Kristof Pirijns verwelkomt me in zijn kantoor in de Grotehondstraat te Antwerpen. Een innemende man, de ondernemingszin straalt van zijn gezicht. Kristof is ‘projectmanager Afrika’ van de groep en runt 3 bedrijven in Congo: SOFOCO en SOBICO gevestigd te Kinshasa en SOPLANCO te Mikwi.
Hoe het allemaal begon...
Mijn schoonvader Rik Herbots investeerde gedurende zijn leven in het overnemen van bedrijven die in moeilijkheden waren om ze weer ‘gezond’ te maken. Toen hij 60 jaar werd, kwam hij in contact met de vader van de beste vriend van zijn zoon, meneer Naweji, een Congolees. Deze man werkte toen op het ministerie van Plan in Congo. Toen Naweji zag hoe Rik Herbots bedrijven overnam en ze daarna opnieuw rendabel maakte, droomde hij hardop: ‘Echte ondernemers hebben we nodig in Congo, mensen met ervaring die niet bang zijn om bestaande problemen aan te pakken en oplossingen te zoeken’. Na een periode van investeringen in Europa, vond Herbots het tijd voor een nieuwe periode in zijn leven. Dit was de kiem waaruit Sofoco ontsproot.
Toen Herbots de beslissing genomen had om te investeren in Congo besloot de groep om te investeren in de lokale bevolking om zo een verschil te kunnen maken op lange termijn. Eerst moet je aan jezelf denken, aan het bedrijf gezond te houden, zodat je daarna kan investeren in anderen. We willen investeren zodat we rendabel kunnen zijn op sociaal, ecologisch en economisch vlak, de drie pijlers tot welzijn volgens Kristof. Het sociale uit zich in producten uit Congo te investeren in Congo, geen ex-en import. Ten tweede staan wij voor ecologisch engagement, ons bedrijf gaat bijvoorbeeld niet een deel van het regenwoud omkappen om te investeren in sociaal en economisch welzijn, dit omhelst ook onze lange termijn visie. Als laatste willen we ons inzetten voor economisch verantwoord ondernemen, d.w.z een marge creëren zodat het project continuiteit kan bieden.
SOFOCO (Société de Forage du Congo) werd opgericht in 2007. Het bedrijf zag dat drinkbaar water, vaak niet voorhanden was voor de bevolking van het land, een basisbehoefte waar niet aan kon worden voldaan. Daarom koos SOFOCO ervoor zijn eerste stappen te zetten in deze piste. Dit omdat water, leven betekent, glimlacht Kristof. Het is ons objectief om te investeren in de basis om daarna ook aan andere levensbehoeften te kunnen voldoen. Het werkt een beetje zoals de piramide van Maslow, legt de projectmanager uit. Sofoco boort waterputten waaruit de lokale bevolking water kan halen. Dit water wordt verdeeld door een geautomatiseerd mini-water netwerk dat werkt op basis van zonne-energie. De mensen betalen door een sleutel met microchip waarop zij geld kunnen opladen. Vijfhonderd liter drinkbaar water wordt geleverd aan de prijs van 1 fles lokaal bier.
Vrouwen zien deze sleutel hier echt als hun spaarboekje, deelt Kristof me mee. Er wordt ook iemand verantwoordelijk gesteld om het waternetwerk te onderhouden, maar hij moet dit niet gratis doen, de persoon krijgt een percentage van de waterafname. Omdat het systeem op zonne-energie werkt zal het systeem beter werken als de persoon dit goed onderhoudt. Hoe beter het onderhoud van het systeem, hoe meer waterafname door de bevolking, hoe meer de onderhoudsman ook verdient. En zo is de cirkel rond, lacht Kristof, ieder heeft een aandeel en belang in al onze projecten. Wij maken een klein winstpercentage waardoor we de projecten verder kunnen zetten, het land wordt er beter van en de bevolking kan beter in hun levensbehoeften en onderhoud voorzien. We moedigen ook mensen aan en activerenhen door ze op hun eigen verantwoordelijkheden aan te spreken. Op een dag hoop ik dat we niet meer nodig zijn op dat niveau en op een ander level kunnen samenwerken. Na het ontwikkelen en uitvoerig testen van de prepaid waterfonteinen willen we deze ook commercialiseren zodat ook andere provincies en landen hiervan gebruik kunnen maken. Dit project heeft dus een groter doel.
Tijdens ons verblijf in Congo, zagen we een probleem. Tachtig procent van de energie in Congo bestaat uit houtskool, de Congolese bevolking gebruikt houtskool dagelijks als energiebron om te koken. Dit hout komt van het tropisch regenwoud dat al sterk ontbost is. Dit impliceert dat bomen, fauna en flora, maar ook de economie op lange termijn zullen verdwijnen. De gegevens van de Wereldbank vertellen ons dat 35.000 hectare bomen per jaar gekapt worden, enkel om de bevolking in en rond Kinshasa te voorzien in houtskool. We wilden een concept bedenken dat de ontbossing tegengaat en de omgeving niet vervuilt door CO2-gassen en toch als eindproduct houtskool produceerde. We vonden zo’n concept in Kentucky, dit systeem zijn verbrandingsovens die werken met de recuperatie van houtgassen. Als houtskool ambachtelijk gemaakt wordt , is er 10 tot 15 kilo hout nodig om 1 kilo van het product over te hebben. Met onze ovens wordt 3 kilo hout omgezet naar 1 kilo houtskool. Ook bedachten we een systeem waarbij de bomen in een cirkel geplant worden, elk jaar wordt er één spies van de cirkel gekapt en nadien weer aangeplant. Zo kan het project blijven verderbestaan. Zo is SOBICO (Société de Biomasse du Congo) ontstaan.
Een probleem verplicht je altijd om na te denken, vertelt Kristof. Zo zijn onze projecten ontstaan. Ik zeg niet dat er daarna geen problemen meer op onze weg zijn gekomen, maar je moet toch altijd verder en denken aan het resultaat. Elke dag heb ik wel zorgen over een bepaald probleem, klein of groot, maar als ik dan denk aan onze resultaten kan mijn dag niet meer stuk. En zo is ook het leven, je mag jezelf niet afhankelijk maken van zaken die niet lukken, je moet kracht halen vanuit de zaken die wel gaan en vooral jezelf, projecten en de mensen ‘empoweren’. Als je project zelf sterk genoeg is en je onafhankelijk kan werken in samenwerking met anderen dan slaag je. Dit willen wij door onze projecten ook de mensen een stukje bijbrengen ‘Ondanks alle moeilijkheden, neem je leven zelf in handen!’
Dit werd ook werkelijkheid in ons derde project SOPLANCO (Société des plantations au Congo). We hebben een plantage van palmvruchten her-opgestart in de provincie Bandundu te Mikwi. Ook kopen we palmvruchten bij de lokale bevolking. Zij kiezen zelf of ze wel of niet, weinig of veel kilo’s kappen en worden dan betaald voor hun arbeid. Van deze vruchten maken we dan palmolie. Deze olie wordt doorverkocht aan fabrieken die er daarna zeep van maken. Door herhalende problemen bij onze afnemers besloten we om zelf zeep te maken van onze olie. Door de toevoeging van aloë vera uit onze plantage werken we een basisproduct af tot het uiteindelijke verkoopresultaat.
Zo maken we van elk probleem een opportuniteit of dat proberen we toch. Het is misschien een cliché, maar Congo is een land van duizend en één dromen en kansen. Je moet je niet laten tegenhouden door het negatieve, alles is nog mogelijk.
Als ik Kristof vraag wat zijn grote ideaal nog is voor de toekomst zegt hij: ‘Nu zijn we een druppel op een hete plaat, maar als ik echt mag dromen, droom ik dat de Wereldbank of andere internationale instellingen dit soort concepten van duurzaamheid en sociale economie kopieert en oppikt als een andere vorm van ‘ontwikkelingshulp’. Om de wereld te verrijken met sociaal engagement , duurzaamheid en ecologisch ondernemen. Zodat iedereen er beter van wordt!’
Laat je inspireren en bezoek de website of contacteer!:
Kristof Pirijns
Grotehondstraat 44
2018 Antwerpen
België
Europa: +32 491 566 499
DR Congo: +243 974 571 881
Email: k.pirijns@ sofoco.com – www.sofoco.com