Het Toneelhuis wil vanuit podiumkunst een bijdrage leveren aan het actuele migratiedebat
Regisseur Guy Cassiers brengt samen met dramaturg Erwin Jans en acteurs van het Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam het thema van de jodenvervolging op het podium in De Welwillenden. Cassiers baseerde zich op het verhaal vanhet fictieve figuur SS Obersturmführer Max Aue uit Les Bienveillantes, een roman van Jonathan Littell. Hij focust zich in de 3 uur durende voorstelling op Aues carrière binnen de SS en laat het familieverhaal van het hoofdpersonage voor wat het is.
Bij het begin van de voorstelling spreekt Hans Kesting (Max Aue) het publiek rechtsstreeks aan en geeft meteen zijn bedoeling bloot: hij wil dit verhaal vertellen om de toehoorders ervan te overtuigen dat iedereen hetzelfde zou handelen in een gelijkaardige context. Na een discussie tussen enkele officieren over wat nu juist een jood is, volgt één van de meest krachtige scènes van het hele stuk. Aue vertelt over de eerste massale slachtpartij van joden bij Babi Yar, een ravijn in de buurt van Kiev. Hij rapporteert over de gruweldaden met een aanvankelijk sobere en fijnzinnige monoloog. Ietwat ongelovig hoor je hem met tederheid spreken over een jong en mooi joods meisje tussen de slachtoffers. Kort daarna beschrijft hij hoe hij de neiging onderdrukt om de modder van haar voorhoofd te vegen om haar snel "uit haar lijden" te verlossen.
Er komen nog momenten van tederheid; een joods jongetje dat prachtige vioolmuziek speelt, zijn relatie met Hélène van de persdienst (Abke Haring), de serieuze maar ook soms plagerige gesprekken met zijn beste vriend Thomas (Kevin Janssens) en nog een joodse vrouw die hij in zijn dromen ontmoet. Ze verhinderen dat de toeschouwer Max Aue als monster kan afschilderen, maken duidelijk dat hij een mens is zoals jij en ik, die zich kan binden en kan geraakt worden door schoonheid en behoefte heeft aan vriendschap. Naar het einde toe wordt de toeschouwer gelukkig uit zijn lijden gered: Aue vermoordt zijn beste vriend om er met diens papieren vandoor te gaan. Tot zover dus de onbehaaglijke idenficatie met het hoofdpersonage. Het gemak waarmee Aue de moord pleegt, slaat je met verbazing.
De Welwillenden toont hoe chaotisch de Duitse organisatie tijdens de Tweede Wereldoorlog was en banaliseert het kwaad door het te herleiden tot een technische kwestie. Cassiers brengt dialogen op scène waarin officieren klagen over de prijs van het transport (Eichmann: "ik reken de joden uiteraard de kosten aan"), maar ook discussiëren over de meest efficiënte uitroeiingsmethode en over het beperkende van de lage capaciteit van de ovens. De Whermacht kibbelt met de SS'ers over wie het vuile werk moet opknappen.
Het sobere acteerwerk tijdens de monologen en de discussies tussen Aue en andere officiers van de SS, staat in schril contrast met bombastische en indringende scenes waarin Aue zijn nachtmerries beschrijft. Zo worden het geweten en de angsten van Max Aue verbeeld. De volumeknop wordt opengedraaid, verscheurde gezichten worden op een scherm geprojecteerd en Kesting wringt zich getormenteerd in vreemde bochten.
Het podium wordt op de achtergrond gedomineerd door een grote wand met verroeste lockers. Het blijkt de kast te zijn waarin Eichmann – op schitterende wijze vertolkt door Katelijne Damen - alle registratie over de vernietiging van de joden bijhoudt. In het tweede deel van de voorstelling beginnen de personages meer en meer te beseffen dat de kansen op overwinning aan het keren zijn. Eichman heeft de moeilijkheden niet meer in de hand, enkele lockers gaan vanzelf open. En plots beginnen alle deurtjes van de lockers met een oorverdovend lawaai open en toe te gaan: de Duitsers hebben de situatie niet meer onder controle. Voor dit krachtige beeld baseerde Cassiers zich onder andere op het werk "The Store House" van Christian Boltanski. Cassiers legt nog linken met de beeldkunst, zoals de schoenen die worden opgetrokken aan rode (levens)draden, symbolen voor de massavernietiging van de joden, geïnspireerd op het werk van Chiharu Shiota.
Cassiers was erg ambitieus met deze voorstelling. Naast de historische details, geeft hij er ook een politiek-filosofische (waarom het nationalzocialismus een vorm van communisme is) en een psychologische (zijn het de omstandigheden die iemand kwaadaardig maken?) dimensie aan. In de vormgeving werkt hij zowel met beeld- als met videokunst, met lange monologen en met ping-pongdiscussies. Het is geen uitgepuurde voorstelling, maar daardoor kan je er wel nog dagen op teren en telkens weer nieuwe details ontdekken in de woorden en beelden die zijn blijven hangen in je hoofd.
De Welwillenden was voor het Toneelhuis de aanleiding om zich te verdiepen in de opeenvolgende fases van de Jodenvervolging en taalmechanismen die in die verschillende fases speelden om een bepaalde groep te stigmatiseren, uit te sluiten, te ontmenselijken en uit te roeien. Dit mondde uit in de meertalige longread "Test of civilisation". Op een internationale conventie in 1938 gaven velen landen immers aan hun immigratiequota niet te willen optrekken om de geviseerde Joden op te vangen. Enkele maanden na de conferentie, op 9 november, organiseerden de nazi’s Kristallnacht. Geconfronteerd met de vluchtelingen uit het zuiden staat Europa opnieuw voor een beschavingstest. Zal Europa dit keer slagen? De opkomst van een ongenuanceerd en agressief taalgebruik, niet alleen op de sociale media maar ook in de politiek, doet het ergste vermoeden. Een boeiende longread. Fijn om te merken dat het Toneelhuis vanuit podiumkunst een bijdrage wil leveren aan het actuele migratiedebat.
De Welwillenden. Op 30 en 31.03 in Vooruit (Gent), 02.04 in CC Hasselt, 02 t/m 04.06 in Kaaitheater (Brussel). Ook andere data in Nederland en Istanbul. Meer info en tickets: https://toneelhuis.be/nl/production/de-welwillenden