Het debat lijkt ontaard te zijn in een soort van dovemansgesprek waarbij men steeds in dezelfde argumenten hervalt, en waarbij men over de hoofden van mensen heen praat.
Op 24 april 2013 lichtte Maryam H’madoun van BOEH! samen met Mehmet Saygin van de vzw Justice and Democracy (J&D) en advocaat Joos Roets tijdens een persconferentie in het Borgerhout hun nieuwe actieplannen toe. Gesteund door enkele leerlingen en maar liefst 24 belangen- en middenveldorganisaties, waaronder het Minderhedenforum, Kif Kif, ella en Het Vrouwen Overleg Komitee, heeft BOEH! na talloze pogingen tot het aangaan van een constructieve dialoog met het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs ( GO!), besloten om een verzoekschrift in te dienen bij de Raad van State. Justice and Democracy treedt hierbij op als de verzoekende partij. Met deze juridische stappen hoopt dit platform van organisaties een einde te maken aan het discriminerende verbod op levensbeschouwelijke tekens voor leerlingen in het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs.
In 2009 vocht BOEH! onder naam van een leerlinge al een eerste maal dit verbod aan, en hoewel het verbod vervolgens in maart 2010 geschorst werd door de Raad van State in afwachting van een beslissing van het Grondwettelijk Hof, kwam de Raad van State in juli 2012 op zijn beslissing terug. De belanghebbende leerlinge was immers afgestudeerd, waardoor de klacht als onontvankelijk werd verklaard. Ook de andere gedingen die liepen, werden door de Raad van State onontvankelijk verklaard. Op 1 februari 2013 stelde de Centrale Raad van het GO! vervolgens definitief een algemeen verbod in op levensbeschouwelijke tekens voor de leerlingen, leerkrachten en het personeel van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs, dat officieel zal ingaan op 1 september 2013 en vanaf dan voor alle scholen van dit onderwijsnet zal gelden.
De discussie over de invoering van dit definitieve verbod barstte na de herbevestiging ervan onmiddellijk los: BOEH! gaf in februari al te kennen dat ze teleurgesteld waren in deze actie van het GO! en stelde terecht dat “dat gelijkheid die geen verschillen toelaat, schijngelijkheid is.” Onder het mom van een actief pluralistisch beleid waarbij leerlingen, leerkrachten en personeel van alle overtuigingen welkom zijn, en waarbij hun eigenheid zogezegd gerespecteerd wordt, verdedigde het GO! zich door te beweren dat zo’n verbod op levensbeschouwelijke tekens het respect voor diversiteit enkel maar ten goede komt. Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van het GO!, stelde onlangs in De Standaard (DS, 02/02/2013) dat deze beslissing een gevoelige maatregel blijft, maar dat dit verbod heringevoerd moest worden omdat het pedagogisch project van het GO! door deze discussie langzamerhand ondermijnd werd.
Volgens haar stond en staat deze beslissing overigens niet haaks op de pluralistische kernwaarden van het GO!, en zou dit definitieve verbod net actief pluralisme garanderen en de gelijkheid – een principe dat voordien blijkbaar nog nooit in gedrang kwam in het Vlaamse onderwijs – tussen de leerlingen herstellen. De Vlaamse Jeugdraad reageerde prompt op de nogal vage concepten van gelijkheid en gelijkwaardigheid die Verdyck in dit en in andere opiniestukken hanteerde, door in een open brief aan Verdyck te beargumenteren dat haar visie op gelijkwaardigheid wel degelijk vloekte met de pluralistische visie die het GO! meent aan te hangen. Verdyck reageerde vervolgens in De Morgen (DM, 08/02/2013) door te stellen dat er in se geen contradictie te bespeuren valt als het op het pluralistische beleid van het GO! en de implementering van dit verbod op levensbeschouwelijke tekens aankomt.
Op de kromheid van deze laatste redenering kom ik nog terug, maar wat vooral opvalt in dit debat, is dat de reguliere media eigenlijk nooit expliciet naar de mening van de betrokken partijen hebben gevraagd. Daar waar BOEH! toch steeds een krachtige tegenstem bood in dit debat, werd er eigenlijk maar weinig ruimte gemaakt voor de stemmen van moslima’s en die van de joodse, christelijke en Sikh-jongeren, die allen door dit verbod getroffen werden en worden. Het debat lijkt dus ontaard te zijn in een soort van dovemansgesprek waarbij men steeds in dezelfde argumenten hervalt, en waarbij men over de hoofden van mensen heen praat.
BOEH! ziet zich ditmaal dus genoodzaakt om juridische stappen te ondernemen, net omdat het GO! klaarblijkelijk halsstarrig blijft vasthouden aan deze non-dialoog en een verbod dat in essentie een brutale schending van de mensenrechten inhoudt. Zoals advocaat Roets het tijdens de persconferentie ook benadrukte, is dit verbod op levensbeschouwelijke tekens – waarbij leerlingen enkel levensbeschouwelijke tekens mogen dragen tijdens de lessen levensbeschouwing en voor de rest zo neutraal mogelijk moeten zijn, wat dat ook moge betekenen – niet alleen een aanfluiting van het individuele mensenrecht op religieuze vrijheid, het recht op vrije meningsuiting en onderwijs, maar ontkent men met dit verbod ook de diversiteit die in onze maatschappij daadwerkelijk aanwezig is.
Daarenboven is het ook ontzettend belangrijk om te accentueren dat moslimmeisjes met dit verbod tweemaal getroffen worden: uiteraard zijn ook andere jongeren en leerkrachten die hun levensbeschouwing willen kunnen uiten de dupe van dit verbod, maar moslima’s worden met deze maatregel volledig gestigmatiseerd wat hun moslima- en vrouw-zijn betreft. Zoals ook in het persbericht van BOEH! van 24 april vermeld werd, sprak de Afdeling Wetgeving van de Raad van State zich eerder al negatief uit over het verbod, omdat het zou inspelen op de slachtofferretoriek die maar al te vaak gehanteerd wordt als men het heeft over moslimvrouwen. Alsof alle moslima’s met hoofddoek gedwongen worden er één te dragen, zodat de hoofddoek hét symbool bij uitstek zou zijn voor een groep van onderdrukten die zo gebrainwasht zijn dat ze deze onderdrukking zelf niet eens meer opmerken!
Dit betekent uiteraard niet dat we niet aandachtig zouden moeten zijn voor die specifieke momenten waarin patriarchale onderdrukking, machtshiërarchieën en religie samengaan, waardoor bepaalde vrouwen hun rechten daadwerkelijk geschonden worden. Maar de scheiding die men in het westen keer op keer aanbrengt tussen de bevrijde westerse vrouw en de onderdrukte moslima die volledig geïmmobiliseerd zou zijn ten gevolge van haar cultureel-religieuze achtergrond, en dus immer gered dient te worden van haar patriarchale cultuur en hoofddoek, is een ontzettend problematisch, onjuist en overgemediatiseerd hersenspinsel. Hoewel ieder subject uiteraard beïnvloed wordt door haar of zijn achtergrond en opvoeding, zijn moslima’s echt wel in staat weloverwogen voor de hoofddoek te kiezen. Meer nog: moslimvrouwen kunnen hier zelfs hun autonomie aan ontlenen. Daarnaast schort er nog iets aan deze voorgaande geconstrueerde tegenstelling: ook in het westen hebben feministen immers nog veel werk voor de boeg, aangezien vrouwenrechten ook in deze meer beschaafd geachte culturen nog steeds geschonden worden.
Aangezien deze tegenstelling, samen met heel wat andere islamofobe clichés nog steeds de ronde doen, zijn er heel wat feministische organisaties die dit initiatief van BOEH! ondersteunen: ook zij willen deze stereotype beeldvorming over vrouwen en moslima’s in het bijzonder veranderen. Bovendien verzetten zij zich tegen dit verbod van het GO!, omdat deze maatregel moslimmeisjes juist nog meer zou stigmatiseren en marginaliseren. Zo stelde Eveline Cortier, voorzitster van Het Vrouwen Overleg Komitee (VOK), na de persconferentie dat het VOK aan moslimmeisjes en -vrouwen de keuze wil laten om al dan niet een hoofddoek te dragen. Dit verbod zou net deze keuzevrijheid teniet doen, iets waar zij als feministische organisatie niet kunnen achterstaan. Daarom dat het VOK – waarvan twee leden overigens BOEH! mee hebben opgericht – deze actie van BOEH! volledig ondersteunt.
Het VOK accepteert dus de maatschappelijke diversiteit, terwijl het GO! er redelijk weigerachtig tegenover lijkt te staan. Een actief pluralistisch onderwijsnet zoals het GO! zou nochtans geen angst moeten hebben voor al deze zogenaamde niet-neutrale leerlingen en leerkrachten – een categorie die eigenlijk álle leerlingen en leerkrachten omvat, daar iedereen opgevoed en gesocialiseerd wordt binnen een bepaalde context en dus welbepaalde overtuigingen met zich meedraagt. Het GO! heeft weliswaar de taak neutraal onderwijs in te richten, maar dat betekent niet dat het GO! van zijn personeel en leerlingen zomaar kan verwachten dat deze laatsten zich tot überneutrale wezens zonder ideologische of levensbeschouwelijke ideeën zouden kunnen transformeren eens ze de schoolpoort binnenstappen. Men koestert bij het GO! blijkbaar de naïeve hoop dat als men alle levensbeschouwelijke tekens uit de gemeenschapsscholen zou wegnemen, leerlingen en leerkrachten elkaar automatisch meer gaan respecteren. Door de schoolruimte tot een soort van neutrale bubbel te willen herscheppen waarin ieder subject idealiter losgemaakt is van haar of zijn levensbeschouwelijke achtergrond en context, zou men – volgens de logica van het GO! – van scholen een plek maken waarin pas echt ingezet wordt op ontmoeting, respect en dialoog.
Deze waarden staan inderdaad centraal in een actief pluralistisch beleid, en kunnen alleen maar aangemoedigd worden. Maar zorgt zo’n onderwijscontext, die overigens volledig haaks staat op onze maatschappelijke realiteit waar je bij wijze van spreken elke seconde geconfronteerd wordt met het anders-zijn van personen, omdat ze van jou verschillen door hun gender, klasse, etniciteit, leeftijd, geloofsovertuiging, seksualiteit en vele andere identiteitsconstituerende elementen die tezamen een subject vormen, wel voor het bestendigen van deze bovengenoemde waarden? Wat blijft er immers nog van deze waarden over als iedereen op school zijn identiteit moet wegwissen door uiterlijk een homogene, neutrale identiteit aan te nemen? Met welke andersheid wordt men dan nog geconfronteerd? Een innerlijke andersheid die men niet mag uitdragen? Wordt de optie van dialoog waar men in het GO! zo hard wil op inzetten hierdoor niet compleet ondermijnd?
Misschien zou een onderwijsnet dat zich actief pluralistisch noemt, beter inzetten op het creëren van een onderwijscontext waarin iedereen zoals zij of hij is, school kan lopen en elkaar kan ontmoeten, zonder zich daarbij achter zo’n onrealistische, identiteitsvernietigende bubbel te moeten verschuilen. Dan pas zou het GO! zijn scholen echt kunnen transformeren tot ontmoetingsplekken waar diversiteit erkend wordt, en waar, als er problemen rond zaken zoals levensbeschouwing en religie zouden optreden, men zou kunnen inzetten op een constructieve dialoog.
Hopelijk komt het GO! na deze nieuwe juridische stappen vanuit BOEH! en dit platform van belangen- en middenveldorganisaties tot inkeer, en beseft men dat dit verbod meer kwaad dan goed doet. Het is namelijk pas met de implementering van een echt actief pluralistisch beleid waarin diversiteit centraal zou staan, dat leerlingen de nodige tools zouden aangereikt worden om in een diverse samenleving op respectvolle wijze met elkaars verschillen om te gaan. Zo’n beleid zou alvast meer opleveren dan al deze bestaande verschillen in een onderwijscontext bij voorbaat te negeren en dus te miskennen.
Voor meer informatie, zie de website van BOEH! en J&D: http://www.baasovereigenhoofd.be/ en http://www.justicedemocracy.org
Zie hieronder ook de oproep van het VOK om BOEH! te steunen:
Steun BOEH! met nieuwe rechtszaak tegen hoofddoekenverbod
In BOEH! (Baas over eigen hoofd) zetten vrouwen met diverse achtergrond zich vanuit een pluralistische en feministische invalshoek in voor rechten van vrouwen. BOEH! vindt dat levensbeschouwelijke kentekenen op school moeten kunnen en verzet zich tegen het verbod dat het Gemeenschapsonderwijs (GO!) daarop afkondigde. Een verbod druist in tegen de godsdienstvrijheid, de vrije meningsuiting en het recht op onderwijs. Toen de Raad van het GO! het dragen van een hoofddoek verbood, stapte BOEH! naar de Raad van State. Bij een eerste poging (2009) studeerde de betrokken leerling af (2012) vooraleer de Raad tot een uitspraak kwam. Daarom hernieuwde het GO! zijn algemeen verbod op levensbeschouwelijke tekenen in al zijn scholen. BOEH! heeft een nieuwe rechtszaak aangespannen bij de Raad van State, maar zo’n procedure kost geld. Het VOK steunt BOEH! Ook u kan helpen met een gift op VOK-rekeningnummer BE85 0011 3642 3506 met vermelding van ‘rechtszaak BOEH!’. Elk bedrag is welkom.