Vanaf het openingsshot werkt Sweet Country verontrustend: met een minimum aan elementen wordt de vanzelfsprekendheid van geweld op Aboriginals in Australië duidelijk gemaakt. Ze worden ‘zwart vee’ genoemd door de kolonisten en worden geruild, geleend en ingezet als objecten, als eigendom, als dieren. Ze worden misbruikt – mannen, vrouwen en kinderen. Het jaar is 1929 en we bevinden ons in de ruwe woestenij van de Northern Territory.
Harry March, een dronkaard met een oorlogsverleden, wordt de eigenaar van North Creek Station, een stuk grond nabij Alice Springs. Om zijn domein uit de grond te stampen ‘leent’ hij werkkrachten van naburige grondbezitters. Een van die ‘geleende’ jongemannen wordt al snel door de brutale March aan een steen geketend, maar de jongen ontsnapt. Een ketting hangt van zijn pols en volgt hem door het zand als een slang. De jongen draagt één schoen.
March had hem al bedreigd: “If you run away, I’ll shoot you for desertion”. Hij pakt zijn wapen, gaat op zoek naar de jongen en komt terecht in een huis waar Sam Kelly en zijn vrouw Lizzie zitten, twee Aboriginals. March denkt dat Sam Kelly de jongeman verbergt en de discussie escaleert razendsnel: Sam Kelly schiet Harry March dood in zuivere en wettelijke zelfverdediging. En toch vlucht hij onmiddellijk weg met zijn vrouw. Wanneer men vraagt waarom hij is gevlucht antwoordt Kelly laconiek: “I shot a white fella”. En zijn antwoord zegt alles wat we moeten weten.
Adembenemende beelden
De sheriff van het dorp, sergeant Fletcher, een soort Captain Ahab te land, stelt een posse samen en zet de jacht in op de voortvluchtige Kelly, zijn persoonlijke Moby Dick. Het grootste deel van de film gaat over deze koppige achtervolging, die zich ergens bevindt tussen ordehandhaving en racistische arrogantie. Sweet Country mag dus gezien worden als een zeer klassieke invulling van het begrip ‘western’, maar tegelijkertijd biedt de film een kritische blik op de hele maatschappijvisie die gevierd werd door dat genre.
Het subtiel gebruik van flashback en –forward draagt bij tot een zenuwslopende spanning. Daarmee breekt regisseur Warwick Thornton het verhaal open. Sweet Country exploreert de complexiteiten van identitaire loyaliteit, een fenomeen dat ook vandaag uiterst relevant blijft. De film biedt ook een niet-antropologische kijk op de cultuur en leefwereld van Sam Kelly. De niet-professionele acteur Hamilton Morris maakt – door zijn stoïcijnse vertolking – van het personage een van de meest unieke en indrukwekkende helden uit de recente filmproducties. Ook veteraan Bryan Brown speelt de rol van zijn leven als de door oorlog beschadigde Fletcher.
Het landschap, zoals het traditie werd in het genre én in de Australische filmproductie, is zelf ook een personage en speelt een belangrijke rol, zij het als ongenadige beul of als voorbode van onheil. Je krijgt dorst van zo veel steen, zo weinig schaduw en water, van de oneindige zoutvlaktes. Allemaal adembenemend in beeld gebracht door regisseur Thornton zelf, wat uitzonderlijk is, want behalve in kleinschalige documentaires wordt het beeld vaak verzorgd door een Director of Photography (DOP).
Racistisch verleden
Het ergste aan het soort gruwel dat we te zien krijgen in Sweet Country, is dat het zo authentiek is. Dat het geen fictie is en niet eens uitzonderlijk was. Niet dat March dé referentie is voor de koloniale onderneming, maar hij weet zich wel gesterkt door een systeem dat hem vaker dan niet steunt. Even onrustwekkend is de dubieuze voorstelling van religie als oplossing voor barbarij. Want hoewel sommige personages de kerk blindelings vertrouwen, weet de kijker maar al te goed dat religie in de meeste contexten als facilitator diende voor genadeloze koloniale wreedheden.
In een finale bedenking – een spirituele vorm van flashforward, zou je kunnen zeggen – vraagt een personage zich af wat voor een toekomst een land kan hebben met een dergelijk racistisch vertrekpunt. Australië kent uiteraard een pijnlijk racistisch verleden: kinderen die uit gezinnen van Aboriginals werden weggerukt, een verbod op niet-Europese migratie (de White Australia policy) tot ver in de twintigste eeuw, en andere issues. En het is de zeer uitgesproken bedoeling van Thornton – zelf ook van Kaytetye origine – om zijn land te confronteren met zijn pijnlijk verleden, met het oog op de verdere opbouw van een gemeenschappelijke toekomst.
De Belgische release van de film valt samen met de shock in Australië naar aanleiding van de rechtszaak rond de moord op Dunghutti Aboriginal David Dungay, die doet denken aan de politiebrutaliteit die de Black Lives Matter-beweging ook aankaart. Het spook van racisme is geenszins uit het land geroeid: ook een film als Jindabyne (https://en.wikipedia.org/wiki/Jindabyne_(film)) analyseert op een bijzonder scherpe manier hoe racisme nog altijd een rol speelt in de meest eenvoudige sociale dynamieken in het land. De huidige omgang van Australië met migratie is nog altijd gecontesteerd (Link, Link) en het baart zorgen dat het als voorbeeld zou kunnen dienen voor het Europese migratiebeleid.
Sweet Country is de ongezouten kritische, old school western epic die Hostiles niet kon worden. Een gedurfde kijk op de donkere bladzijden uit de geschiedenis, gegoten in de vorm van ware cinema. Een krachtige film, zonder meer.
Sweet Country, een film van Warwick Thompson, vanaf 18.07 in de bioscoop.