De gemengde klas > Over Koppen: De verdeelde school, en de visie van Peter De Roover over gemengde scholen

Of de oefening geslaagd is, blijkt relatief te zijn want velen plaatsen vraagtekens over het resultaat. Wat alleszins buiten discussie staat, is dat het gaat over een heel moedige inspanning van kinderen, ouders, leraren, school en reportagemakers.
De gemengde klas > Over Koppen: De verdeelde school, en

de bemiddelaars van onze samenleving – leraren, politici, media, ordediensten – moeten ook actief de verschillen wegwerken. Want zolang die bemiddelaars verschillende groepen op verschillende manieren behandelen, zal er een verschil blijven bestaan.

 

Naima Cherkaoui, ex-directrice van het Minderhedenforum zei eind april tijdens het plenum van #dailyracism dat racisme vooral een kwestie van gezondheidzorg was. Dat wat op het spel was, de mentale gezondheid van onze kinderen was. En dat lijkt bevestigd te worden door de veelbesproken reportage van Koppen en de zorgen die we ons maken over de gevolgen van die aangrijpende oefening voor de deelnemende kinderen.

Of de oefening geslaagd is, blijkt relatief te zijn want velen plaatsen vraagtekens over het resultaat (auteur Fikry El Azzouzi   -  academici  -  Vereecken). Wat alleszins buiten discussie staat, is dat het gaat over een heel moedige inspanning van kinderen, ouders, leraren, school en reportagemakers. Ze hebben allemaal veel op het spel gezet om ons te helpen ervaren wat racisme, discriminatie, stigmatisering en vooroordelen allemaal doen met de broze geest van een kind. Laat ons alsjeblieft die moed niet verliezen.

De vele aangrijpende momenten in de reportage doen ons allemaal hopen dat de oefening geen ernstige gevolgen zal dragen voor de deelnemers. Het was duidelijk dat de kinderen écht hebben ervaren wat het is om in een vakje te worden geduwd, om te botsen tegen negatieve verwachtingen gebaseerd op vooroordelen, om anders te worden behandeld aan de hand van groepskenmerken die ze niet konden veranderen, om beoordeeld te worden door the color of their eyes en niet by the content of their character. De bezielster van het experiment zegt op een bepaald moment dat als je je zorgen maakt over wat deze kinderen tijdens één dag hebben meegemaakt, je alvast razend moet zijn voor de vele kinderen die vergelijkbare situaties dag in dag uit meemaken. Uitgescholden worden, uitgelachen worden, als minderwaardig worden bestempeld, gestigmatiseerd worden door gezaghebbende figuren, beoordeeld worden op basis van stigma’s over jou, eerder dan op basis van wie je bent... allemaal ervaringen waarmee mensen dagelijks worden geconfronteerd in onze samenleving en die, beetje bij beetje een stempel nalaten op onze geest. We zijn allemaal vast razend dat zulke dingen nog altijd gebeuren. En we zijn bereid om alles te doen om het te doen stoppen. Toch?

Een van de opmerkelijke en zelfs ontmoedigende aspecten van de oefening, is het besef dat de kinderen heel snel slachtoffer werden van die oneerlijke behandeling, ondanks het feit dat ze allemaal samen waren. Ze voelden zich gekwetst, ze voelden zich minder of, aan de andere kant genoten ze van privileges en sprongen ze amper ter verdediging van “de andere”, alsof er geen alternatief was dan zich neer te leggen bij de opgelegde verhouding. Dat lijkt gelijk te geven aan de stelling waarmee Peter De Roover, eerder op dezelfde dag, zijn visie over de gemengde scholen begon te beschrijven, in een opiniestuk in De Morgen: “het klopt niet dat de verhoudingen tussen allochtonen en autochtonen automatisch beter worden als ze elkaar beter leren kennen”. Ondanks het feit dat beide groepen samen waren, en zelfs elkaar goed kenden, ontstond er meteen een vorm van apartheid, een rangschikking, een groepsdenken. De verhouding tussen blauwe ogen en bruine ogen werd uiteraard niet “automatisch beter” doordat ze in dezelfde klas zaten. De Roover blijkt een mogelijke verklaring te hebben voor die jammere groepsdynamiek: “zo stoten we op het vervelende probleem dat clichés in het echte leven juister blijken dan een weldenkend mens zou verwachten”. Waarom zouden we dan vooroordelen bestrijden, zou je je kunnen afvragen, als die toch juist zijn?

“Mohammedjes”, vertelt De Roover verder, “zijn echt weleens eikels die zich alleen staande menen te houden door onuitstaanbaar machogedrag”. Dan zou je je ook kunnen afvragen welke andere clichés “juister blijken dan een weldenkend mens zou verwachten”? Zijn “Mohammedjes” ook weleens vrouwonvriendelijk? Criminelen? Homohaters? Terroristen? Welke andere vooroordelen zouden we bevestigen als we “elkaar beter leren kennen”? De Roover doet alleszins zijn best om zijn denkoefening niet eenzijdig te latenverlopen: “Lucassen kunnen echt eikels zijn die hun hautaine superioriteitsgevoel tegenover de gekleurde Vlamingen graag op een degoutante manier etaleren”, zegt hij. En het kan best zijn dat De Roover veel Lucassen kent, ergens moet hij zijn voorbeelden van halen. In mijn vriendenkring zit er geen enkele.

Het is alleszins mogelijk dat De Roover gelijk heeft. Dat elkaar beter leren kennen niks zal oplossen maar integendeel ons alleen maar vooroordelen zal helpen bevestigen. Wat er in die reportage te zien was, was eerder dat de vooroordelen staande werden gehouden door de bemiddelaars. Het waren mensen met macht die vooroordelen creërden, die mensen tegen elkaar hebben opgezet, die de kinderen anders behandelden, die voor een deel hun gedrag zelfs bepaalden. En dat is helaas wel zeer herkenbaar.

Als we iets mogen onthouden uit de oefening van de verdeelde klas, is het dat gemengde scholen, zoals De Roover zegt, geen wonderoplossing zijn. Dat de verandering veel verder moet gaan dan een nagestreefde magische mix: de bemiddelaars van onze samenleving – leraren, politici, media, ordediensten – moeten ook actief de verschillen wegwerken. Want zolang die bemiddelaars verschillende groepen op verschillende manieren behandelen, zal er een verschil blijven bestaan. Ondanks het feit dat we samen gebruik maken van dezelfde stad en dezelfde sinksenfoor, ondanks het feit dat we in een gemengde klas zitten.

En die verandering moet er dringend komen. Wat op het spel staat, is niks anders dan de mentale gezondheid van onze kinderen.