“De Figurant gaat in essentie over Thabo, een crimineel met acteerambities die ten onder gaat in het Antwerpse drugsmilieu”. Maar de film telt meerdere lagen, het gaat even goed over wat het betekent om een carrière uit te willen bouwen als acteur maar omwille van je roots vast te blijven hangen in clichérollen.
Er zijn auteurs wiens namen bekend in de oren klinken, maar wiens bekendheid niet helemaal te danken is aan het establishment. Het zijn auteurs, geschoold of niet, die in een parallel circuit groeien en stilaanmoeilijk te negeren worden. Auteurs die iets hebben van een dwarsligger, niet omdat ze in de weg van anderen staan, maar omdat ze tegen wil en dank een zelfbepaald traject volgen. Drie van hen hebben dit jaar beslist om samen te werken: Fikry El Azzouzi, schrijver van twee romans, een novelle, zes toneelstukken en massa’s spraakmakende opinieartikels; Junior Mthombeni, met een indrukwekkend CV als acteur, muzikant, toneelregisseur en medeoprichter van SIN Collectief; en Daniel Lambo, een van de meest productieve en veelzijdige filmmakers die vandaag actief zijn in ons land. Samen tekenen ze voor De Figurant, een film die op de rand tussen donkere komedie en actieprent belooft te balanceren.
“De bijtende stijl van Fikry is herkenbaar”, zegt Lambo, die naast Mthombeni aan een rustige tafel van een Brussels terras zit. “Het is geen film die je meteen gaat omarmen, omdat er voor iedereen tegendraadse dingen in zitten”.
“De Figurant gaat in essentie over Thabo, een crimineel met acteerambities die ten onder gaat in het Antwerpse drugsmilieu”. Maar de film telt meerdere lagen, het gaat even goed over wat het betekent om een carrière uit te willen bouwen als acteur maar omwille van je roots vast te blijven hangen in clichérollen. Thabo is terughoudend over de aanbiedingen die hij krijgt om een crimineel te spelen. “Hij wil zijn droom volgen, hij wil een acteur worden, maar ondertussen wordt hij aangesproken en verzeilt hij in het criminele milieu”, zegt Mthombeni die de rol op zich neemt. “Hij wordt dat wat hij niet wil spelen”, vervolledigt Lambo.
Samenwerking
Met drie ‘auteurs’ een geheel creëren is niet evident. Zeker wanneer elk van hen een duidelijke artiestieke identiteit heeft. Na vele samenwerkingen begrijpen El Azzouzi en Mthombeni elkaar goed, ze delen ook een soort ‘leefwereld’. Voor Lambo was het een uitdaging, om die leefwereld volledig te begrijpen. “Tussen hen is het maar één woord, terwijl het voor mij langzamerhand gaat”, bekent hij, “ik heb bijvoorbeeld geen racisme aan den lijve ondervonden: er zijn grote dingen die veel bepalen”.
“Als regisseur beschouw ik mezelf als een katalysator voor debat of conversatie”. Meer dan bepalen hoe alles moet gebeuren werkt Lambo aan hoe hij hetgeen hij voorgeschoteld krijgt kan omzetten naar filmtaal. Zijn rol in dergelijke omstandigheden vereist flexibiliteit. “Er is bij iedereen een opening”, zegt Mthombeni, “we moeten naar elkaar luisteren en samen zoeken: eigenlijk gebeurt op de set, op microniveau, wat we in de samenleving willen zien gebeuren. En dat gaat met botsen, vallen en opstaan, zoals elke samenleving.”
Ook vluchtelingen die elders theaterdirecteur of acteur waren, maken deel uit van de crew. Hun talent wordt volwaardig ingezet in de film. Daar zit er ook een vorm van engagement in, een wens om zelf te worden wat je in de samenleving wil zien.
Financiële paradox
De Figurant wordt gedraaid met een zeer beperkt budget. En toch wordt er gedraaid met 4K camera’s en mocht een deel van cast en crew mee gaan filmen in Marokko. “We werken op een rock ‘n roll guerrilla stijl, maar we zijn wel blij met de steun van Stad Antwerpen, van UiThuis Hoboken, van de Arenbergschouwburg, van ‘t Arsenaal”, zegt Lambo. De film is werkelijk een co-productie tussen ‘huizen’ – Lambo Films en SIN Collectief in dit geval – met verschillende talenten en kennis. “Die manier van werken is ook de toekomst”, stelt Mthombeni vast. “We zijn medeeigenaars van de film”, beaamt Lambo. Ondanks het onorthodoxe productieproces, zien ze de distributie meer op een klassieke manier gebeuren. ”Deze film moet op zijn minst in het arthouse circuit komen, deze film moeten we in de zalen zien”, daar staan ze op dezelfde lijn.
“Op financieel vlak moeten we toegevingen doen, we zouden allemaal veel liever in betere omstandigheden willen werken. Maar dat gebrek aan middelen compenseren we met tijd, energie en dromen”. De vraag is natuurlijk of dat duurzaam is, maar ondertussen wordt er verwacht dat als het resultaat zo goed is als ze voorzien, er een return voor zal zijn. Niet alleen in termen van volle zalen, maar ook op vlak van sponsors die in de toekomst rekening met hen móéten houden.
Mthombeni ziet een paradox in de risico’s die ze nemen: “Je wilt iets bereiken en je stort jezelf daar helemaal in. Geld of geen geld. Overuren, daar denk je niet eens aan. En dat wordt bekeken als: mensen die in een doel geloven, gaan over grenzen”. Een minister bijvoorbeeld, kan er een kans in zien om te besparen, want ‘ze gaan toch kunst blijven maken’. “Ergens hou je die mentaliteit mee in stand, want dan heb je mensen die uit passie hun artistiek beroep zwaar onderbetaald beoefenen. Het is een zeer moeilijk gesprek”.
Verzet of niet
Een film maken in dergelijke omstandigheden is ergens een daad van verzet. “Alleszins geen verzet tegen het bestaande”, repliceert Lambo. “Ik waardeer het klassieke model – waarbij je subsidies krijgt en co-productiedeals sluit en iedereen correct wordt betaald en je vrachtwagens kan huren – even veel als de guerrilla stijl”. Lambo gelooft in de coëxistentie van productiemodellen: “Dat systeem mag blijven bestaan. Alleen vallen nu heel veel projecten uit de boot. Verhalen zoals De Figurant zijn moeilijker van de grond te krijgen. Maar sommigen laten zich niet doen en blijven doorzetten wanneer men hun project niet goedkeurt of niet begrijpt. Die koppigheid is wél een vorm van verzet”. Problematisch is natuurlijk dat die waardering niet altijd wederzijds is en dat guerrilla filmmakers grotendeels gemarginaliseerd worden door dat klassieke model. “Ze gaan er van verschieten”, waarschuwt de ervaren filmmaker.
“Leescomités moeten vandaag oordelen over de geloofwaardigheid van werelden, mensen en omstandigheden waar ze niks van weten”, onderbreekt Mthombeni. “Ze missen het nodige referentiekader om zulke verhalen te verstaan”. “Ik kan dat begrijpen”, vervolledigt Lambo, “dat is ook mijn wereld niet, daarom moet ik me open stellen”. Maar de verhoudingen zijn onevenwichtig en als iemand vanuit een machtspositie maar zonder kennis van de leefwereld van de personages, situaties ongeloofwaardig verklaart, werkt dat nefast. “Dan ontstaat pas die rebellie. Dan wordt de urgentie om een verhaal te vertellen nog groter”. Veel verhalen ontbreken en dat leidt tot een gebrekkige vertegenwoordiging en foutieve beeldvorming. Ondertussen kan je spreken van een establishment dat zich wél verzet tegen die opkomende narratieven. Dat ze probeert tegen te houden uit vrees voor een veronderstelde verwatering, voor een verval.
Drugs
De Figurant is een drugsverhaal en daar valt ook veel over te vertellen. Antwerpen is een belangrijke schakel op de internationale drugskaart. De Figurant is daar een randverhaal van. “Het is voor een deel gebaseerd op waargebeurde feiten”, vertelt Mthombeni. “Er zijn mensen die de wanhoop voorbij zijn en niet weten waar ze terecht kunnen en dan in die wereld stappen”, antwoordt Lambo. Mensen in zulke zwakke posities worden gespot, ze worden op eten en drinken getrakteerd en krijgen dan een aanbod, een kleine job in het drugsmilieu. Na een paar maanden worden die kleine spelers ‘verbrand’ terwijl de grote garnalen ontsnappen. In die zin is de aanpak van de Antwerpse war on drugs niet effectief: “Het drugswereldje lacht er een beetje mee want de prijs gaat naar boven en de inkomsten worden hoger. De vraag blijft groot, dus het product zal blijven komen”, zegt Lambo. “Legaliseren, controleren en preventief werken zou beter functioneren”, stelt Mthombeni vast, gebaseerd op resultaten van experimenten in buurlanden die aantonen dat zo’n aanpak beter werkt, dat de criminaliteit daalt en gebruikers vaker stoppen op termijn. Hoe speels en komisch ook, De Figurant blijft een ernstige ondertoon hebben, een engagement over thema’s die niet alleen moeilijk maar zelfs gevaarlijk te simplificeren zijn.
De première van de film ligt vast: De Figurant staat centraal tijdens de openingsavond van het volgende MAF (Mestizo Arts Festival), midden oktober 2015. Mthombeni is alvast benieuwd en ziet al beelden door zijn hoofd flitsen, maar alles zal afhangen van de montage. “Ik vind de film hard maar poëtisch. Heel filmisch vooral: de beelden in Marokko zijn ware cinema”, deelt Lambo, met zichtbare fierheid.
Dit interview maakt deel uit van het dossier Kif Kif Filmblog