In de jaren zestig arriveerden de eerste 11 Turken in Gent om het tekort aan werkkrachten in de textielindustrie op te vullen. Nadat deze pioniers de overstap van het Turkse platteland naar de Gentse textielindustrie waagden en hun levensstandaard zo hoopten te verbeteren, zouden nog vele landgenoten hun voorbeeld volgen in de volgende decennia. Vooral de plattelandsstreken, met name de streek van Emirdag, kenden een bijzondere aantrekkingskracht richting Gent. Ondertussen zijn de Turkse Gentenaars met duizenden, waardoor zij tegenwoordig één tiende van de Gentse bevolking deel uitmaken.
Bij aanvang kwamen voornamelijk mannen om te werken in de textielindustrie. In die sector waren er geen taal- en diplomavereisten. Al gauw misten deze mannen hun thuisland en hun gezin dat ze hadden achtergelaten. Oorsponkelijk zou er gewerkt worden, gespaard en teruggekeerd naar Turkije. Maar in de praktijk gebeurde dat zelden. Het geld dat zij verdienden, werd opgestuurd naar familie.
Naar hun normen verdienden de mannen veel geld en dit investeerden ze in betere levensomstandigheden in hun dorpen in Turkije waardoor er o.a. waterpompen, elektriciteit, … kwamen. Zo werden ter plaatse de levensomstandigheden gemoderniseerd en eenvoudiger gemaakt voor iedereen.
In Gent leefden de Turken in de beginperiode in gehuurde kamers die ze vaak deelden met andere arbeiders. Wanneer de Turkse arbeiders na enkele jaren hun gezin lieten overkomen, werden de kamers te klein en werd er gezocht naar betere woningen met meer privacy. Die vonden zij in de buitenwijken van de stad Gent. Het nadeel van die wijken waren de gezondheidsproblemen, lage scholingsgraad en papieren die niet in orde waren. Gelukkig waren er enkele mensen bereid om hen te helpen zoals dokters, kappers, … Zij beheersten zowel het Nederlands als het Turks en waren de manusjes-van-alles, die oplapten waar nodig in slechte omstandigheden.
In de jaren tachtig begon de crisis, dus vele Turkse arbeiders waren werkloos en moesten ander werk zoeken. Maar door de lage scholingsgraad en hun gebrek aan kennis van het Nederlands, was dat niet evident. Toen stak het racisme voor het eerst de kop op. Er kwamen meer zaken in de stad met bordjes waar mensen van Turkse origine niet toegelaten werden en ze mochten vaak niet meer binnen in cafés, discotheken, … waar Vlamingen wel welkom waren, terwijl dat eerder geen probleem was geweest.
Er kwam meer geweld tegen hen op straat. Dus de Turken richtten hun eigen gemeenschap op, hun eigen winkels, cafés, scholen en moskeeën. Dit werkte dan weer de apartheid in de hand. We zien vanaf dan de neiging van de Turkse gemeenschap om conversatiever te worden en de regels van de islam strikter na te leven dan voordien. Meer vrouwen begonnen de hoofddoek en traditionele kledij te dragen, er werd geen alcohol meer gedronken, halal voedsel is overal verkrijgbaar en elk gezin heeft een satelliet-tv met Turkse zenders.
Dit boek vertelt een boeiende geschiedenis over de Gentse Turken in alle facetten van het leven en hoe zij omgaan met een leven in een onbekende stad. Het liep niet altijd van een leien dakje, maar zij doen hun best om zich te integreren. Tot op de dag van vandaag zijn zij erg toegewezen op hun eigen gemeenschap, omdat zij zich daar beter in voelen. Het contact met Gentenaars van Vlaamse origine verloopt vaak nog stroef. Er is dan ook nog altijd sprake van discriminatie en racisme in verschillende sectoren, waardoor zij met tegenkantingen blijven te maken hebben. Ook al proberen zij hun leven met een mix van onze en hun cultuur in onze samenleving in te passen.
>>>
Turkije aan de Leie - 50 jaar migratie in Gent
Auteur: Tina de Gendt
Uiteverij: Lannoo
OVER HET BOEK
In 2014 is het precies 50 jaar geleden dat de eerste Turkse immigranten in Gent arriveerden om er in de leeggelopen textielfabrieken te gaan werken. Een verjaardag die niet onopgemerkt voorbij zal gaan.
Vandaag leven er zo'n 20.000 Turken in Gent. Bijna 1 op de 10 Gentenaars heeft Turkse roots.
Al die tijd bleef hun verhaal - een verhaal van toeristenarbeiders die zich vermomden als hippies in de jaren zeventig, van vollopende volkswijken, van pita en Mercedessen in de sociale woonwijk - onverteld. Tot nu.
OVER TINA DE GENDT
Tina De Gendt is historica en werkt als freelance journalist voor onder meer De Morgen. Ze is gids in Gent en samen met dr. Jozefien De Bock, die in het nawoord van het boek ook kort de niet-Turkse migratie in Gent schetst, curator van het STAM-project 'Blijven Plakken. Meer dan vijftig jaar migratie naar Gent'. Daarnaast is ze adviseur voor de tentoonstelling over arbeidsmigratie in het MIAT.