Smurfen zijn klein en blauw en hebben een mopper-smurf. Je partij is klein en blauw en heeft Karel De Gucht.
Beste Alexander De Croo,
Onlangs werd je door de vakbond een harteloze boskabouter genoemd. Je vond brugpensioen vanaf vijftig jaar voor de ontslagen Ford Genk-werknemers onverantwoord. Je deed me denken aan een wildplasser. Je wandelde voorbij de uitgetelde Ford-werknemers en je dacht vast: waarom niet, ik moet nu toch hoognodig en deze afgedankte 50-plussers moeten dringend eens wakker geschud worden.
Ik bleef ook mijn kop breken over de vergelijking met een boskabouter. Je bent groot en niet onknap, je hebt geen baard zoals je vader, je draagt geen pinnenmuts, maar misschien heb je thuis wel een paddenstoel waarop je heen en weer zit te wippen. Werd je door de vakbond met een smurf vergeleken, dan kon ik het best begrijpen. Smurfen zijn klein en blauw en hebben een mopper-smurf. Je partij is klein en blauw en heeft Karel De Gucht.
In het begin ging het verbluffend snel voor je. Uit het niets werd je voorzitter van de Open Vld. Maar niets komt altijd uit iets. Dat 'iets' kwam van je vader. Je kunt er niet veel aan doen maar je bent, wat ze noemen, een fils à papa. Een verweesd koningskindje dat probeert om het iedereen naar zijn zin te maken. In het parlement ben je gelukkig niet alleen. Het wemelt daar van de koningskinderen.
Je voorzitterschap was er een van vertwijfeling en angst. Je partij staat er op dit moment slechter voor dan ooit, maar ik had de indruk dat het je allemaal niet meer kon schelen. Dat je veel liever in je eentje het bos in wilde wandelen. Na de blamage bij de gemeenteraadsverkiezingen heb je er uiteindelijk de brui aan gegeven. Maar niet voor je jezelf tot vicepremier en minister van Pensioenen had gekroond.
Ik wou dat de Ford-werknemers dat ook konden zeggen: "Ja, aan den band lieten we alles op zijn beloop. We draaiden de schroeven er maar half in en we hielden lange rookpauzes en siësta's in de toiletten. Oh ja, we hebben er ook eens de stekker uitgetrokken. Gewoon om te zien wat het zou geven. En als blijk van dank hebben we ons zelf maar gepromoveerd tot voorman."
Ik heb vroeger nog enkele maanden bij het ter ziele gegane Opel gewerkt. Nog nooit heb ik ergens zo intensief moeten werken. Elke dag, elk uur, elk moment hoopte ik zo hard op een stroompanne, een aardbeving of een explosie om die verdomde band maar te doen stoppen. Toen was het al van: wie de band niet kan volgen, wie iets te vaak naar het toilet moet, die vliegt er onherroepelijk uit.
De wanhoopskreet aan jou typeert de arbeider van vandaag. Het is als een gepest kind dat eindelijk de kracht vond om in opstand te komen door stamelend twee woorden te zeggen: 'Harteloze boskabouter'. Nooit aan gedacht om als minister van Pensioenen aan de stakerspost van Ford te staan? Een steunbetuiging door je handen aan het vuur te verwarmen? Al was het maar een uurtje. Wat luisteren naar de mooie herinneringen aan Ford. Hoe de band steeds sneller draaide en hoe ze met zijn allen twaalf procent inleverden voor de redding van hun bedrijf. Zou het niet sympathieker zijn als je iets aan de perceptie kon doen? Namelijk in de media klaar en duidelijk stellen dat het brugpensioen een werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag is. En geen vrijgeleide om niet meer te moeten werken.