De plezierreisjes van Abdullah II kosten de Jordaniërs 1 miljoen dinar uit het nationale budget. Koning? Nee, Keizer van de Roulette!
'Weinig mensen weten wat ik weet: de meest corrupte persoon in dit land is koning Abdullah II.’ Murad Suidan zit gehurkt op het tapijt van zijn moskee in hartje Amman. De eerste woorden uit de mond van deze imam slaan ons met verstomming. Duidelijke kritiek op de koning zal je in Jordanië niet vinden, was ons voor ons vertrek meermaals verteld. ‘Kom mee boven, ik ga vertellen en jullie gaan schrijven’, zegt Murad. Het begin van een reeks indringende gesprekken over de koning, corruptie, islam en politiek, het Westen en Israël.
We weten nog niet dat we oog in oog staan met een invloedrijke Jordaanse islamgeleerde. ‘Mijn liefdesverhaal begon toen ik 16 was’, begint sjeik Murad. ‘Ik ging naar de moskee, nam een boek en dacht: dit is prachtig.’ Hij specialiseerde in de studie van de tradities van de profeet Mohammed. ‘Ik heb een bachelor in islamitische sharia-studies, maar verder wilde ik niet studeren. Diploma’s leiden je enkel af van de essentie van geloof.’
In een ander liefdesverhaal ontmoet hij zijn vrouw, een Palestijnse, net zoals hij, en wordt hij vader van 4 dochters en 1 zoon. ‘Ik bezocht het dorp waaruit mijn ouders werden verdreven toen ik 8 was. Het was de eerste en laatste keer dat ik Palestina zag. Zolang het bezet gebied is, heb ik er een wrang gevoel bij.’ Saoedi-Arabië, Libanon en Irak doet hij wel regelmatig aan. Twee maal per jaar doet hij de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. In Tripoli (Libanon) en Bagdad geeft hij lezingen en bezoekt hij vrienden die de islam bestuderen. Een eeuwige student, zo noemt hij ook zichzelf.
‘Ik heb de hele namiddag vrij, zijn jullie klaar voor informatie die jullie alleen van mij zullen horen?’ roept de sjeik uitbundig. In de late voormiddag heeft hij er al een hele dag op zitten. Elke ochtend staat hij om 5u op voor het gebed in zijn moskee. Tot 7u geeft hij een uur privéles over taal en de tradities van de profeet. Hij gaat dan terug naar huis, steekt de kachel aan en slaapt tot 10u. ‘Ik heb contacten binnen de bureaucratie en de overheid. Je zal mirakels horen! Zijn jullie klaar voor de 8 geboden?’ roept hij.
De 8 geboden?
‘Ik geef jullie 8 voorbeelden van corruptie in Jordanië, en 8 keer staat koning Abdullah II aan het hoofd.
1. De plezierreisjes van Abdullah II kosten de Jordaniërs 1 miljoen dinar uit het nationale budget. Afgelopen Kerstmis trok hij er weer eens op uit. Niemand weet waar. Hij gokt in casino’s. Koning? Nee, Keizer van de Roulette!
2. Abdullah II verkoopt de natuurlijke grondstoffen van Jordanië onder tafel. Jordanië is arm omdat we geen natuurlijk grondstoffen hebben? Onzin! In de Jordaanse bodem steken kalium, fosfaat, gas en zelfs uranium! Het fosfaatbedrijf werd geprivatiseerd. In de nationale boekhouding schreef hij een veel lager bedrag in dan de werkelijke waarde van de fosfaatproductie. Moeten wij echt geloven dat de overheid het bedrijf verkocht onder de waarde? Waar is het verschil naartoe? In zijn zakken! Uranium is officieel geen natuurlijk grondstof in de nationale productie van het land. Niemand weet dat Jordanië uranium heeft, maar ik heb het zelf gezien. Ik ging undercover naar het Franse bedrijf. De productie is al begonnen, ook al zegt iedereen dat we ‘nog zoeken naar uranium’. De bende van de koning heeft een geheim akkoord met het Franse bedrijf.
3. De miljardenleningen van de internationale financiële instellingen aan Jordanië verdwijnen in corrupte handen. Zie je dat niet op straat? We hebben een schuld van 21 miljard zonder dat één straat in dit land ontwikkelen is. Wat doen ze met die miljarden?
4. De internationale donaties van bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, Koeweit en de VS aan Jordanië verdwijnen in corrupte handen. Twee maanden geleden kreeg Jordanië 1,5 miljoen dollar van de Saoedi’s. Gestort op de rekening van de koning! Faris Sharaf, het hoofd van de Jordaanse Centrale Bank, durfde het aan dit te bekritiseren. Hij werd onlangs ontslagen. Toeval?
5. Archeologische vondsten worden beheerd door het Koninklijke Kabinet en opbrengsten gaan naar de rekening van de koninklijke familie.
6. Abdullah II beschikt willekeurig over ons militair personeel en materiaal. Onlangs verkocht de koning zomaar 600 tanks aan Oman. Het geld gaat naar zijn rekening. Hij stuurt regelmatig Jordaanse soldaten naar het buitenland, om te helpen bij militair onderhoud in bijvoorbeeld Turkije en Oman. Die landen betalen daarvoor, maar in plaats van terug naar het militaire budget gaat het geld naar de rekening van de koning. Hij gebruikt onze soldaten voor zijn persoonlijk gewin.
7. De Jordaanse geheime dienst wordt gecontroleerd door de VS. De geheime dienst werd zelfs verkocht aan VS! Jordanië, of beter gezegd de koning, wordt daar rijkelijk voor beloond.
8. Abdullah II verkoopt duizenden dunums staatsland aan investeerders en steekt de prijs in zijn zak. De koning verkoopt staatsgrond die hem niet persoonlijk toebehoort, maar de opbrengsten gaan wel naar zijn rekening. Bijvoorbeeld gronden in de al-Abdali wijk in Amman, of aan de Rode Zee. Staatseigendom. Wat betekent dat hier? De koning is de staat. De koning bestuurt de regering, niet omgekeerd. Hij moet gewoon bellen naar de minister om dat stuk grond op zijn naam te schrijven.
Het nationale budget onder koning Hoessein bedroeg 1,5 miljoen dollar. Nu bedraagt het 10 miljoen. Heb jij veel ontwikkeling gezien? Waar wordt al dat geld dan aan besteed? De koning benoemt zelf de Minister van Financiën. Telkens die ministers hun job te goed doen, worden ze ontslagen. Begrijp je? Als deze corruptie doorgaat, dan zal armoede toenemen. Geïsoleerde dorpen en steden waaraan zijn vader Hoessein wél aandacht besteedde, zullen verder verarmen. Hoessein bouwde tenminste nog staatsinstituties, hoewel ook hij de democratische instellingen alleen onafhankelijk liet werken als het hem goed uitkwam. Maar Abdullah creëerde een staat enkel voor zichzelf. Die misdadiger kwam aan de macht met als enige doel de natuurlijke bronnen van dit land te stelen.’
Hoe weten we dat jij de waarheid vertelt?
‘De waarheid achterhalen van Jordaniërs is een aartsmoeilijke opdracht. Je zal niemand vinden die de koning openlijk het hoofd van corruptie noemt. De koning werkt hard om corruptie uit te roeien en de verantwoordelijken te straffen, verder zullen vele Jordaniërs niet komen in hun kritiek. Ze zien niet dat koning Abdullah II de corruptie zelf is. Maar jullie horen het nu van mij. Geloof je me niet?’
Murad legt uit waarom hij toegang heeft tot informatie die zelfs demonstranten niet kennen. Sinds zijn opleiding tot imam van een belangrijke moskee maakte hij vele vrienden die nu op gevoelige posities binnen de overheid zitten. Als imam heeft hij bovendien maatschappelijk gezag. Murad heeft zoals elke imam zijn eigen wereldje van contacten en relaties bij politici, ingenieurs, dokters,…
‘Die relaties beginnen in de moskee’, fluistert hij mysterieus. ‘Mensen komen bidden in mijn moskee, wonen mijn lezingen bij, raken verbonden aan mij als imam en zouden me bij elk probleem helpen. Stel, ik heb een probleem met de watertoevoer in mijn huis. Eén telefoontje naar mijn contact binnen de watermaatschappij, en opgelost. Geloof me, in elke maatschappij zijn er slechts een paar mensen die alles doorzien.’
Je bent een politiek bewuste islamgeleerde, maar toch ben je niet politiek actief. Je gebruikt je kennis en invloed als imam om informatie over onrecht te vergaren, niet om andere mensen bewust te maken van dat onrecht.
‘Word wakker, jongens! Waarom denk je dat alle wereldjes van alle sjeiks steeds onder het waakzame oog van de geheime dienst terecht komen? Ze sturen heus wel hun mannetjes naar mijn lezingen, hoor. Als ik teveel over politiek praat, weten ze me te vinden. Ik belde eens naar al-Jazeera om inside information over corruptie binnen het uraniumbedrijf door te spelen. De volgende ochtend stonden twee mannen van de geheime dienst in mijn huis. En trouwens, ondanks hun liefde voor hun sjeik, kan ik gelovigen nooit zover krijgen kritisch over de koning te spreken. Ze blijven zelf een panische angst koesteren voor de geheime dienst. Ze geven meer om hun eigen veiligheid. Het kan altijd dat één van de aanwezigen voor de geheime dienst werkt. Gelovigen zouden wegblijven uit mijn lezingen.’
Murad stoort zich aan de angst en ongeletterdheid van Jordaniërs. Als Jordaniërs over politiek praten, blijven ze aan de oppervlakte zwemmen zonder te duiken. En zo is Jordanië een beetje zoals zijn Dode Zee, waarin je automatisch blijft drijven. De sjeik wandelt met zijn muezzin (roept op tot gebed in de moskee) naar huis. ‘Pas op, die jongens kunnen gestuurd zijn door de geheime dienst van de koning’, zegt de muezzin. Die man is een voorbeeld van hoe paranoïde we geworden zijn, zegt Murad. Zelfs zijn kinderen zeggen soms ‘papa pas op’. Dit regime slaagt erin sociaal invloedrijke figuren als Murad politiek monddood te maken. Hun kennis en informatie gaan niet verder dan een klein groepje trouwe vrienden.
Nu en dan glipt Murad een verdoken politieke boodschap in zijn lessen en preken. In zijn lezing in de moskee van de arme Hosseini-wijk geeft hij een duidelijke sneer naar de onrechtvaardigheid in Jordanië en wijst hij op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van gelovigen als burgers van het land: ‘Moslims raakten in de loop van de geschiedenis soms politiek verzwakt door hun verzwakt geloof. Dat begon bij de Fatimidische staat. Die was zo slecht dat hun nakomelingen nu aan de macht zijn in Syrië.’ Hij vertelt een verhaal van een belangrijke persoon in de islamtraditie. Hij werkte voor de staat, maar aanvaardde geen loon om zijn loyauteit te tonen. ‘Nu hebben we leiders die ons land niet verlaten vooraleer miljarden te stelen’, zegt hij erbij.
Dus als burgers en politici beter de islam volgen, zullen ze ook betere burgers en politici worden? Leidt een sterk en puur geloof bij leden van de gelovige gemeenschap automatisch tot goede leden van de burgersamenleving?
‘Wat ik zeker weet, is dat koning Abdullah geen moslim is, ook al claimt hij dat misschien. Ik volg de koning al 10 jaar. Waarom? Het is mijn land. Ik geef erom. Ik observeer zijn speeches en leid af dat hij niks over islam weet. Uiteraard haal ik uit de islam inspiratie voor mijn politieke bewustzijn, maar heb je mij één keer over islam horen spreken als ik de koning bekritiseer? Als je je principes uit je geloof haalt, is dat goed. En in de islam zitten meer dan genoeg principes voor een rechtvaardige samenleving. Iedere burger en politicus moet eerlijk en rechtvaardig zijn.’
Wat is de plaats van de islamitische sharia-wetgeving in de maatschappij van vandaag?
Murad ketst de vraag terug met een doordenker: ‘Heb jij een probleem met iemand die gelooft in één God en tegelijkertijd in democratie?’ Niet a-priori, is ons antwoord. ‘Juist! Wetgeving wordt gemaakt via het parlement’ zegt Murad. Niet door rechtstreeks de Koran als wetgeving te beschouwen voor een natiestaat, bedoelt hij. ‘Iedereen die spreekt over sharia opleggen enzovoort, kent de islam niet en wil gewoon stemmen halen. Het kan enkel leiden tot het opleggen van één interpretatie. En welke interpretatie? Die van zij die de macht hebben? Dat zou leiden tot dwang en er is geen dwang in islam. Oplegging van de sharia bestaat niet.’
Murad’s cynische furie zou niet misstaan in een parlement. Stel, je zou parlementslid zijn, vragen we hem. ‘Als ik een parlementslid zou zijn, zou ik spreken in naam van de mensen die mij hun stem hebben gegeven. Ik zou hun waarden verdedigen. Bijvoorbeeld, als we zouden debatteren over een regeling die het alcoholgebruik regelt, dan zou ik me zeker laten inspireren door de islam. Maar een totaalverbod? Nee, ik ben niet van gisteren. Ik zou geen extreme eisen stellen.’
De overheid beschouwt Murad Suidan als één van de grote salafistische geleerden in Jordanië. ‘Sommige salafisten geloven ook echt dat ik dat ben’, grapt Murad bescheiden. ‘Als ze raad nodig hebben, komen ze bij mij.’ Een groepje salafisten kwam zijn zegen vragen voor de oprichting van een salafistische partij. ‘Ach, ze doen maar. Ze zijn deel van het volk, maar ik volg hen niet echt. Ik heb niks met de moslimbroeders, niks met de salafisten. Ik ben meer geïnteresseerd in onderwijs dan in politiek. Ik geloof niet in de politieke partijen van Jordanië, net zomin ik geloof in het regime. Arabische samenlevingen zijn opgedeeld in een overheid, een oppositie en een bevolking. Pas als de Arabische Ochtend aanbreekt – nee, niet de Arabische Lente – zullen overheid en oppositie de bevolking vertegenwoordigen. Vandaag zitten we nog steeds in een donkere nacht, in een grot’, klinkt Murad, met de cynische humor die we stilaan van hem gewoon worden.
Overheid en oppositie vechten een onderlinge belangenstrijd uit, terwijl de bevolking in opperste staat van onwetendheid verkeert. In Egypte en Tunesië werd het derde element, het volk, wakker.’ De sjeik behoort zelf tot het volk. Met islamistische oppositie blijkt hij niks te hebben. Hij is een bewuste burger, en imam van een bekende moskee. ‘Ook in Jordanië moeten we de Grote Verandering niet van de oppositie verwachten.’ En nu zegt Murad iets dat onze oren doet spitsen: ‘De enige manier om onze leiders tegen te houden is een Westerse interventie.’
Dat klinkt op zijn minst vreemd uit de mond van een Arabier. Westerse interventie heeft in de Arabische wereld immers geen goede track record.
‘Ik heb 10 jaar nagedacht over de situatie in de Arabische wereld en ben tot dit besluit gekomen’, verklaart Murad plechtig. ‘Een Westerse interventie in ons land is de enige manier om hier democratie te brengen.’ De protestbeweging is waardeloos, zegt hij met enige zin voor overdrijving. ‘Als er ooit verandering komt van binnen Jordanië, dan komt het van het zuiden. Kruis over het noorden! In het zuiden zijn ze veel koppiger. Een ontploffing in het zuiden, door verwaarlozing en armoede, is een bedreiging voor het regime. Het zuiden is immers de rekruteringsbasis voor het leger, de geheime dienst, de politie,…’
Abdullah II zou waarde moeten hechten aan wat er in het zuiden gebeurt. Zijn vader besefte dat er ‘een leeuw slaapt in het zuiden’. Maar beseft Abdullah II dat ook? ‘Arabische leiders hechten geen waarde meer aan hun volk, maar als ze over het Westen horen, dan beginnen ze te trillen. Als het Westen begint te praten met de oppositie, dàt heeft onmiddellijk effect op de koning. De Amerikaanse ambassade nam contact op met de islamisten. Wees maar gerust dat de strategen van de koning daar rekening mee houden. In de Arabische wereld heb je geen vat op leiders zonder interventie van het Westen.’ Het Westen heeft Jordanië en vele andere moderne Arabische natiestaten dan ook gecreëerd. Er zit dus een zekere logica in wat Murad zegt.
‘Wel via een wijze interventie’, nuanceert hij. De ‘doctrine van de wijze interventie’ van sjeik Murad Suidan houdt drie stappen in: ten eerste, het Westen eist dat het nationaal budget van Jordanië volledig en transparant wordt doorgelicht; ten tweede, het Westen eist dat de internationale hulp aan Jordanië volledig en transparant wordt doorgelicht; ten derde, het Westen zet druk op Jordanië opdat de functionering van parlement en politiek echt het Jordaanse volk vertegenwoordigt. Deze interventie moet gebeuren onder de noemer ‘samenwerking tot invoering van democratie in Jordanië’. Murad heeft duidelijk nagedacht over de toekomst van zijn land.
Het Westen moet dus eerst zelf veranderen? Het is immers dit soort interventie waartoe het Westen blijkbaar niet in staat is. ‘Inderdaad, de Jordaanse dictatuur en monarchie zijn een creatie van het Westen. Net daarom kan hier nooit echte verandering komen zónder het Westen. Volksprotest is daarom enkel zinvol in zoverre het de aandacht van het Westen trekt. En daarom sta ik ook achter het volk als het volk verandering vraagt.’
‘Wij willen wat jullie hebben! Een controle boven onze regering, rekenschap en transparantie’, roept de sjeik, waarna hij een spervuur van vragen op ons afvuurt. Waarom verdedigen jullie niet jullie eigen waarden? Waarom moeten Europeanen geloven dat Jordanië modern, progressief en democratisch is? Wat is het doel van jullie onderzoek? ‘Onthul dat er een ander Jordanië bestaat, een Jordanië dat in Europa amper gekend is of niet gekend mag zijn. Het slachtoffer van Europese onwetendheid en van een Europese Unie die echte verandering blokkeert, is het Jordaanse volk.’
Je moet dan ook opboksen tegen een zwaargewicht onder de geostrategische belangen: Europa en de VS steunen een absolute monarchie in Jordanië omdat het een dam is tegen de anti-Israël gevoelens in de regio, een pion in de strategie om de veiligheid van Israël te garanderen.
‘Israël, een gefaalde staat. Ze kregen zoveel kansen en nog altijd is het een instabiel land. Israël is een land dat niet weet wat het wil. Het is eigenlijk een groep staten, en elke groep heeft een eigen programma voor de toekomst van het land, voor het voortbestaan van Israël. Maar niemand onder hen beseft blijkbaar dat samenleven met andere volkeren in de regio, zonder een eigen Joodse staat, in het belang is van het Joodse volk. Een staat gebaseerd op een religieuze identiteit is tot mislukken gedoemd.’
Murad weet dat er geen echte verandering in Jordanië mogelijk is zonder echte verandering in Israël, of in het Westen. Tijdens zijn leven ziet hij niet het einde van de dictatuur. ‘Ik eis geen ideale wereld. Niet ofwel dictatuur, ofwel ideale staat, maar een rechtvaardige staat, een aanvaardbaar niveau van rechtvaardigheid en geen armoede. Want dit land heeft genoeg hulpbronnen om armoede uit te bannen.’
Murad nodigt ons uit in zijn huis. Hij stuurt zijn leerling Tarek op pad om een warme maaltijd te halen. Zijn vrouw maakt de thee en de koffie klaar. We blijven maar vragen stellen over de koning. Voortdurend en binnensmonds vervloekt Murad de koning. ‘Laat me gewoon even van jullie gezelschap genieten, vrienden, zonder dat ik moet denken aan die zoon van een… secretaresse, die klootzak. Als je Abdullah ontmaskert, word je de vriend van het Jordaanse volk!’
---
Pieter Stockmans, Majd Khalifeh en Xander Stockmans reizen door Noord-Afrika en het Midden Oosten, op zoek naar dromen van vrijheid en geluk.
Je kunt ze volgen op Facebook en een deel van het interview met Imam Murad Suidan bekijken op Youtube.
Dit artikel is onderdeel van het project "Tussen vrijheid en geluk".
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be