Ik ben in Gent geboren als zoon van Turkse gastarbeiders. In mijn lagere school zagen de kindjes mij als Resul, de jongen met het grappige Gentse accent uit de volkse wijk Patershol. Vandaag word ik aangekondigd als allochtone schepen in Gent, afkomstig uit Allochtonië. Ik voel me echter niet als schepen van de allochtonen, noch van de autochtonen. Ik ben schepen van alle Gentenaars. Wat kinderen doen, moeten volwassenen ook kunnen. Stoppen met te denken in steriele wij-zij termen, want woorden veranderen ook de dingen rondom ons, en mensen afrekenen op wat ze zeggen en doen. In Gent willen we een dergelijk beleid voeren gericht op een Gents burgerschap. De basis daarvan ligt in de Gentse wijken.
Ons vertrekpunt is dat iedereen aanwezig op het Gentse grondgebied deel uitmaakt van de Gentse gemeenschap. We passen voor een maatschappij waarbij de verschillende gemeenschappen eerder naast dan mét elkaar leven. Iedereen is Gent. We streven naar een Gents burgerschap waarbij iedereen naar zijn vermogen bijdraagt tot de stad. Speerpunten in dit beleid zijn anti-discriminatie, sociaaleconomische emancipatie en participatie. Lees het Gentse bestuursakkoord voor de komende legislatuur en je vindt duidelijk deze drie accenten terug. Vanuit deze inclusieve stadsvisie is het een logische stap om niet langer te spreken van ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’.
Laten we met anti-discriminatie beginnen. Discriminatie vloeit voort uit groepen mensen te beschouwen als ‘de andere’ en daar een rangorde in aan te brengen. Allochtoon versus autochtoon veroorzaakt zo’n ongelijke verhouding. In een stad als Gent is er een toenemende diversiteit en dus veel potentieel om te ‘discrimineren’. Het komt er dus op aan om deze groepsgrenzen ook te overstijgen met een gedeelde noemer. In ons beleid schuiven we hiervoor het Gentse burgerschap naar voren. In plaats van te polariseren, willen we met ons beleid verbinden. De ‘andere’ wordt vervangen door ‘ons’.
Voor de sociaaleconomische emancipatie moeten we een adequaat doelgroepenbeleid voeren. Met een containerbegrip als ‘allochtoon’ is dit onmogelijk. We kunnen de maatschappelijke positie van tweede generatie middenklasse Turken toch onmogelijk vergelijken met deze van gedetacheerde Poolse arbeidsmigranten of van Bulgaarse Roma? De maatschappij is diverser geworden alsook de diversiteit binnen bepaalde groepen, en onze beleidstermen moeten mee evolueren. Afhankelijk van het thema spreken we van Gentse moslims, laaggeschoolde werkzoekenden, Bulgaarse Roma of Turkse zelfstandigen.
De participatie ten slotte is gericht op meer samen-leven. In Gent leven we met meer dan 160 nationaliteiten samen op een beperkte ruimte. Dat samenleven loopt zeker niet altijd van een leien dakje. Er zijn problemen en deze moeten aangepakt worden. Door een actief participatiebeleid in de scholen, in de wijken en in het middenveld proberen we tegemoet te komen aan de uitdagingen van de complexe samenleving in een tijd van migratie via concrete samenlevingsexperimenten waaruit nieuwe banden en andere vormen van solidair gedrag kunnen groeien. Denk hierbij aan buurtgerichte sport- en ontspanningsactiviteiten, stadsmoestuintjes, Wijk Aan Zet-initiatieven … Deze initiatieven nodigen mensen uit om ‘uit hun kot’ te komen en bij te dragen aan het Gentse burgerschap.
Dat is ons Gentse verhaal dat we samen met het middenveld en de academische wereld schrijven. En in dat verhaal is het dus tijd om de woorden ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ op te bergen. En de overheid moet het goede voorbeeld geven. Daarom, mijn naam is Resul en ik ben schepen van Welzijn, Gelijke Kansen, Gezondheid en Sport, schepen van de Gentenaars.
Knack online 16.02.2013: http://www.knack.be/opinie/columns/resul-tapmaz/resul-tapmaz-waarom-ik-g...