"Allochtone jeugdwerkingen worden te vaak beschouwd als onvolwaardig jeugdwerk, als contraproductief en segregerend, terwijl het net andersom is. Doordat ze vaak niet gelijkgeschakeld worden met andere jeugdwerkorganisaties, genieten zij ook niet dezelfde voordelen."
De voorbije weken berichtten media over de mogelijke noodzaak van een allochtone jeugdbeweging. Bij het Platform Allochtone Jeugdwerkingen (PAJ) kwam dat vreemd over.
“Het allochtone jeugdwerk in Vlaanderen wordt te vaak over het hoofd gezien”, vindt coördinator Najim Einauan. Het PAJ is een autonome koepel van zelforganisaties van allochtone jongeren en hun werkingen. Binnen adviesorganen en -raden treedt het op als belangenbehartiger en woordvoerder van allochtone jeugdwerkingen. Zo ook binnen de Vlaamse Jeugdraad. Het platform bestaat sinds 1999.
“Enkele jaren geleden zetten we de stap van regionaal naar landelijk niveau. Intussen telt het PAJ ruim zeventig afdelingen”, vertelt Einauan.
“De chiro of een andere gelijkaardige jeugdwerkkoepel van bovenuit een allochtone afdeling laten oprichten, terwijl er al een koepel bestaat met verschillende allochtone jongerenwerkingen, lijkt ons vreemd”, zegt Youssef Aouriaghel, vrijwilliger bij het PAJ. “Waarom iets trachten uit te vinden wat al bestaat?”, vraagt hij zich af.
Erkenning
Einauan en Aouriaghel willen wel een grotere erkenning van hun platform en de daaraan verbonden jeugdwerkingen. “Wij vragen alle overheden, lokaal en regionaal, om allochtone jeugdwerkingen naar behoren te erkennen. Wij vragen hen ook in te zetten op de deskundigheid van de vele allochtone jeugdwerkingen in Vlaanderen”, zegt Einauan.
“Allochtone jeugdwerkingen worden te vaak beschouwd als onvolwaardig jeugdwerk, als contraproductief en segregerend, terwijl het net andersom is. Doordat ze vaak niet gelijkgeschakeld worden met andere jeugdwerkorganisaties, genieten zij ook niet dezelfde voordelen.”
Volgens Einauan blijkt onder meer uit de berichtgeving dat het allochtone jeugdwerk als onvolwaardig beschouwd wordt. “Het PAJ wordt te vaak over het hoofd gezien. Een voorbeeld hiervan is de mediastorm van de afgelopen weken, waarbij men het allochtone jeugdwerk enkel vermeldde als een hypothetisch gegeven.”
Aouriaghel vult hem aan: “De media brachten een eenzijdig verhaal. De traditionele jeugdbewegingen kregen de gelegenheid om hun opinie en visie naar voren te brengen, maar er kwam niemand van de allochtone jongerenverenigingen aan bod. Hierdoor leek het alsof allochtoon jeugdwerk niet eens bestaat.”
Niet allemaal moslims
Dat het VRT-programma De Zevende Dag iemand van de moslimexecutieve aan het woord liet, vindt Aouriaghel onbegrijpelijk. “Als media een vertegenwoordiger van een religieuze organisatie vragen, geven ze indirect een religieuze connotatie aan het debat. Het woord allochtoon wordt ineens synoniem voor moslim.” “Men mag niet vergeten dat Vlaanderen zeer divers is”, gaat Aouriaghel verder.
Zo telde de stad Antwerpen in 2007 al 164 nationaliteiten. “Dat zijn niet allemaal moslims. Ook de allochtone niet-moslims worden te weinig bereikt, net zoals autochtone jongeren uit het beroepsonderwijs overigens.”
Eigen methode Of de traditionele jeugdbeweging zich moet aanpassen?
Einauan: “De jeugdbeweging is afgestemd op een specifieke doelgroep met specifieke voorkeuren, behoeften en interesses. Als je daar ineens een andere groep ook naartoe wilt krijgen, moet je ook met hun noden en behoeften rekening houden. Men zou beter daarop inzetten in plaats van de moskeeën te vragen om ouders op te roepen hun kinderen naar de scouts of chiro te sturen.”
Deelname aan jeugdbewegingen moet volgens Einauan vrijwillig blijven: “Ouders of anderen hoeven dit helemaal niet op te leggen.” Om allochtone jongeren in contact te brengen met hun autochtone leeftijdsgenoten heeft het PAJ een eigen methode. Zo publiceerde StampMedia vorig jaar een verslag van een buitenspeeldag voor jongeren die het PAJ samen met KSJ Antwerpen-Brabant organiseerde.
Geen afrekening
De conclusies van het rapport waarmee de media-aandacht begon, zijn volgens Einauan geen afrekening met de traditionele jeugdbewegingen. “Het is geen of-of-, maar een en-enverhaal. Het Vlaamse jeugdwerk is een huis met vele kamers. Naast de traditionele jeugdbewegingen bestaat er onder andere stedelijk jeugdwerk. Het is een goede zaak dat jongeren kunnen kiezen uit een ruim en breed aanbod. Wij zien de conclusies van het rapport als een gelegenheid om bij te sturen wat historisch scheef is gegroeid.”
© 2012 – StampMedia – Hasna Ankal