Zou u kort kunnen vertellen waarover het project Childmove over gaat?
Het gaat over het psychologisch welzijn van vluchtelingen en de impact van hun vluchtervaring: wat ervaren zij voorafgaand aan hun vlucht, tijdens de vlucht, en na de vlucht in het land waar ze zich gaan vestigen. Het is een groot Europees project, met collega’s die werkzaam zijn in België, Italië, Griekenland en Libië.
Met dit project willen we aanbevelingen maken voor beleidsmakers en praktijkwerkers over de behoeften van jongeren in de asielzoekerscentra. Op het eind van het project plannen we workshops om de resultaten te implementeren op Europees niveau.
Wat zijn voorbeelden van ervaringen die deze vluchtelingen dan hebben?
Voor de vlucht zijn de ervaringen uiteenlopend maar wat vaak terugkomt is dat het gebied waaruit ze komen erg gevaarlijk is en dat er familieleden zijn overleden door geweld. Maar er zijn ook ‘minder moeilijke’ verhalen, zoals jongeren die een moeilijke periode thuis hebben, bijvoorbeeld huiselijk geweld ervaren en dat ontvluchten.
De ervaringen tijdens de vlucht hangen af van het land van herkomst en de landen waar ze door reizen. Zelf werk ik veel met Afghanen en zij reizen door Servië. Daar krijgen ze te maken met politiegeweld, en landelijke autoriteiten proberen hen door middel van pushbacks terug te drijven naar het land van herkomst. Het kost veel moeite om de grens over te steken. Het komt ook vaak voor dat ze medevluchtelingen zien sterven voor hun ogen, dat ze dakloos zijn, en dat ze honger hebben. Vluchtelingen uit Zuid-Afrikaanse landen reizen meestal via Libië. Het komt voor dat ze gevangen worden genomen en dat familieleden onder druk gezet worden om geld te betalen, voordat ze verder mogen reizen.
Na de vlucht zijn ze zijn dankbaar voor het feit dat ze niet meer in levensgevaar zijn. Of voor de materiële hulp die ze krijgen: (tweedehands) kleren en zakgeld. Maar de lange immigratieprocedures en niet weten of ze worden teruggestuurd naar het land van herkomst zorgt voor veel stress. Soms zijn er moeilijkheden met de leeftijdstest. De dagelijkse stressoren zijn voornamelijk het ervaren van racisme, het gebrek aan huisvesting, een klein sociaal netwerk en weinig sociale steun.
Verbetert dit na verloop van tijd, gaat het dan uiteindelijk beter met de jongeren als ze in België zijn?
Childmove loopt nog en eindigt in 2022, persoonlijk ga ik de jongeren nog twee jaar opvolgen. Vorig onderzoek door Marianne Vervliet[1] vertelt ons dat er in de eerste achttien maanden geen veranderingen zijn waargenomen in het welzijn van de jongeren. Normaal gezien wordt het beter, maar traumatische ervaringen zijn hardnekkig en dagelijkse stressoren verhinderen het herstel.
Wat is het verschil tussen niet begeleide vluchtelingen en volwassen vluchtelingen.?
Het grootste verschil is de leeftijd. De jonge leeftijd maakt de jongeren extra kwetsbaar. Ze zijn vaak in de adolescentie en hebben andere ontwikkelingstaken zoals bijvoorbeeld hun identiteit exploreren en ontwikkelen. Ze hebben ook een andere rol in de familie. Vaak is er sprake van ‘parentificatie’: ze nemen taken op zich die eigenlijk taken van de ouders zijn, ze hebben veel verantwoordelijkheid en autonomie voor hun leeftijd. Vaak hebben de ouders ook hoge verwachtingen. De moeilijke ervaringen tijdens en na de vlucht ervaren ze zonder ondersteuning van hun ouders en dat maakt het extra moeilijk voor deze specifieke groep.
Hoe zou u het immigratiebeleid van België evalueren?
Er wordt goed werk gedaan bij Fedasil. Er zijn ook burgerplatforms[2], mensen die vluchtelingen (tijdelijk) opvangen. Deze mensen leveren enorme inspanningen om de vluchtelingen te ondersteunen. En er zijn ook onafhankelijke organisaties die zorgen voor psychologische steun, iets wat eigenlijk de taak van de Belgische overheid is.
Kan u me vertellen over uw ervaringen in asielzoekerscentra?
Ik verricht op dit moment onderzoek in twee verschillende OOC’s (Oriëntatie- en observatiecentra, nvdr). Ik heb eerder gewerkt in een centrum in Berlijn. Er zijn veel meer moeilijkheden dan wordt gezien. Zelfs voor mij als sociaal werker lijken het normale jongeren die grappen maken met vrienden. Typisch adolescenten dus. Maar door het afnemen van interviews weet ik dat ze veel te kampen hebben met slaapproblemen en terugkerende nachtmerries. Er komt ook veel angst, depressie en PTSS (posttraumatische stressstoornis, nvdr) voor bij deze jongeren.
Wat kunnen wij als burgers doen om het gemakkelijker te maken voor niet begeleide minderjarige vluchtelingen?
Wat ik een goed initiatief vind is de buddywerking van het CAW. Het idee is dat je als burger tijd doorbrengt met deze jongeren. Je hoeft geen therapeut of psycholoog te zijn. Je doet alledaagse dingen met hen zoals samen naar de supermarkt gaan. Het zorgt voor sociaal contact en steun, iets wat veel jongeren missen bij hun aankomst. In België is het belangrijk dat ze zich uiteindelijk thuis gaan voelen, dit is een stap in de goede richting en zorgt voor een betere integratie.
Veel aanhangers van rechts populistische bewegingen doen aan stereotypering en gebruiken 'migratielogica’. Gedachtengangen die vaak voorkomen zijn: "hebben deze jongeren het wel verdiend om hier te zijn" en "voldoen ze aan de voorwaarden om vluchteling te zijn". Maar voor minderjarige vluchtelingen mag dat niet aan de orde zijn. We hebben in België de Kinderrechtencoalitie. Hiermee geven we aan dat we eerst naar het kind moeten kijken, dan pas naar de status.
Meer info over het project CHILDMOVE vind je op de website van Universiteit Gent.
[1] The trajectories of unaccompanied refugee minors: Aspirations, agency and psychosocial well-being, Marianne Vervliet, 2013
[2] Bijvoorbeeld burgerplatform BXLRefugees, nvdr