dat wordt opgemaakt door vertegenwoordigers van de verschillende regeringen. Daardoor is het moeilijker om knopen door te hakken."
"Op het federaal niveau zien we dat er wel een opening is om de praktijktesten die mogelijk zijn gemaakt in 2018 door minister Peeters, te vereenvoudigen en te verbeteren. Iedereen weet dat die praktijktesten weliswaar mogelijk zijn gemaakt toen – inspecteurs mochten testen gaan doen op de arbeidsmarkt – maar die waren gekoppeld aan zoveel voorwaarden, dat de straffeloosheid in praktijk bleef bestaan. Daarom zal er in de toekomst nog maar een voorwaarde zijn: een schriftelijke toestemming vooraf van de arbeidsauditeur."
Onderzoek toont aan dat de inzet van praktijktesten een van de belangrijkste middelen om racisme op de arbeidsmarkt aan te pakken. Om die te kunnen invoeren zijn er wettelijke kaders nodig
"Op het Vlaams niveau blijft het beleid echt vastzitten in het verhaal van zelfregulering: sectoren zouden zelf discriminatie moeten aanpakken. Minister Crevits wil nu wel bepaalde praktijktesten gaan doen om discriminatie te meten, en een 'verbeterplan' op te stellen, maar wil daar geen sanctionering aan koppelen. Ook op lokaal niveau stellen we vast dat die praktijktesten vooral gebeuren in het kader van sensibilisering, en uitgaan van een academische invalshoek. Dit is niet gekoppeld aan enige juridische vervolging."
Het zal dus binnen de IMC moeilijk worden om knopen door te hakken over het specifieke beleid rond praktijktesten en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn. El Majjoudi vreest dat er gezocht zal worden naar compromissen die het belang van de slachtoffers schaden.
Afschaffing van de hoofddoekverboden
Sarah El Massaoudi van BOEH! legt een verband tussen haatspraak en de positie van vrouwen met een hoofddoek. "Er heerst een straffeloosheid bij heel veel vormen van haatspraak. Ook als het gaat over (aanzetten tot) haat tegen vrouwen met een hoofddoek. Men plaatst dat vaak onder het mom van islamkritiek: men is dan niet racistisch of islamofoob, men levert gewoon kritiek op een religie. Dat moet kunnen, maar vaak beschouwt men vrouwen met een hoofddoek daarbij als een veruitwendiging van de, en verantwoordt men op die manier haatspraak. We eisen op dat vlak dus een effectievere correctionalisering."
Ons pleidooi is: geen hoofddoekverboden, en als ze er dan toch zouden komen, een antidiscriminatietoets waarbij de legitimiteit en proportionaliteit van het verbod moeten worden aangetoond
"Daarnaast willen we dat het verbod op levensbeschouwelijke kentekens voor ambtenaren wordt afgeschaft, en meer nog: dat men ook als overheid een voorbeeldfunctie inneemt als werkgever. Men moet een stimulerende rol innemen ten aanzien van het bedrijfsleven om de verboden op te heffen. Ook in het onderwijs moet het verbod afgeschaft worden, voor leerlingen en leerkrachten."
"Op dit moment is het zelfs ook nog zo dat vrouwen met een hoofddoek soms worden geweigerd op rechtszittingen. De hoofddoek wordt dan gezien als 'gebrek aan respect voor de rechtbank'. Dat moet stoppen. Ons pleidooi is: geen hoofddoekverboden, en als ze er dan toch zouden komen, een antidiscriminatietoets waarbij de legitimiteit en proportionaliteit van het verbod moeten worden aangetoond."
"Wij geloven niet in een kledingcode om de neutraliteit van de overheid te waarborgen; men moet gaan naar een deontologische code waarbij burgers gelijk worden behandeld. Anders krijg je een valse invulling van neutraliteit waarbij iedereen die geen hoofddoek draagt de neutraliteit belichaamt en zij die dat wel doen, niet neutraal zouden zijn. Dat vertrekt vanuit een norm die heel veel mensen uitsluit."
Intersectionele aanpak
Nyamchama Okemwa legt tot slot nog uit dat de NAPAR-coalitie werkt vanuit een intersectioneel perspectief (ook wel 'kruispuntdenken' genoemd). "Bij NAPAR willen we discriminatie op alle vlakken streng aanpakken. Om ons werk goed te kunnen doen hebben we expertise en getuigenissen nodig van mensen die zelf gediscrimineerd worden", aldus Okemwa. "Juist de slachtoffers van racisme komen helaas nog te weinig aan het woord in het overleg over de aanpak ervan."
"We zijn ook zeer voorzichtig met de terminologie die we gebruiken in de onderhandelingen. We willen er bijvoorbeeld geen misverstand over laten bestaan dat we spreken over structureel racisme en dus niet enkel discriminatie. Dat probleem vergt ook een structurele aanpak. Er is voldoende bewustwording. Het middenveld heeft duidelijk de boodschap doorgegeven dat dit belangrijk is. Het is nu het moment om verder te gaan naar verandering van wetgeving. Zodat we wanneer we over 10 à 15 jaar terugblikken, kunnen zeggen: "ja, deze verandering is toen ingezet."
Het memorandum van de NAPAR-coalitie is hier te vinden.