Zodus, wanneer Liesbeth Homans moskeebesturen wil verplichten om te ondertekenen dat onze wet boven Gods Wet staat, verlangt ze met andere woorden dat moslims ophouden met in God te geloven.
Politici en opiniemakers praten dag in dag uit over allerhande termen uit de islamitische traditie waar ze duidelijk niet goed van weten wat er precies mee bedoeld wordt. In een interview op VTM stelde Liesbeth Homans bijvoorbeeld met een gevatte oneliner dat "onze wet boven de sharia staat". Ze vond dat moslims die een moskee willen oprichten ook verplicht moeten ondertekenen dat ze daarmee akkoord gaan. Velen zullen het vermoedelijk zien als een correcte en krachtige boodschap die een heldere en niet mis te verstane grens trekt.
Theologisch gesproken, echter, is haar uitspraak behoorlijk nonsensicaal.
De sharia is helemaal geen reeks van wetten die netjes neergeschreven staan in de Koran of een ander boek. Je kan m.a.w. geen bibliotheek binnenlopen om er de sharia uit het rek met 'religieuze regels' te halen.
Als concept verwijst het woord 'sharia' louter naar het idee dat er de goddelijke principes zijn die het leven ondersteunen en dat er uit die principes een ethische richtlijn voortvloeit. Anders gezegd: als er een God is, dan zal die God waarschijnlijk van mensen verwachten dat ze zich op een bepaalde morele manier gedragen. Evidente voorbeelden daarvan zijn: niet moorden, niet stelen, zo mededogend mogelijk zijn, bepaalde rituelen onderhouden, enz.
Doorheen de geschiedenis echter bleef de precieze invulling van deze sharia een nooit eindigend onderwerp van discussie en debat - en werd die nooit finaal neergeschreven. Allerhande geleerden discussieerden steeds weer over de precieze manier waarop God wil dat mensen zouden leven.
... Lees het volledige artikel op Knack.be ...