The Impossible: de vloek van product placement

En hoewel 'The Impossible' een mooie weergave is van de onbaatzuchtige solidariteit tussen mensen, is de boodschap van de Europese verzekeringsmaatschappij duidelijk: “de wereld mag vergaan, maar bij ons zijt gij veilig”.
The Impossible: de vloek van product placement

De boodschap van de verzekeringsmaatschappij is duidelijk: “de wereld mag vergaan, maar bij ons zijt gij veilig”

 

Onlangs heb ik de kans gehad om The Imposible te huren, een film van vorig jaar over de tsunami van 2004 in Thailand. Deze tekst is geen filmrecensie, waarvoor mijn excuses. Ik zal u, beste lezer, ook moeten waarschuwen dat het vol met spoilers staat. Zelfs het einde van de film zal ik moeten verklappen. Snel huren, bekijken en terugkomen is dus de boodschap.

The Impossible is een Spaanse film met Hollywoodbudget (dankzij een samenwerking met Summit Entertainment), gebaseerd op het ware verhaal van de familie Álvarez, overlevers van de tragedie en in de film gespeeld door Ewan McGregor, Naomi Watts en drie zeer overtuigende kinderen.

Het begin van de film slaagt erin om de spanning te creëren met eenvoudige beelden van rust en plezier. Met mooie beelden van een droomvakantie in een vlekkeloos resort aan de kust, met Europeanen die in de zon liggen en bediend worden door de lokale bevolking -op zijn minst een interessant gegeven vanuit een postkoloniaal perspectief, maar deze film is voornamelijk een portret van de belevenis van een ramp, geen maatschappijkritiek.

Het onheil barst los en de nietsvermoedende toeristen worden machteloos weggespoeld door de ontembare zee. De film volgt de moeder van het gezin: haar poging om haar oudste te redden ziet er klein uit tegen de monumentale beelden van een grootschalige natuurramp, maar zij is sterk en groot en zij redt haar zoon, zij het niet ongedeerd. De film slaagt er in om ons te laten ervaren wat het is om te botsen tegen een drijvende koelkast of tegen de wanhoop van wie ineens beseft dat haar man en haar twee jongere kinderen er niet meer zouden kunnen zijn. De film toont ook dat de echte ramp pas begint na de impact, als de velden een moeras zijn geworden en er geen drinkbaar water meer te bespeuren is. Laat staan een internetverbinding.

De man leeft nog en de familie is verdeeld in twee, want bij hem zitten de twee andere jongens. En snel zien we dat zo’n ramp de meest menselijke waarden aanwakkert. Angst, dapperheid, het egoïsme van wie hulp nodig heeft en de solidariteit van wie ineens beseft hoe fragiel het leven van de medemens kan zijn. De lokale bevolking reageert voorbeeldig en de toeristen zijn dankbaar. Vrouw en zoon worden gered en krijgen hulp, water en kledij van mensen die op zich al weinig hebben. Chaos heerst in het ziekenhuis, dat overspoeld wordt door honderden patiënten die de taal niet machtig zijn en meteen geholpen moeten worden, zonder volgorde of correct papierwerk. Geïmproviseerde kampen worden opgesteld en verhalen verteld. Iedereen heeft iemand verloren en in groep verwerk je de hel beter. Het is gespannen maar rustig als het voorbij is en velen kunnen pas uit volle borst wenen als ze hun verhaal kwijt kunnen. Nalijden, zeg maar.

De nasleep van een rampscenario is een ware test. De zoektocht naar familieleden (levend of niet), vervoer, communicatie, de meest elementaire noden worden titanische strijden. Onze helden moeten alle miserie van de wereld doorstaan en door hun ogen zien we wat dat allemaal betekent. Maar hun doorzettingsvermogen wordt beloond met een happy end: een grote familiehereniging. Een van die toevallige ontmoetingen die in het echte leven zo magisch zijn maar in fictie zo moeilijk zijn om geloofwaardig te maken. En het lukt, vooral omdat boven de ontmoeting van alle mannelijke familieleden nog altijd de kritische toestand van de moeder hangt, die nog naar de operatiekamer moet gaan.

Als zij bijkomt van de verdoving mag The Impossible gerust nog altijd - in de context van het genre - een integere film worden genoemd. Maar helaas, precies op dat moment verschijnt de vertegenwoordiger van een beroemde verzekeringsmaatschappij (met naam, familienaam en slogan) die zijn verkooppraat doet.

En hoewel The Impossible tot nu toe een mooie weergave is van de onbaatzuchtige solidariteit tussen mensen die de laatste minuten van de batterij van hun GSM delen met onbekenden, van overvolle ziekenhuizen waar de lokale bewoners heen en weer gaan met bebloede buitenlandse slachtoffers in hun armen, van een rampscenario waarin iedereen met een auto meteen ingeschakeld wordt om als noodvervoer te fungeren, vluchten de Álvarez nu in een leeg vliegtuig richting Singapore, waar zij, volgens de vertegenwoordiger van de verzekeringsmaatschappij “de beste zorgen in heel Azië” zullen krijgen. De geruststellende boodschap van de beroemde verzekeringsmaatschappij is duidelijk voor de Europese kijker en zijn toekomstige reisplannen: “de wereld mag vergaan, maar bij ons zijt gij veilig”.

En het kan best zijn dat het zo gaat, zo’n leeg vliegtuig voor het VIP-cliënteel kan evengoed het product zijn van fictie of van non-fictie. Op zijn minst is dat een interessant gegeven vanuit een neoliberaal perspectief, maar deze film is voornamelijk een portret van de belevenis van een ramp, geen maatschappijkritiek.

Maar daarom is dit geval van product placement niet minder rampzalig, want het einde - een vliegtuig met alle luxe dat welgeteld één gezin en één verpleegster uit een rampgebied haalt - is niet alleen een klap in het gezicht van de kijker, maar ook van iedere burger van deze wereld die ineens beseft dat je zelfs in de meest extreme omstandigheden eersterangsburgers hebt die in vogelperspectief naar de ellende kijken en dan heb je de rest, de tweederangs medebewoners van de aarde, die hen met een hand uitwuiven en stiekem een traan wegpinken.