Democratie als stem van de onderstroom of democratie als omgaan met verschillen?

Bart De Wever heeft het vaak over zijn strijd voor meer Vlaams nationalisme als een strijd voor meer democratie. De Vooruitgroep neemt het democratieconcept van De Wever en N-VA onder loep.
Democratie als stem van de onderstroom of democratie al

Dat het verengde democratiebegrip van De Wever zonder meer wordt overgenomen, is volgens de Vooruitgroep symptomatisch voor het publieke debat in Vlaanderen. Dit democratisch geheugenverlies en dit gebrek aan democratische verbeeldingskracht vormen een gevaar voor onze democratie omdat ze lijken uit te gaan van het recht van -zelfs een relatieve – meerderheid om ongenuanceerd en eenzijdig haar wil op te leggen aan de maatschappij als geheel.

 

In een interview kort voor de verkiezingen liet Bart De Wever het volgende optekenen: “We staan niet veraf van een democratische revolutie in Vlaanderen. Die vertaalt zich in goede resultaten voor de N-VA in de peilingen.” Die goede peilingsresultaten zijn ondertussen ook vertaald in sterke verkiezingsresultaten bij de jongste verkiezingen. Die verkiezingsoverwinning van de N-VA is, aldus Bart De Wever, een graadmeter voor de gezondheid van onze democratie: hoe sterker N-VA scoort, hoe beter het gesteld is met de democratie in ons land.

Die uitspraak maakt duidelijk welk democratiebegrip de N-VA hanteert en hoe dat afwijkt van het democratisch ideaal dat we geërfd hebben uit de Verlichting. Democratie wordt door de N-VA begrepen als de stem van dé Vlaming, als een uiting van zijn identiteit: “het Vlaamse volk is de democratie” en dat volk heeft op 14 oktober gesproken en heeft daarmee een democratische revolutie ontketend.

De homogeniserende nationalistische kracht van dit begrip van democratie is opmerkelijk. Opeens wordt gesproken in termen van hét signaal van de kiezer, dé Vlaamse opinie en wordt De Wever begrepen als de stem van de onderstroom, de man die in naam van 'Vlaanderen' handelt omdat hij de emanatie is van de volkswil tegen de elites en belangen die deze volkswil miskennen en verknechten. Dit vox populistisch idee is niet zonder gevaar, integendeel: het staat haaks op het moderne begrip van democratie dat via denkers uit de Verlichtingstraditie zoals de Tocqueville en Paine tot ontwikkeling is gekomen.

In de Verlichtingstraditie wordt democratie niet gebaseerd op een homogene identiteit die tot uiting komt of moet worden gebracht, maar is het een wijze van omgaan met verschillen, die een politieke plaats krijgen in de maatschappij. Democratie draait fundamenteel om meningsverschillen en elke ontkenning van die meningsverschillen betekent een verzwakking van de democratie. Deze opvatting heeft belangrijke gevolgen. Eerst en vooral impliceert ze dat in een democratie niemand kan spreken in naam van het volk, eenvoudigweg omdat het volk niet één stem heeft maar een brede waaier van opinies en gevoeligheden vertegenwoordigt. Juist daarom hecht deze opvatting van democratie zoveel belang aan de bescherming van minderheden, tegen onrechtmatige machtsuitoefening van een meerderheid. Meerderheden en minderheden zijn trouwens relatieve, tijdelijke begrippen. Deze opvattingen staan lijnrecht tegenover de visie die door De Wever en co worden gehuldigd.

Wanneer De Wever over democratie spreekt, hertaalt hij die democratie in een tijdelijke dictatuur van de meerderheid. Wie kanttekeningen plaatst bij of kritiek uitoefent op het politieke project van N-VA wordt, na gebleken plebiscitaire steun van het volk, in het beste geval, irrelevant geacht of beschouwd als een anti-democraat. Eenmaal het volk gesproken heeft, is er geen legitieme plaats meer voor fundamentele meningsverschillen. Een basisprincipe van de democratie, nl. politiek als georganiseerd meningsverschil, wordt hierdoor ontkend. Democratie verwordt zo tot een politiek beleidsinstrument waarbij de nadruk ligt op vormelijke en procedurele aspecten, maar waarbij elke inhoudelijke invulling verdwijnt.

Opmerkelijk is dat dit democratiebegrip van de N-VA zonder kanttekeningen wordt overgenomen door prominente stemmen binnen het maatschappelijk debat. Vele opiniemakers stellen dat N-VA met succes een ‘grondstroom in Vlaanderen weet te capteren’. Deze analyse wordt in eerste instantie de wereld in gestuurd door De Wever , maar ondertussen wordt zijn perspectief verheven tot waarheid. Niet alleen binnenlandse journalisten zoals Isabelle Albers, Bart Sturtewagen of Johan van Overtveldt kijken naar de verkiezingen vanuit het idee van een onderstroom die zou leven in Vlaanderen, ook de Nederlandse Volkskrant spreekt over N-VA als de vertolker van een onder-of grondstroom en bekende professoren herhalen dit 'tot in den treure'.

Journalisten en commentatoren berichten dus niet alleen over N-VA, ze reproduceren ook het discours van die partij als feitelijke beschrijvingen van de realiteit, zonder enige kritische kanttekening bij de uitgangspunten ervan en zonder enig historisch perspectief ten aanzien van het democratische gedachtengoed. Ook intellectuelen reproduceren dit discours. De Gravensteengroep bijvoorbeeld hanteert nagenoeg identitieke bewoordingen als De Wever. Leg de jongste 11 juli-speech van De Wever naast het discours van de Gravensteengroep in hun laatste (foto)-boek, en je vindt een opmerkelijke intertekstuele verbondenheid. Centrale concepten daarin zijn: geblokkeerde democratie, vergrendelde democratie, het status quo, responsabilisering, oversolidariteit, … .

Dat het verengde democratiebegrip van De Wever zonder meer wordt overgenomen, is volgens de Vooruitgroep symptomatisch voor het publieke debat in Vlaanderen. Dit democratisch geheugenverlies en dit gebrek aan democratische verbeeldingskracht vormen een gevaar voor onze democratie omdat ze lijken uit te gaan van het recht van -zelfs een relatieve – meerderheid om ongenuanceerd en eenzijdig haar wil op te leggen aan de maatschappij als geheel. Dat versterkt het consensusdenken en houdt een miskenning in van de diversiteit die de dynamiek uitmaakt van een samenleving. Democratie wordt op die manier herleid tot een serie procedures, waarbij inhoudelijke reflectie wordt opzij geschoven en het democratisch ideaal uiteindelijk zijn emancipatorische wervingskracht verliest.

De Vooruitgroep is een denktank die werd opgericht als reactie op de Gravensteengroep

Pascal Debruyne (UGent), Ico Maly (KifKif), Karim Zahidi (UA), Johan Vanhoorde, Jan Blommaert (Universiteit van Tilburg), Lieven De Cauter (KUL), Piet Saey (UGent), Monika Triest, Leen Van der Vorst (Victoria Deluxe), Herman De Ley (UGent), Jan Teurlings (Universiteit van Amsterdam), Erik Swyngedouw (University of Manchester), Dominique Willaert (Victoria Deluxe), Eric Goeman (woordvoerder Attac Vlaanderen, voorzitter Democratie 2000), Eric Corijn (VUB), Linus Vanhellemont, (VUB) Maarten Loopmans (KUL), Chris Kesteloot (KUL), Koen Dille, Patrick Deboosere (VUB), Hendrik Pinxten (Ugent), Anne Grauwels (Hogeschool Gent), Pascal De Decker (Hogeschool Gent)