Op een hoger plan is 'iemands hoofd eraf bijten' tekenend voor de daad van een asielzoeker. De onthoofding als ontheemding, als vervreemding. Een daad van wanhoop en opoffering. Alles achterlaten wat je dierbaar is... Een terugkerend element in Venushaar.
Titels als Venushaar of Onvoltooide liefdesbrieven kunnen me in eerste instantie weinig boeien. In een ultieme poging om alsnog overtuigd te raken van de bundel papier, durf ik al eens de achterflap te bestuderen. Daar lees ik dat Michaïl Sjisjkin 'algemeen wordt beschouwd als een van de belangrijkste Russische schrijvers van dit moment'. Kijk, die informatie prikkelt me. Wie in onze contreien aan Russische schrijvers denkt, denkt meestal aan Dostojevski, Tsjechov, Bunin, Toergenjev of Gogol. Gekende namen uit lang vervlogen tijden. Maar Sjisjkin?
Hoofdbreken
Ergens tussen 1819 en 1823 schilderde de Spaanse kunstenaar Francisco Goya zijn interpretatie van de mythe rond Saturnus die zijn eigen zoon verslindt. Het kunstwerk kadert binnen de 'Zwarte Schilderijen', een reeks die hij aanbracht op de muren van zijn huis in Madrid. Zoals de naam doet vermoeden, kun je de reeks moeilijk van enig optimisme beschuldigen. Het is in en in donker en geeft de zware gemoedstoestand van Goya mee waar hij tijdens die periode mee sukkelde. Spanje werd getekend door een aanhoudend conflict tussen liberalen en conservatieven, maar het was vooral het besef van zijn eigen sterfelijkheid dat hem zwaar belastte.
Het beeld van Saturnus doemde logischerwijs bij me op aan het begin van de roman toen ik 'iemand heeft zijn hoofd eraf gebeten' las. Een daad die volgens het personage in de roman onbegrijpelijk als zelfmoord wordt aanzien. Dat personage is een politieke asielzoeker uit Rusland die zijn heil zoekt in Zwitserland. Op een hoger plan is 'iemands hoofd eraf bijten' tekenend voor de daad van een asielzoeker. De onthoofding als ontheemding, als vervreemding. Een daad van wanhoop en opoffering. Alles achterlaten wat je dierbaar is... Een terugkerend element in Venushaar.
Intelligent kluwen
Binnen Venushaar haken 'verschillende' verhalen zich in elkaar als gekromde vingers. De link tussen die verhalen is de Russische tolk. Hij aanhoort dagelijks de getuigenissen van de politieke vluchtelingen; hij onderneemt een poging om een biografie te schrijven over Isabella, een jonge Russin die het tot zangeres schopt en haar weemoed en liefde neerpent in dagboekfragmenten; hij vertelt over zijn stukgelopen liefdesrelatie met Isolde; hij schrijft brieven aan zijn Waarde Nabuccodinosaurus.
Zoals de asielzoekers gaat ook de tolk op zoek naar zijn beloofde land. Zoals de tolk gaat ook Isabella op zoek naar de liefde. Maar allen ondergaan een hobbelig parcours, waardoor het einddoel nooit bereikt kan worden. Of toch?
V: Gelooft u me, alles sal reg kom.
A: Denkt u?
V: Ik weet het.
A: Hoe weet u dat?
V: Alles loopt altijd goed af. Zo is het elke keer: eerst allerlei perikelen, angsten, zorgen, tranen, verliezen, maar het is achter de rug voor je er erg in hebt. Je kunt er zelf haast niet bij dat het je allemaal overkomen is. Als een boze droom. Het is voorbij – is er niet meer.
Zowel het verhaal als de tekst is een labyrint waarin de lezer zich makkelijk kan verliezen. Sjisjkin gaat uitgebreid citeren uit volkse fabels en klassieke mythes, uit religieuze geschriften en grootse Russische literatuur. Ja, zelfs het aftelrijmpje uit Tien kleine negertjes van Agatha Christie eist een belangrijke rol op. Het is een wirwar van 'citaten' zonder bronvermelding, waar vertaler Gerard Cruys een 'mooie taak voor toekomstige literatuurhistorici' in ziet.
Onbetrouwbaar
'The real is just as imagined as the imaginary'. Clifford Geertz kwam tot die conclusie in 1980, en het lijkt wel het hoofdthema van Venushaar. Halverwege de roman, perfect in het midden, staat de sleutelzin (of -vraag) van het hele boek: 'Is het waar wat u vertelt?'
Ja en nee. Fictie is constructie, gebaseerd op feiten. Maar wat als ook de feiten constructie zijn. De getuigenissen van de politieke vluchtelingen bereiken ons via de 'vertaling' van de tolk. Het spel tussen vraag en antwoord verglijdt in een geconstrueerd verhaal waar het antwoord vervat zit in de vraag en de rollen van interviewer en geïnterviewde inwisselbaar worden.
De tolk vertelt een gekleurd verhaal, aangezien hij worstelt met een stukgelopen relatie. Aan die relatie komt een einde, omdat de tolk allerlei scenario's bijeen fantaseert waarin zijn geliefde Isolde een hoofdrol speelt. Hij kent haar mentaal overspel toe. Ze voelt zich bekeken en bespied, beschuldigd van daden die ze nooit pleegde. Haar vertrouwen in hem raakt volledig zoek.
En ook als lezer verlies je het vertrouwen in de tolk. Niet alleen de vertaalde interviews of zijn eigen liefdesperikelen nemen een loopje met de waarheid, ook de dagboekfragmenten van Isabella blijken meer (of minder – vul zelf in) te zijn dan wat ze pretenderen te zijn. Zonder de clue weg te geven, kan ik enkel meegeven dat je als lezer te maken krijgt met een ingenieus spel waar je hersenen horendol van worden.
Klassieker in wording
Vaag herinner ik me een verzuurde recensent in een of andere boekenbijlage die elke nieuwe Russische stem tegenover het merites van de grootmeesters plaatste. Hij kon niet anders dan concluderen dat de jonkies nooit opgewassen zullen zijn tegen het psychologische doorgronden van de klassieken. Wat diezelfde recensent van Venushaar vindt, kan me bij deze dan ook geen bal schelen. De roman, die eind vorig jaar (2014) in het Nederlands verscheen (9 jaar na de oorspronkelijke publicatie!), is een literaire kluif waar kwijlende boekenhonden uren plezier aan zullen beleven en even vaak verweesd voor zich uit zullen zitten staren.
Michaïl Sjisjkin, Venushaar
2014 Em. Querido Amsterdam