Dirk Geldof, Ocmw-raadslid en studiemedewerker voor Groen!, beschrijft nultolerantie als volgt: “Nooit toelaten dat mensen in gelijke situaties ongelijk worden behandeld.” Hij is er zich van bewust dat verdoken racisme niet enkel kan aangepakt worden met wetten, maar dat er ook een mentaliteitswijziging nodig is.
Debat 14 juli: 'De multicultuur is een feit, nu nog een antiracistisch beleid' - Verslag
Is discriminatie een onderwerp waar onze politici wakker van liggen? Wat denken ze van de bestaande taalachterstand in het onderwijs, de ongelijke kansen op de arbeidsmarkt en in de huisvestingssector? Op 14 juli kwamen Nahima Lanjri (CD&V), Dirk Geldof (Groen!), Piet De Bruyn (N-VA) en Wim Aerts (Jongerenafdeling Open VLD) hun partijstandpunten uit de doeken doen (Güler Turan, sp.a, was last-minute door autopech weerhouden). Een debat met veel interessante voorstellen, maar zal er in de praktijk gehoor aan worden gegeven?
Nultolerantie ten aanzien van racisme
“Een doortastend beleid gaat verder dan alleen het bestrijden van racisme en discriminatie,” vindt Nahima Lanjri. “Het is belangrijk om iedereen op een gelijke manier te laten participeren in onze samenleving. De overheid moet op zijn minst het goede voorbeeld geven. Ik heb een voorstel ingevoerd om meer mensen van allochtone origine te laten werken bij de stad. Aanvankelijk was dat aantal slechts 0,5%, nu zitten we op 7% en het streefdoel is 13%. Wanneer de overheid zelf haar personeelsbeleid meer divers maakt, kan ze dat ook aan het bedrijfsleven opleggen.”
Dirk Geldof, Ocmw-raadslid en studiemedewerker voor Groen!, beschrijft nultolerantie als volgt: “Nooit toelaten dat mensen in gelijke situaties ongelijk worden behandeld.” Hij is er zich van bewust dat verdoken racisme niet enkel kan aangepakt worden met wetten, maar dat er ook een mentaliteitswijziging nodig is. “Bij Groen! pleiten we steeds voor een positief discours over diversiteit. De samenleving moet haar verantwoordelijkheid durven opnemen, maar individuen ook. Als overheid moeten we durven werken met heel concrete streefcijfers op het gebied van tewerkstelling.”
“Vanaf het moment dat iemand zijn kansen worden bemoeilijkt, dan moet je ingrijpen,” meent Piet De Bruyn, senator voor N-VA en voormalig woordvoerder voor Minister van Arbeid Muyters. De N-VA heeft mee het woningbeleid bepaald en heeft gesprekken opgezet met de uitzendsector naar aanleiding van de recente gevallen van discriminatie.
De voorzitter van jong Open VLD, Wim Aerts, benadrukt dat liberalen de gelijkwaardigheid van elk individu centraal stellen. “Iedereen die daar afbreuk aan doet, discrimineert.” Volgens hem zouden we niet moeten spreken over de multiculturele samenleving, maar wel over de inter-individuele samenleving.
Taal als voorwaarde voor een woning?
“Taal is een belangrijk middel om te communiceren,” zegt Piet De Bruyn, “je vertrekt van het recht op een woning en koppelt daar iets aan, namelijk de bereidheid om Nederlands te leren. De wooncode is bedoeld voor bepaalde gemeentes die kwetsbaar zijn omwille van de vele sociale woningen.” De vertegenwoordiger van Groen!, Dirk Geldof, vindt die taalvereiste onverantwoord. “Iedereen moet uiteraard actief worden gestimuleerd om Nederlands te leren, maar het mag geen instrument worden om mensen uit te sluiten,” zegt Geldof. Volgens hem is het grondrecht op wonen een cruciaal recht. “Ondanks alle inspanningen slaagt de regering er niet in om het aanbod voor lessen Nederlands te laten gelijklopen met de grote vraag. Bovendien moeten mensen op een heel schoolse manier onze taal leren. Het zou beter zijn om innovatieve projecten een kans te geven, waarbij mensen op de werkvloer Nederlands leren.”
Nahima Lanjri merkt op dat het taalniveau dat wordt behaald via de huidige taallessen niet voldoet. Daarnaast vindt ze dat er meer moet worden geïnvesteerd in sociale huisvesting. “In Antwerpen zijn de wachtlijsten voor kleine appartementen geslonken, maar er is veel vraag naar ruime huizen voor kroostrijke families, “ zegt Lanjri. Volgens haar zijn er nieuwkomers die geen woord Nederlands spreken en zich perfect gedragen. Andere mensen spreken probleemloos onze taal, maar verwaarlozen onze woonregels zoals afspraken rond afval. Kennis van de taal leidt niet vanzelfsprekend naar harmonie.
De arbeidsmarkt in slecht daglicht
“Niemand kan omheen de recente onthullingen over discriminatie in de uitzendsector,” zegt Piet De Bruyn. “De vraag is nu: wie moet er tegen optreden? De overheid en de sector moeten samenwerken. De sector heeft begrepen dat een nieuw memorandum niet volstaat. Uit onderzoek blijkt dat 28% van de kantoren nog steeds blijkt in te gaan op discriminerende vragen. De interim-kantoren afkeuren is niet goed, want ze zorgen er wel voor dat veel allochtonen een baan vinden. Interim-werk is een goede springplank naar een vaste job. De minister van Arbeid kan wel tijdelijk een vergunning beperken als er beschuldigingen zijn tegen een kantoor.”
Op de vraag of bindende quota’s meer effect zouden hebben, reageert de vertegenwoordiger van Open VLD negatief. “Persoonlijk ben ik wel een voorstander van anonieme sollicitaties,” zegt Wim Aerts. “Aanbestedingen die de overheid doet via contracten, daar kan men wel voorwaarden aan stellen. De overheid zou bedrijven streefcijfers kunnen opleggen die ze ook voor zichzelf bepaalt.”
Volgens Nahima Lanjri moet er worden gewerkt aan een concrete mentaliteitswijzing. “Om als statutaire een openbare ambt te beoefenen, moet je de Belgische nationaliteit hebben. Voor een functie aan de onthaalbalie van een gemeente is dit volgens mij geen must,” aldus Lanjri. “Ik pleit voor slimme streefcijfers in plaats van quota. Daarnaast ben ik voorstander van een sociale-economische monitoring om na te gaan in welke sectoren er problemen zijn.”
“Quota kunnen stigmatiseren, maar we moeten voorbij de vrijblijvendheid van vandaag,” vindt Dirk Geldof. “Al 10 jaar leurt de Vlaamse regering met diversiteitsplannen. Ieder jaar worden er nieuwe convenanten afgesloten. Volgens mij zit het probleem vooral in de privésector. In Frankrijk moet ieder bedrijf een diversiteitspact sluiten, waarmee ook oudere werknemers beter worden beschermd. Dat voorbeeld zouden we in België misschien kunnen volgen.”
Onderwijs als fundamentele bouwsteen
De politici vinden goed onderwijs een topprioriteit om achterstelling in de maatschappij tegen te gaan. In België is amper 1% van de leerkrachten van etnisch-culturele minderheden. Ook een betere sociale mix zou de leerlingen kunnen helpen.
Wim Aerts stelt voor om het kleuteronderwijs verplicht te maken voor kinderen vanaf 3 jaar. Daarnaast beklemtoont hij dat ouders meer moeten worden betrokken bij de school. Piet De Bruyn van N-VA pleit vooral voor meer focus op taal. “Op een zo jong mogelijk leeftijd moeten we de taalbarrière opheffen,” zegt hij. “Voorts moet het onderwijzend personeel een betere weerspiegeling zijn van de maatschappij.”
Groen!-vertegenwoordiger Dirk Geldof suggereert dat kleinere kleuterklassen – zeker in stedelijke context – ook zouden helpen. Op die manier kunnen leerkrachten beter inspelen op de kwaliteiten van kinderen. De regering moet volgens hem ook investeren in het deeltijds onderwijs, omdat veel allochtone jongeren die hun studies voortijdig stoppen nadien daar terecht komen. Nahima Lanjri is een voorstander van een gezonde mix in scholen. Bovendien vindt ze dat leraars moeten blijven inzetten op ouderemancipatie, want onder meer door gezinshereniging komen er steeds nieuwe generaties ouders bij onze scholen aankloppen.