“Er is veel losgekomen in de Rif.” In gesprek met Btisam Akarkach

De laatste jaren heerst er grote onrust in de Rif, een regio in Marokko waar vele Belgen hun familiale wortels hebben. De bevolking laat er geregeld haar ongenoegen horen, maar de staat negeert de aanwezige noden en reageert repressief. Niettemin zet het protest zich verder en krijgt het zelfs internationale dimensies.

Deze maand publiceerde Btisam Akarkach het boek ‘Opstand in de Rif’. Het bundelt bijdragen van verschillende experten die dieper ingaan op verschillende facetten van het sociale verzet van de hirak as-shabi – d.w.z. ‘de volksbeweging’. Het leek dan ook vanzelfsprekend om Btisam te betrekken in mijn reeks dialogen rond de grenzen van vrije meningsuiting en activisme en deze thema’s ook eens vanuit een meer internationaal perspectief aan te kaarten.

== Deze tekst is een bewerkte versie van een deel van het gesprek. Je kan het hierboven ook in zijn geheel als podcast beluisteren of in je podcastapp terugvinden bij de afleveringen van ‘Koffie met Kif Kif’. ==

Cover boekOp 27 juni vindt een boekvoorstelling plaats om 19u30 in Le Space in Brussel. En op 17 september om 20u in De Roma in Antwerpen.

De Marokkaanse gemeenschap is één van de grootste minderheden in ons land, maar toch bericht onze media er quasi niet over. Enkel wanneer de protesten zeer massaal werden, was er met mondjesmaat wat aandacht voor – zonder veel bredere kadering. Waarom volgt onze media alle omwentelingen niet beter op?

Ik heb daar geen pasklaar antwoord op. Maar uit ons vooronderzoek voor het boek bleek wel hoezeer het inderdaad onderbelicht bleef. Er zit ook een verschil op tussen landen. In Nederland, bijvoorbeeld, werd er wat meer over bericht. Dat geldt trouwens niet alleen voor wat er in Marokko gebeurt. Want in Antwerpen en Brussel worden er nu al bijna een jaar lang bijna elke maand protesten georganiseerd. Ook die blijven sterk onderbelicht.

Als de media zo weinig over iets bericht denk ik vaak spontaan: “Daar zitten economische belangen achter.” Heeft België goede economische banden met het Marokkaanse regime?

Absoluut. In het boek hebben we een hoofdstuk gewijd aan de lange arm van Rabat waaruit blijkt dat die heel sterk aanwezig is in België en zeker ook in Vlaanderen.

Maar ondertussen is er ook tegenkanting tegen zo’n lange arm, bijvoorbeeld, zoals je zegt door middel van protesten die in België georganiseerd worden. Je staat dus niet alleen in je activisme. Hoe breed wordt het verzet bij ons gedragen onder burgers met wortels in Marokko?

Het wordt door velen sterk gevolgd. Dat is uitzonderlijk want het nieuws uit Marokko wordt op verschillende vlakken helemaal niet zo nauw opgevolgd door Marokkanen uit de diaspora. Het is de eerste keer in de geschiedenis van 60 jaar migratie dat de situatie in het land van herkomst dagelijks wordt opgevolgd. Op zich is dat begrijpelijk, want we missen veel achtergrond over de economie, de politiek en de sociale situatie. Marokko is één van de weinige landen die een minister heeft die specifiek belast is met het reilen en zeilen van mensen met Marokkaanse wortels in het buitenland. Maar dat soort figuren onthouden ons bepaalde informatie. Zij gebruiken vaak moskeeën als doorgeefluiken en in die moskeeën zijn er heel wat taboeonderwerpen. Je mag er bijvoorbeeld wel praten over Palestina maar niet over de armoede in Marokko.

Dat is ook waarom Nasser Zefzafi, één van de leiders van het verzet in de Rif, me in een interview zei dat mensen in de diaspora meer moeite moesten doen om zich grondig te informeren en die informatie bekend te maken.

Aangezien je dat advies duidelijk ter harte nam en samen met anderen de verschillende facetten van het sociale protest beter in kaart probeerde te brengen, zet eens uiteen waar het precies over gaat. Wat vormde bijvoorbeeld de initiële aanzet van de protesten?

Het begon natuurlijk allemaal met Mohsen Fikry, die in een vuilniswagen verpletterd werd toen de politie hem zijn vis wou afhandig maken. Voor ik aan mijn onderzoek begon kon ik het belang daarvan nog niet goed begrijpen. Op zich was het natuurlijk een schokkend voorvaal, maar gaandeweg werd me ook duidelijk welke structurele problematieken tot dat dramatische gebeuren hadden geleid. In het grote Rifgebied – van Tanger tot Berkan – is de werkeloosheid veel hoger dan in het binnenland. Velen werken er wel, maar niet legaal. De autoriteiten gebruiken dat om hun macht te bewaren. Zo mocht er in die periode officieel geen zwaardvis gevangen worden tenzij je de autoriteiten geld toe stak om een oogje dicht te knijpen. De jongeren hadden genoeg van die corruptie en weigerden te betalen.

Nu klinkt het alsof het echt gaat om een brede beweging van ‘het volk’ tegen ‘de elite’. Is het werkelijk zo dichtoom of bestaat de hirak uit meerdere fracties?

Het is op zich een breed gedragen volksbeweging maar elk gebied heeft natuurlijk zijn eigen noden. In het begin verweet men Nasser Zefzafi dat hij heel sterk vanuit de provincie Al-Hoceima vertrok. Hij wou natuurlijk dat iedereen zich met elkaar verbond in het verzet tegen de corruptie, maar in Cassablanca hebben ze wel universiteiten, ziekenhuizen en een oncologisch centrum. In Al-Hoceima hebben ze dat niet. Daarom vertrok hij vanuit de specifieke noden van zijn regio.

Je vermeldde Nasser al enkele keren. Is hij echt ‘de leider’ van de beweging, zoals hij vaak wordt afgeschilderd?

Hijzelf zegt steeds dat hij geen leider is. Maar hij is uiteraard een charismatisch figuur die een bepaalde taal spreekt die ook echt begrepen wordt. Voorheen, in 2011, had je de 20 februari beweging, maar de taal die toen gesproken werd, werd niet verstaan door het gewone volk en zeker niet door de mensen in de diaspora. Nasser, daarentegen, weet met zijn taal de verschillende mensen te verbinden. Daardoor werd hij heel snel naar voor geschoven als ‘de leider’. Maar je hebt natuurlijk ook andere belangrijke figuren zoals Mohamed Jalloul die vijf jaar in de gevangenis heeft gezet door zijn activisme tijdens de Arabische Lente en ten tijde van de 20 februari beweging. Kort voor de massa-arrestaties van mei 2017 is hij vrijgelaten maar hij heeft zich meteen heel duidelijk aangesloten bij de hirak – waardoor hij natuurlijk opnieuw werd opgepakt.

De overheid doet er blijkbaar alles aan om de protagonisten de mond te snoeren.

Opvallend is ook dat men ze vooral arresteerde in de aanloop naar de zomervakantie. Dertig procent van de mensen uit de Rif wonen ergens in het buitenland. De Marokkaanse overheid had dan ook schrik dat de vele Riffijnen die op bezoek zouden komen tijdens de zomervakantie de beweging zouden ondersteunen en daarna ook vanuit het buitenland zouden mobiliseren.

Is de overheid daardoor in zijn opzet geslaagd? Of zijn mensen blijven protesteren?

Aanvankelijk bleven de mensen demonstreren. Maar toen ging men over tot het arresteren van vrouwen en jonge mensen. Er waren ook verhalen over verkrachtingen. Dat maakte het volk natuurlijk bang. Vandaar ook dat de protesten voor een groot stuk in Europa verder gaan. We kunnen niet zeggen dat de hirak naar hier is overgewaaid, maar het is wel zo dat de steun veel groter geworden is, waardoor de mensen hier meer demonstreren.

Eén van de hoofdstukken van je boek gaat dieper in op de slogans die gebruikt worden doorheen de protesten. Hoe komt het dat die zo’n internationale weerklank kunnen vinden voor iets wat toch vanuit lokale ongenoegens vertrok?

Een goed voorbeeld om dat uit te leggen is de hashtag ‘#than_mo’, die nu ook een slogan werd. Dat woord is Darija – d.w.z. Marokkaans Arabisch – voor ‘vermorzel hem’. Getuigen vertelden dat de politieagenten dit riepen toen Mohsin Fikry in de vuilniswagen verpletterd werd. Door dit woord in online activisme als in optochten te gebruiken geeft men niet alleen weer hoe hij stierf, maar verwijst men ook naar de voortdurende dagelijkse vernederingen. Nasr pikte dat op en was zich ervan bewust dat mensen dit herkennen – niet alleen in Marokko, maar ook de Marokkanen uit de diaspora. In zijn livestreams stelde hij bijvoorbeeld vaak de vraag: “hoe vaak zijn jullie wel niet vernederd toen jullie hier toekwamen?” Want effectief, als je Marokko binnen gaat, word je vaak gepest en bijna uitgekleed tot je geld toesteekt.

‘Hashtags’, ‘livestreams’,… dat zijn natuurlijk onderdelen van communicatie via social media. Je schreef zelf een hoofdstuk over het belang van social media in de hirak. Hoe zit dat precies?

Men heeft dat zeer sterk aangepakt. Van meet af aan werd er door de jongeren een communicatiecomité opgericht. Verschillende Facebookaccounts en websites die een behoorlijk groot bereik hadden, sloten er zich bij aan.

Het is dus niet zo dat sommige posts ‘toevallig’ wat trending werden op social media. Verschillende mensen die al een groot bereik hadden, hebben zich bewust verenigd.

Inderdaad. Er wordt nu eenmaal heel kritisch naar staatsmedia gekeken. Er is ook weinig persvrijheid in Marokko. Asma Ould Aïssa schrijft daarover in ons boek. Toen Mohammed VI de nieuwe koning werd, waren er eerst enkele hervormingen waardoor de pers meer vrijheid kreeg. Maar dat was van beperkte duur. Uiteindelijk moesten toch veel journalisten uit het land vluchten. Vanuit de diaspora konden ze echter blijven berichten via social media en andere niet-Marokkaanse mediakanalen. De mensen zijn dat ook gewoon. Wanneer ze een betoging organiseren gaan ze dus geen staatskanaal uitnodigen. En doordat ze van in het begin goed georganiseerd waren, kon de informatie ook sneller naar buiten gebracht worden.

Daarenboven speelde social media een grote rol in het mobiliseren en het tot stand brengen van het eisenpakket. Dat eisenpakket omvat nu concrete sociale, economische en culturele eisen zoals, bijvoorbeeld, het legaliseren en creëren van werk en het bouwen van degelijke ziekenhuizen. Maar dat eisenpakket was er niet van zodra de beweging de kop op stak. Het is gaandeweg tot stand gekomen.

De hirak kan zich dus verenigen achter een aantal concrete eisen maar hoe zit het met de ideologische onderbouw? Is er een duidelijk politiek kader of zijn er verschillende ideologische strekkingen binnen die beweging? En als dat laatste het geval is, botsen die soms met elkaar?

Uiteraard zijn er verschillende ideologieën. Maar iemand als Jalloul riep iedereen hard op om zich bij de volksbeweging aan te sluiten ongeacht zijn of haar godsdienst, ideologie of kleur. Dus de provincie Al-Hoceima is misschien wel een behoorlijk linkse, marxistische provincie zijn maar het is een beweging voor iedereen. Er is dus geen ideologie die boven de andere uitstijgt. Het is in die zin ook opvallend dat de principiële normen en waarden van de beweging sterk berusten op de ideeën van Abd el-Krim el-Khattabi, een Riffijn die al in de jaren 1920 een antikoloniale strijd voerde. Tijdens demonstraties zie je zijn foto overal. Trouwens, ten tijde van el-Khattabi was de Rif zes jaar lang een onafhankelijke republiek en bij het begin van de protesten haalde men de vlag van die republiek weer boven. In Marokko mag dat niet, maar in Europa gebruikt men ze wel wanneer men demonstreert.

Ik was zelf wat geschrokken dat de persoon van Abd el-Krim el-Khattabi in het collectieve geheugen nog zo hard leefde. Maar doorheen mijn onderzoek werd me duidelijk dat men veel steun vindt in zijn principiële standpunten. Hij zei steeds van zijn eigen strijd dat het niet om een vorm van ideologie ging. Hij baseerde zich op de profeet maar even goed op Gandhi en andere grote denkers. En dat is wat de beweging nu ook doet.

De ideeën van een antikoloniaal zijn dus terug opgepikt om een strijd te voeren in een land dat op zich reeds gedekoloniseerd werd.

Je kan je natuurlijk vragen stellen hoe gedekoloniseerd Marokko is. Iemand als Mohamed Jalloul stelt dat ze nog steeds met een antikoloniale strijd bezig zijn. “Als je gelooft dat Afrika gedekoloniseerd is, dan leef je in een illusie.” Zo zei hij ooit. Frankrijk heeft het volgens hem immers nog steeds voor te zeggen. “Daarenboven,” zo voegde hij eraan toe “leven we op dit moment in een ergere onderdrukking dan in de Spaanse tijd.” Zo’n uitspraak werd hem niet in dank afgenomen. Maar hij wou uiteraard de verschrikkelijke Spaanse onderdrukking niet goed praten, hij wou alleen een vergelijking maken: in de koloniale tijd waren er in de regio immers wel bedrijven en ziekenhuizen. Ook de wegen zijn nog altijd van in de tijd van toen. Daarom vroeg hij zich ook onomwonden en publiekelijk af wat de huidige kolonisator voor de Rif gedaan heeft. Die kolonisator, de overheid dus, heeft het gebied nog meer gemarginaliseerd en gemilitariseerd.

Kunnen we de hirak dan als een Berbernationalistische verzetsbeweging omschrijven?

Dat wil de overheid er graag van maken, maar dat is het uiteindelijk niet. Marokkanen zijn eigenlijk ook niet echt nationalistisch. Wel is er sprake van een bewustwordingsproces. Een reeds groeiend Riffijns bewustzijn wordt vandaag nog sterker gevoed wordt door de Hirak. Mensen gaan zich daardoor vragen stellen over hun identiteit: Waarom wordt onze geschiedenis ons onthouden? Waarom leren we er niet over op school?

In de standaardbeeldvorming rond Marokkanen wordt nochtans al heel lang gezegd dat er spanningen leven tussen de ‘Arabische Marokkanen’ en ‘de Berbers’. Is dat dan een foutief beeld of is die breuklijn er wel degelijk en wordt die aangewakkerd door de hirak?

Die beeldvorming is altijd gestuurd geweest. Ook de Riffijnse elite spreekt Arabisch. Dat is nu eenmaal de officiële landstaal. De elite krijgt die mee op school en in de universiteit. Ze gebruikt die voor haar eigen jargon en heeft die taal bijgevolg in haar eigen kringen opgenomen. Maar het is geen etnische kwestie. Het gaat meer over geprivilegieerde elite versus het niet-geprivilegieerde volk.

De geschiedenis leert ons dat het nationalisme in dergelijke volksbewegingen al eens kan gaan domineren. Het is nu eenmaal gemakkelijk om je als groep achter een vlag te scharen en achter een eenvoudig idee als ‘Ik ben Berber en de andere niet’. Schuilt het gevaar van zo’n ‘vereenvoudigd identitair afzetten’ ook in de hirak?

Natuurlijk. Net omdat het een heel diverse beweging is, vind je er ook een klein groepje nationalisten in terug. Net zoals je een klein groepje atheïsten hebt. Maar de nationalisten vormen niet de drijvende kracht achter de beweging. Het is niet omdat je een vlag draagt wanneer je betoogt dat je nationalistisch bent. Het gaat erom dat je een stukje van je geschiedenis uit de taboesfeer wil halen.

In Cassablanca, waar men overwegend Arabischsprekend is, wordt er trouwens ook gedemonstreerd omdat ze weten dat de mensen in de Rif gearresteerd worden. Je merkt het ook in de slogans die ze uitroepen: dat zijn slogans die ze uit de Rif kopiëren. Hetzelfde in Jerada, in het Westen van Marokko. Ook daar wonen vooral Arabischtaligen maar wanneer daar onlangs doden vielen in de mijnen, ging men dezelfde slogans gebruiken.

Dus hoewel het regionaal begon, spreidt het zich steeds meer uit doorheen Marokko.

Het is ook niet echt begonnen in de Rif. Marokko wil graag naar buiten komen als een land dat gespaard is gebleven van de vele protesten die de laatste jaren in Noord-Afrika de kop op staken, maar dat klopt natuurlijk niet. Die protesten waren er wel degelijk en gaan nog steeds door.

Hoe denk je dat het in de komende jaren allemaal zal evolueren?

Dat is een beetje koffiedik kijken. Er was ook niemand die voorspeld had dat er zo’n massa-arrestaties zouden plaats vinden. De kopstukken zullen waarschijnlijk zware straffen krijgen, maar de reorganisatie van de mensen – zowel in de diaspora als in het binnenland – is gestart. De mensen zijn zich bewust van de situatie, ze komen samen en ze verenigen zich. Er is dus heel veel losgekomen en het is maar een kwestie van tijd voor het zijn weg vindt.

**

Dit is slechts een gedeelte van het gesprek met Btisam Akarkach. Wil je weten wat ze nog te vertellen had over het voorwoord van Nasser Zefzafi in haar boek, over de dubbele houding rond religie binnen de beweging en over de belangrijke rol van vrouwen in de hirak, beluister dan de volledige podcast. Hieronder kan je die streamen of je kan het opzoeken in je podcastapp bij de afleveringen van ‘Koffie met Kif Kif’.