Twee films met Brussel in de hoofdrol krijgen allebei een release op 20 maart. Dat is geen toeval: beide films kijken niet zomaar naar Brussel, maar naar het leven in de hoofdstad na de aanslagen van 22 maart 2016. Goden van Molenbeek is een documentaire over de vriendschap tussen twee jongens, de ene met Chileens-Finse ouders, de andere van Marokkaanse origine. Hellhole is een fictiefilm die focust op een soort collectief posttraumatisch stresssyndroom dat drie Brusselaars ondergaan. Beide films geven inkijk in sommige van de littekens die onze hoofdstad en haar bewoners dragen sinds die gruwelijke ochtend.
Religie in de kijker
Aatos en Amine zijn 6 jaar oud en hun leven bestaat uit spelen. In een bos, in de gemeenschappelijke binnenkoer van hun Molenbeekse huisjes, in een park: Brussel is hun speeltuin. Er wordt meteen een spitsvondig accent gelegd op de blik van de kinderen: Aatos bekijkt de wereld soms door een zelfgemaakte periscoop. Een eenvoudige en toch doeltreffende manier om ons de belevenis van kinderen mee te geven.
Ze wonen in hetzelfde huis, er is maar een halve trap die hen van elkaar scheidt. De kinderen groeien op in een wereld waar de multiculturaliteit even vanzelfsprekend is als hun vriendschap. Bij een verjaardagstaart zingen ze in meerdere talen, geen probleem.
Religie wordt al snel een belangrijk element in de film. Het is een verrassend gespreksonderwerp voor kinderen van zes, maar omwille van een schoolopdracht moeten ze daarover nadenken. Dat levert vaak geestige inzichten op. Ze groeien op met verschillende mythologieën, zoals het kan worden verwacht van een diverse samenleving. Allah, de Barmhartige vs. Thor, de God van de donder.
Ondanks de onschuld en de mooie beelden van Brussel heerst er een spanning: we weten dat 22 maart nog moet komen, en dat het leven van deze kinderen zal veranderen.
Stad van vervreemding
In Hellhole is 22 maart al voorbij. Drie Brusselaars hebben op het eerste gezicht niks met elkaar te maken: een Nederlandstalige dokter, een Italiaanse expat en een jongen van Algerijnse origine. Ze delen de stad, en ook een trauma. Maar we voelen dat vele factoren ervoor zorgen dat ze in gescheiden werelden leven.
Hellhole is een grote observatie. De camera registreert, soms op een bijna wetenschappelijke manier, het leven in de stad: de lucht die boven Brussel hangt, de dakloze vluchtelingen aan het Maximiliaanpark, de voetballers op een pleintje. Maar sommige beelden en camerabewegingen zijn van grote esthetische waarde. De camera analyseert de geometrie van de ruimte en dissecteert mensen en gebouwen op zoek naar tekens van leven, naar hun ziel. Soms met nachtshots van een onwaarschijnlijke schoonheid. De stad is altijd aanwezig, vaak tot leven geroepen met een zeer ge(s)laagde combinatie van geluiden.
Twee actrices die internationale erkenning hebben verdiend – de Brusselse Lubna Azabal en de Italiaanse Alba Rohrwacher – geven menselijke gestalte aan onnatuurlijke, literaire dialooglijnen, die lezen als notities voor een ongeschreven roman. De ervaren Willy Thomas en de jonge Hamza Belarbi leveren als Wannes en Mehdi ook sterke prestaties met meer dagelijkse gesprekken. Boris, de zoon van Wannes, is een gevechtspiloot op missie, en legt ook een vaag verband met de geopolitieke factoren die mogelijk een rol spelen in het conflict.
Hellhole communiceert meer een emotie dan een verhaal. De film schetst een stad van vervreemding, van vreemdeling zijn voor zichzelf en voor elkaar. De vraag is wel in welke mate dat te wijten is aan de aanslagen of aan de dynamiek van een grootstad.
Christchurch
Het is vooral interessant om naar deze films te kijken in de nasleep van de terroristische aanslagen die op 15 maart op moslims zijn gepleegd in Christchurch, Nieuw-Zeeland. Al snel werd een retoriek van vergelding gehanteerd. Van Koen Geens in Terzake (“Een bepaalde vorm van fundamentalisme kan een andere vorm van extremisme uitlokken”) tot Filip Dewinter in De Zevende Dag (“Er bestaat zoiets als oorzaak en gevolg”). De sociale media staan vol van ‘koekje van eigen deeg’-uitspraken. Alsof er in Christchurch op terroristen of fundamentalisten werd geschoten, en niet op doodgewone moslims.
Dit is enerzijds het zoveelste voorbeeld van de dubbele standaarden waarmee alles beoordeeld wordt, want na de aanslagen in Brussel, sprak niemand over oorzaak en gevolg. Toen was de oorzaak religieuze radicalisering. Punt. Geen uitsluiting, geen geopolitieke factoren. De Koran was de verklaring. Christchurch biedt ons de kans om stil te staan bij hoe de verantwoordelijkheid wordt verschoven van ‘de terroristen’ of ‘de daders’, naar ‘de moslims’.
Goden Van Molenbeek positioneert zich gedeeltelijk in de vernauwing van een discussie over terrorisme tot een discussie over religie. Maar de film laat ook aanvoelen dat beide kinderen de nasleep van de aanslagen op een fundamenteel andere manier beleven. De manier waarop hun vriendschap verandert, is een treffende illustratie van de kloof die loopt tussen de bewoners van ons land, en van onze hoofdstad in het bijzonder. En de scheidingslijn is hoe mensen met één specifieke religieuze achtergrond worden behandeld, al wordt dat niet expliciet gemaakt.
Ondertussen is Hellhole iets te subtiel om aandacht te geven aan de uitspraken over dansende moslims, over de vermeende medeplichtigheid van een hele (geloofs)gemeenschap, van één bevolkingsgroep. Want het is juist op die manier dan men overgaat van ‘de daders’ naar ‘de moslims’. De jonge Mehdi komt in aanraking met paracommando’s, en op school spreken mensen over Donald Trump en zijn uitspraken over Brussel, maar het blijft vaag, het blijft een gevoel.
Goden van Molenbeek en Hellhole zijn films die van de kijker een actieve invulling eisen voor dat wat zich afspeelt buiten de microkosmos van een aantal mensen en personages. Laat ons dan als kijkers actief meedenken over de nasleep van een nationale ramp en hoe we kunnen bijdragen om de littekens van een heel land te helpen helen.
‘Goden van Molenbeek’, een documentaire van Reetta Huhtanen en ‘Hellhole’, een film van Bas Devos, twee films over de nasleep van de aanslagen in Brussel, vanaf 20 maart in de bioscoop.