De strijd voor de multiculturele agenda omvat daarom vooral een nieuwe sociale strijd.
Multiculturalisme wordt vaak ten onrechte als een zelfstandig thema behandeld.
Het pleziert me dan ook vast te stellen dat deze kwestie in een bredere studiedag rond democratie en burgerschap behandeld wordt.
Men heeft inderdaad maar al te vaak de neiging diversiteit als iets nieuws te portretteren. Diversiteit en multiculturalisme wordt vaak gelinkt met de na-oorlogse migratiestromingen die onze keuken niet enkel met de pasta, maar met de couscous verrijkten.
Het heet dan dat migratie en multiculturalisme vooral als een product van onze globalisering moet gezien waardoor we voor een reeks nieuwe uitdagingen worden geplaatst: die van de diversiteit. De vragen die we ons dan stellen zijn dan vragen zoals: hoe de complexe en veelzijdige maatschappijen op een nieuwe wijze te beheren?, tot waar mag de erkenning van diversiteit gaan?, wat kan er als gemeenschappelijke sokkel behouden worden en wat moet worden verzelfstandigd?. Vragen die trouwens niet vreemd zijn aan het Belgisch multinationaal verhaal en de institutionele hervormingen die deze begeleiden.
Met de jaren wordt het me echter steeds moeilijker om in dit multicultureel verhaal te stappen. Of beter gezegd: ik kan steeds moeilijker de thema’s waar ik dag in dag uit mee bezig ben, en de kwesties waar ik een intellectuele en maatschappelijke strijd rond voer (want net als kunst, is wetenschap ook politiek), onder de paraplu ‘multiculturalisme’ plaatsen. Want hierdoor worden ze ineens ‘anders’, ze worden buiten ‘de politiek’ en ‘buiten de maatschappij’ geplaatst. Ze behelsen dan kwesties die wij als bijzonder, exotisch of nieuw beschouwen.
De strijd achter het zogenaamde multiculturalisme is echter niet nieuw. Net zomin de strijd om sociale rechten, de feministische strijd of de Vlaamse strijd nieuwe thema’s zouden zijn. Al deze kwesties raken immers aan één en dezelfde centrale kwestie: die rond de democratisering van onze instellingen, participatie aan deze en gelijke representativiteit van alle lagen van de bevolking. Ik wil daarom hier kort bij een aantal uitdagingen stilstaan waarvoor deze zogenaamde multiculturele agenda ons plaatst.
De eerste uitdaging waar de zogenaamde multiculturele agenda ons plaatst is niet cultureel (diversiteitskwestie), maar democratisch. Het betreft de vraag hoe een segment van onze bevolking te integreren in ons onderwijsstelsel, in ons politiek reilen en zeilen, in onze nationale verbeelding die hier niet, of nauwelijks, bij wordt gerekend. En dit ongeacht hun etnische herkomst of religieuze overtuiging.
Een tweede belangrijke uitdaging betreft de koppeling tussen de multiculturele en sociale agenda. Deze is cruciaal, en wordt – zoals Marco Martiniello daarnet correct aangaf – maar al te zeer verwaarloosd. Een verwaarlozing die niet onschuldig is, een verwaarlozing die nefast en die gevaarlijk is. Omdat die de weg mogelijk maakt voor een misleidend discours – een discours dat stelt dat het ‘multicultureel drama’ een gevolg is van een gebrekkige integratie aan ‘onze normen en waarden’.
Een gevaarlijk en bedrieglijk discours dat de laatste jaren aan populariteit heeft gewonnen door de mobilisatie van rechts, en de medeplichtigheid van links. Een leugenachtig discours dat de islam, de cultuur van migranten, het ‘anders zijn’ van bepaalde bevolkingsgroepen als oorzaak ziet van alle kwalen.
Een bedrieglijk discours dat ons niet toelaat te zien dat die zogenaamde ‘anderen’ vooral in armoede leven, en het zogenaamde ‘integratieprobleem’ vooral een symptoom is van de Nieuwe Sociale Kloof die zich in onze samenlevingen aftekent. Een racistisch discours dat een deel van onze bevolking in het verdomhoekje duwt, en hen als oorzaak van alle onheil ziet. Een angstaanjagend discours dat de rest van de bevolking bang maakt, en hen misleidt door hen wijs te maken dat eens die ‘kutmarokkanen’ geïntegreerd zijn, en eens de migratiestromen ‘ingedamd’ zijn, onze straten plots veiliger zullen worden.
Maar wat er achter dit misleidend ‘multicultureel drama’ schuilgaat overstijgt een loutere stigmatisering of marginalisering van een deel van onze bevolkingsgroep (de minderheden).
De multiculturele agenda, en de eis om ‘inburgering’, fungeert hierdoor vooral als een glijmiddel voor een verdere uitholling van onze sociale rechten en onze sociale welvaartsstaat. Immers, het lijken voortaan vooral ‘hardwerkende Vlamingen’ die recht hebben op een uitkering (al de rest behoort tot het zogenaamde ‘profitariaat’), enkel zij die het Nederlands machtig zijn komen in aanmerking voor sociale woningen, en schoolafhakers of ‘rondhangjongeren’ en hun ouders, moeten voortaan met harde hand worden aangepakt.
We spreken dus niet langer over de verandering van onze economie en het structureel tekort aan (vooral laaggeschoolde) jobs, we praten niet meer over het recht op wonen als een grondrecht, en we denken niet meer aan de belangrijke democratiseringsopdracht voor ons onderwijs die één van de slechtste EU leerlingen is op het vlak van sociale gelijkheid.
De strijd voor de multiculturele agenda omvat daarom vooral een nieuwe sociale strijd. En het concept solidariteit krijgt hierdoor een nieuwe betekenis en een nieuwe hoogdringendheid. Solidariteit wordt dan niet louter als ethisch principe gezien, maar is een overlevingsstrategie voor velen.
Het fungeert als een middel voor verzet tegen het huidig neoliberaal en nationalistisch geweld dat de bevolking in ‘(witte) winners’ en ‘(zwarte) losers’ opdeelt, en de ‘losers’ afstraft omdat ze er niet in slagen op eigen, individuele, krachten uit hun armoede te geraken.
In een samenleving waarin 1/5 Brusselaars onder de armoedegrens leeft, de kloof in levensverwachtingen tussen hoger en lager opgeleiden stijgt, 50% van Turkse en Marokkaanse minderheden aan de rand van de armoede leeft en bijna de helft van deze minderheden geen diploma secundair onderwijs haalt is zo’n begrip solidariteit relevanter dan ooit.
Het is deze solidariteit die nu onder vuur komt te staan, doorheen het ‘zerotolerance’ neoliberaal en nationalistisch opbod. En het zijn de zwakste schakels in onze samenleving (de armen, de minderheden, de sans-papiers) die hier de eerste prijs voor dreigen te betalen.