Khaled Khalifa en de pijn van het schrijven

Syrische auteur Khaled Khalifa verbleef in Brussel tijdens een residentie van vier weken. Aan het eind van zijn verblijf gaf Khalifa een lezing over zijn praktijk als schrijver, hoe hij omgaat met de werkelijkheid en welke rol hij toedeelt aan de kunsten in de samenleving vandaag.
Khaled Khalifa en de pijn van het schrijven

Wat heeft het voor nut als pas over tien jaar de schuldigen worden terechtgesteld?

 

Passa Porta en het Kunstenfestivaldesarts nodigden de Syrische auteur Khaled Khalifa uit voor een residentie van vier weken in Brussel. Aan het eind van zijn verblijf gaf Khalifa een lezing over zijn praktijk als schrijver, hoe hij omgaat met de werkelijkheid en welke rol hij toedeelt aan de kunsten in de samenleving vandaag.

“Wat kunnen schrijvers doen tegen het leed dat zich elke dag afspeelt in Syrië? Niets. Ze kunnen niets doen.” Zo begint Khaled Khalifa zijn lezing in de Passa Porta bookshop in Brussel. De Syrische schrijver uit Aleppo is zichtbaar emotioneel en leest luidop zijn declaratie voor aan het publiek:

“I am often filled with remorse for being a writer. The question has never left me: what can writing offer someone in need of medicine, or a slice of bread? Quite simply, writing cannot save someone from an inevitable death; it cannot even give them hope in these critical moments. I often feel powerless, and I wish to be braver in order to bring loaves of bread to the starving in Ghouta, which is only a few kilometres from my house and which has withstood a choking siege for three years. If I was braver, I could break through the security barriers and bring medicine to a child who has just starved to death merely for existing in this forgotten corner of the world”

Khalifa roept zijn onmacht uit tegenover de huidige staat van zijn land: “Er was een tijd dat ik dacht dat mijn schrijven de kreet kon zijn van de vele onschuldige slachtoffers. Dat het de mensen kon bereiken die zich in de veilige havens van deze wereld bevinden en dat het hun verontwaardiging zou uitlokken tegen dit onrecht. Maar we zijn inmiddels vijf jaar verder en niets is veranderd, het is zelfs erger geworden.”

Hij verwijt de internationale gemeenschap ervan dat ze niets of dan toch te weinig hebben ondernomen. “Gelden de mensenrechten dan niet voor ALLE mensen? Wat heeft het voor nut als pas over tien jaar de schuldigen worden terechtgesteld? Zal dat de Syrische burgers redden die vandaag uitgemoord worden?”

Ook heeft hij het over de kijk van het Westen naar de rest van het Midden-Oosten. “Er bestaat de perceptie bij Westerse regeringen dat het Midden-Oosten best gepreserveerd wordt zoals het is en niet al te veel veranderingen ondergaat.” Zo heeft hij het over de verassingen die de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte teweegbrachten. Hoewel dictatoriale regimes in die landen min of meer getolereerd werden door het Westen, wou het volk zelf verandering en kwam het daarvoor ook op straat. Hij verwijst onder meer naar Khadaffi die vaak te gast was bij leiders van de Verenigde Staten en Europese landen, voornamelijk dan Frankrijk. “Ook nu wil de Belgische regering banden onderhouden met repressieve regimes als Saudi-Arabië en Iran,” zegt hij. “Maar de bevolking van vele Midden-Oosterse landen, vooral de jongere generatie, wil hervormingen zien. Ze distantiëren zich van hun regeringen en vormen hun eigen, vaak niet officieel erkende, partijen. Velen kunnen de druk ook niet meer aan en zien zichzelf genoodzaakt om te emigreren, maar daartegenover zijn er ook velen die willen blijven.”

Natuurlijk bleef het onderwerp van ISIS of Daesh, zoals het genoemd wordt in het Arabisch, niet uit en ook hier blijkt Khalifa een uitgesproken mening over te hebben. “Ik wil het internationaal gerechtshof enkele vragen stellen,” vertelt hij, “wie is Daesh? Wie heeft haar opgericht? Wie koopt olie van haar en onderhoudt daarmee haar bestaan? Het Syrische volk eist een antwoord. Het terreur van Daesh heeft inmiddels ook Europa bereikt, recht in haar hart dan nog wel, en nog steeds worden deze vragen niet door genoeg mensen gesteld. Constant wordt het debat terug geleid tot de kwestie van de Islam, maar daar ligt het probleem niet. Syrië was geen land van extremisten, zij zijn niet afkomstig uit de Syrische maatschappij. Maar we zullen dit te boven komen, hoe groot de prijs ook is. Geen enkele moordenaar in de geschiedenis is ooit ontkomen, de slachtoffers zullen gewroken worden.”

Khalifa spreekt vanuit woede en emotie, wat hij zelf ook toegeeft, en het is volkomen begrijpelijk. Hij woont in Damascus en wordt dus dagelijks geconfronteerd met een wrede realiteit waar wij hier in Europa maar een glimp van ontvangen. Hij heeft er een punt in dat we te weinig vragen stellen aan onze regeringen over wat er nu precies aan de hand is en hoe het ooit zo ver is kunnen komen. Als we ons vertrouwen kwijt zijn in onze eigen media, die ons oppervlakkig informeren en niet diep genoeg graven naar de onderliggende waarheid, laten we dan tenminste Khalifa geloven. Hem geloven dat de situatie dringend is, dat het al lang vijf na twaalf is en dat er gehandeld moet worden. “Ik geloof dat Syrië een reden van grote schaamte zal zijn voor de internationale gemeenschap, maar dan helaas in de toekomst, wanneer het al te laat is.”

Khalifa kent ondanks de onmacht groot belang toe aan het schrijverschap. Schrijvers kunnen de waarheid blootleggen. Ze kunnen de gruwelen van tirannie verwoorden en de onderliggende verhalen naar boven brengen. Zo doet Khalifa dat ook in zijn romans. Hoewel zijn personages fictief zijn, speelt hun leven zich af tegen de achtergrond van de werkelijke gebeurtenissen die uiteindelijk geleid hebben tot de realiteit van het hedendaagse Syrië. Zijn roman De Poorten van het Paradijs (2006) beschrijft de confrontaties tussen de regering en de Moslimbroederschap waar een Syrisch gezin in verwikkeld is geraakt. Zijn meest recente roman, Er Zijn Geen Messen In De Keukens Van Deze Stad, verscheen in het Nederlands in 2015. Het beschrijft een disfunctionele familie in het Aleppo van de jaren ’80 tot op het heden en de opmars van de Ba’ath Partij dat geleid werd door president Hafez Al-Assad (vader van de huidige Al-Assad). In 2014 won het de Naguib Mahfouz Medal for Literature, wat zowat de grootste literatuur prijs is in de Arabische wereld. Beide boeken werden verbannen door de Syrische regering en dan (her)uitgebracht in Beiroet en Caïro, respectievelijk. Ondertussen is Er Zijn Geen Messen In De Keukens Van Deze Stad opgenomen door de auteursvereniging Pen Vlaanderen die zich inzet voor vervolgde schrijvers.

Nog steeds ervaart Khalifa momenten van spijt en wanhoop. Het doet hem pijn dat hij niet meer kan doen. Er zijn momenten geweest dat hij geloofde dat de dood de enige

oplossing kon zijn voor zijn kwellende slapeloosheid, maar dan scheen het licht weer op hem. De betovering van het schrijven. Het gaf hem de passie om door te gaan met het leven en zich te blijven verzetten. “Ja, misschien kan mijn schrijven niet meteen een kind redden van de dood maar het kan wel zijn moordenaar de angst aanjagen dat de waarheid ooit wel naar boven zal komen.”

Khalifa kwam drie jaar geleden voor het eerst naar Brussel en de stad kreeg meteen een plaats in zijn hart. “Ik heb hier veel mooie tijden doorgebracht en de mensen zijn erg vriendelijk. Brussel is niet arrogant zoals andere grote steden.” Maar op de vraag waarom hij er niet wilt blijven genieten van de vrijheid die Brussel kan bieden antwoorde hij: “Nee, ik moet terug keren, ik hou van mijn thuis. Er is meer dat ik daar kan doen. Ik wil bij mijn volk zijn… Hier, in Brussel, kan ik enkel een lezing geven.” Daverend applaus.

 

Verslag van de lezing van Khaled Khalifa op 20 mei 2016 in Passa Porta Bookshop, Brussel, in samenwerking met Kunstenfestivaldesarts.

Citaties uit A Record of Painful Writing, van Khaled Khalifa (vertaling naar het Engels door Leri Price). De poorten van het Paradijs en Er Zijn Geen Messen In De Keukens Van Deze Stad zijn beiden in België uitgegeven door uitgeverij De Geus.