In plaats van een inhoudelijk discussie te voeren en te zoeken naar sociale, politieke en historische verklaringen voor de verschillende interpretaties over tradities die aanwezig zijn in onze samenleving, wordt iedere aantijging over een mogelijk aanstootgevend karakter van deze tradities gebagatelliseerd
Ik las in verschillende artikels dat het deelnemen van onze minister van buitenlandse zaken Didier Reynders aan ‘les noirauds’ – een traditie waarbij mensen zich verkleden en schminken als ‘Afrikaanse edelman’ om geld in te zamelen voor goede doelen - in Brussel opnieuw een zwartepietendiscussie zou aanzwengelen. Dit zou best mogelijk zijn alleen vrees ik dat deze discussie alweer in de kiem gesmoord zal worden omdat de minister, in zijn vertrouwde hautaine en zelfingenomen stijl, iedere vorm van kritische zelfreflectie en inhoudelijke gedachtewisseling pareert. Bovendien lijkt het erop dat mensen die deze traditie in vraag stellen, er niet veel van zouden begrijpen omdat het in de eerste plaats een sympathiek initiatief zou zijn, aldus de Stad Brussel op hun website over ‘les noirauds’. Sympathiek of niet, het pareren van kritiek door Reynders alsook door de Stad Brussel is nefast om te kunnen beseffen waarom sommige gemeenschappen zich geschoffeerd voelen door bepaalde tradities en gebruiken. Nochtans is het belangrijk voor een samenleving om af en toe tradities in twijfel te trekken en hierover een dialoog aan te gaan, willen we onze diverse en pluralistische samenleving werkbaar houden en komen tot een leefbaar compromis.
‘Les noirauds’ is een folkloristische traditie die dateert uit 1876 en waarbij de bourgeoisie zich verkleedt als ‘zwarte’ notabelen zodat ze onherkenbaar geld kunnen inzamelen in de betere horeca-zaken. Deze traditie heeft haar oorsprong in een periode waar Afrikaanse landen en haar inwoners werden veroverd en verknecht. Ik twijfel geen moment aan de intrinsiek goede bedoelingen van de organisatie, alleen stel ik me bedenkingen bij de vormelijke veruitwendiging van deze folklore. Deze bedenkingen worden ook gesteld door onder andere onze buurlanden – het is een Franse journalist die de kat de bel aanbond – en door verschillende non-profit organisaties zoals het Minderhedenforum en Human Right Watch.
Wat me vooral stoort in het hele verhaal rond zwarte piet en ‘les Noirauds’ is dat er in België amper sprake is van een grondig debat tussen voor- en tegenstanders. In plaats van een inhoudelijk discussie te voeren en te zoeken naar sociale, politieke en historische verklaringen voor de verschillende interpretaties over tradities die aanwezig zijn in onze samenleving, wordt iedere aantijging over een mogelijk aanstootgevend karakter van deze tradities gebagatelliseerd. Het debat wordt steevast in de kiem gesmoord door te argumenteren dat het om een onschuldig kinderfeest of liefdadigheidsactie gaat en er dus niets aanstootgevend kan zijn aan het vormelijke karakter ervan.
Ook de Stad Brussel lijkt iedere vraag of bedenking ten aanzien van ‘les noirauds’ van zich af te ketsen door op hun website met betrekking tot de uitleg over ‘les noirauds’ af te sluiten met: “Een sympathiek initiatief dat een woordje uitleg verdient omdat het anders misschien een beetje verkeerd begrepen wordt!". Het hele probleem wordt treffend verwoord in een tweet van enkele dagen geleden door the economist-journalist Stanley Pigal: "De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders verkleedt zich als 'Blackface', maar dat is okay, want het is voor liefdadigheid".
Laten we met z’n allen een klimaat creëren waarin het wél mogelijk is om zich vragen te stellen bij huidige tradities en folklore zonder de ganse traditie eenzijdig af te breken en/of eenzijdig goed te praten. En laat ons ook een klimaat creëren waarin er zonder taboes over ons koloniaal verleden en de effecten hiervan op onze huidige samenleving kan gepraat worden. Ik denk dat dit laatste noodzakelijk is, als men de bestaande gevoeligheden met betrekking tot de figuur van ‘zwarte piet’ en ‘les noirauds’ beter wil begrijpen.