Mijn favoriete zanger is David Bowie, zijn muziek heeft mij altijd geraakt. Wanneer ik me slecht voel, zet ik zijn muziek op en voel ik me stukken beter. Wat ik ook zo geweldig aan hem vind, is dat hij opkwam voor kwetsbare doelgroepen, zoals in 1983 tijdens een interview met MTV. Hij vond dat de zender te weinig zwarte artiesten aan bod liet komen. Daarop antwoordde de interviewer dat zwarte artiesten niet herkenbaar genoeg zijn voor witte mensen. Hierop reageerde Bowie dat een zwarte muzikant wel herkenbaar is voor zwarte personen en dat die laatsten ook deel uitmaken van de maatschappij.
Dit interview is me altijd bijgebleven en herinnert me eraan hoe belangrijk representatie is voor iedereen. Vandaag zien we steeds meer diversiteit in de media, zoals queer personen, vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, mensen van kleur, enz. Wat me opvalt, is dat mensen met een beperking beduidend minder aan bod komen. Indien ze wel gerepresenteerd worden, krijgen ze te maken met eenzijdige beeldvorming.
In 2022 schreef William Boeva een open brief aan de Vlaamse media waarin hij zijn beklag deed over de beeldvorming van mensen met een beperking op televisie. Hij legde bij De Tafel van Vier uit dat feelgood programma’s zoals Down the Road en Out of Office wel mogen bestaan, maar dat dit soort programma’s inclusie niet bevordert. Volgens hem dragen deze formats enkel bij tot de stereotypen die al bestaan over mensen met een beperking, namelijk dat ze als schattige ‘knuffelberen’ worden gezien of als bron van inspiratie. De open brief van William Boeva maakte veel los op sociale media en in de kranten. Zo interviewde De Standaard verschillende mensen met een beperking. In mijn ogen is het in deze discussies inderdaad belangrijker om mensen met een beperking zelf aan het woord te laten. Zij maakten verschillende argumenten en stelden allerlei zaken in vraag die ook al lang in mijn hoofd rondspoken. Waarom zouden er bijvoorbeeld niet meer mensen met een beperking op tv kunnen komen waarbij de focus niet (enkel) op hun beperking ligt? En waarom zouden mensen met een beperking altijd in aparte programma’s moeten verschijnen en niet in reguliere programma’s
Uit de diversiteitsmonitor van de VRT zelf (2021) blijkt dat de zender slechts 1,9% mensen met een beperking in prime time toont, en dat terwijl naar schatting 16% tot 24% van de bevolking een (on)zichtbare beperking heeft.
Er is dus duidelijk nog een lange weg te gaan als het gaat om de inclusie van mensen met een beperking op televisie. Uit de diversiteitsmonitor van de VRT zelf (2021) blijkt dat de zender slechts 1,9% mensen met een beperking in prime time toont, en dat terwijl naar schatting 16% tot 24% van de bevolking een (on)zichtbare beperking heeft. Indien ze wel in beeld komen, gaat het enkel over hun beperking en minder over de andere aspecten van hun leven, zoals werk, hobby’s, liefde, vriendschap, familie, dromen, enz.
Er bestaan heel wat schadelijke stereotypen over mensen met een beperking, ik wil graag de drie meest voorkomende uitlichten. Om te beginnen worden mensen met een beperking vaak voorgesteld als afhankelijk en zielig, mensen waarmee we medelijden moeten hebben. Ze herinneren ons eraan dat ons leven erger had kunnen zijn en dat we ons gelukkig mogen prijzen dat wij geen beperking hebben. Dit is een schadelijke voorstelling omdat niet elke persoon met een handicap zijn beperking als een probleem ziet. Dit leidt tot overbescherming en een betuttelende houding. Een voorbeeld hiervan is het programma Gewoon buitengewoon op de VRT. De leerlingen die een beperking hebben, worden neergezet als kinderen om medelijden mee te hebben. De emotionele muziek versterkt deze beeldvorming alleen maar, en in het programma staat vooral de beperking van de leerlingen centraal.
Een tweede stereotypering is het neerzetten van personen met een beperking als ‘inspirerend’. Ook dit is een schadelijke benadering omdat deze mensen, zonder dat ze het willen, gezien worden als een rolmodel. Vanzelfsprekende dingen die ze doen, worden gezien als uitzonderlijk. Dit gebeurt ook wanneer mensen met een beperking een talent hebben. Dat wordt dan als fenomenaal en uitzonderlijk beschouwd. Hun verhalen zijn bedoeld als inspiratiebronnen voor de personen zonder beperking: als zij dit kunnen, dan moet de ‘gewone’ mens dit ook kunnen. Ook William Boeva verwijst in zijn open brief naar de schadelijkheid van deze beeldvorming.
Er heerst nog altijd een stereotype dat mensen met een beperking geen nood hebben aan een relatie. Dit klopt echter niet altijd. Het is voor hen wel lastiger om een relatie aan te gaan, omdat ze vaak t als onaantrekkelijk worden gezien doordat ze niet zouden voldoen aan het schoonheidsideaal dat ook door de media wordt gecreëerd.
Een derde stereotype is het voorstellen van de persoon met een beperking als kinderlijk, aseksueel of onaantrekkelijk. Ze worden vaak behandeld als ‘schattige kinderen’, zelfs wanneer ze volwassen zijn. Dit komt vooral voor bij mensen met het syndroom van Down of autisme. Dit is zeer problematisch omdat ze niet als volwaardige mensen worden gezien. Dit leidt ertoe dat de mensen om hen heen de beslissingen voor hen nemen, en ze geen zeggenschap meer hebben over hoe ze hun leven leiden. Dit is een inbreuk op hun zelfstandigheid en autonomie en het kan ertoe leiden dat men hen gaat zien als aseksueel.
Er heerst nog altijd een stereotype dat mensen met een beperking geen nood hebben aan een relatie. Dit klopt echter niet altijd. Het is voor hen wel lastiger om een relatie aan te gaan, omdat ze vaak t als onaantrekkelijk worden gezien doordat ze niet zouden voldoen aan het schoonheidsideaal dat ook door de media wordt gecreëerd. Een programma als Cupido Ofzo, een datingprogramma waarin BV’s mensen met een beperking aan een lief willen helpen, is echter niet het juiste antwoord. Het is betuttelend en werkt isolatie in de hand.
Mensen met een beperking leven gesegregeerd. Ze moeten naar een aparte school, apart reizen, apart werken, apart wonen, enz. Zelfs wanneer ze de tv aanzetten, zijn er aparte programma’s gemaakt voor hen maar vooral over hen. De boodschap is: ze horen er niet bij. Zoals William Boeva aangaf, wil een persoon met een beperking niet gezien worden als een knuffelbeer of een bron van inspiratie, maar als een ‘normale’ burger. Ze willen deelnemen aan de maatschappij. We kunnen beginnen met correcte beeldvorming van mensen met een beperking, zonder stereotypen. Ze moeten kunnen deelnemen aan dezelfde programma’s als mensen zonder beperking en niet opdraven in aparte programma’s. Ook zij verdienen een hoofdrol in een film of serie waarin hun beperking niet centraal staat.
Daarnaast moet ook het percentage van mensen met een beperking op tv aanzienlijk stijgen. Niet naar de beoogde 2 procent die de VRT aangeeft voor 2025, maar naar 16% tot 24%, het geschatte aantal mensen met een beperking. Wie vindt dat dit te veel gevraagd is, heb ik een gelijkaardig antwoord als David Bowie: een persoon met een beperking op tv is misschien niet herkenbaar voor mensen zonder beperking, maar voor mensen met een beperking juist wel En zij maken toch ook deel uit van de maatschappij? Er zullen altijd tegenstanders zijn, maar ik geloof dat het normaal zal worden om meer mensen met een beperking op het scherm te zien. En daarom is inclusie een recht dat nagestreefd moet worden.
Over de auteur:
Majda Balhagi is een studente, boekenwurm, schrijfster en wereldverbeteraar. Ze heeft een grote interesse in maatschappelijke thema's. Haar kritisch denkvermogen en overgevoeligheid vloeien mooi samen in haar teksten.