Henry: “Weet u wat u kunt zeggen tegen een zwarte man over het onderwerp ras?”
Charles: “Niks.”
Henry: “Juist, niks.”
Charles: “Zwarte mensen kunnen praten over ras?”
Henry: “Zo is dat.”
Wanneer Charles Strickland (Dirk Van Dijck), een rijke witte man, het advocatenkantoor binnenstapt van Henry Brown (Gorges Ocloo) en Jack Lawson (Jeroen Van der Ven) wordt hij meteen op zijn plaats gezet. Charles zit namelijk in de problemen. Een zwarte vrouw, die verder naamloos blijft, beschuldigt hem ervan haar te hebben verkracht. Maar Henry, zelf zwart, wil het niet hebben over racisme. Hij en zijn partner Jack willen de zaak winnen, en dat kan niet als je het r-woord uitspreekt.
Een jonge advocate in de leer, Susan-zonder-familienaam (Aminata Demba) vertrouwt Charles niet. Voor haar is hij schuldig en moet hij vooral berouw tonen. Terwijl Henry en Jack onder elkaar praten over of ze de zaak al dan niet zullen aannemen, maakt Susan twee beginnersfouten, waardoor het kantoor wel verplicht wordt om Charles te vertegenwoordigen.
Zo begint Race, een voorstelling naar de tekst van David Mamet, die bekend werd met de succesvoorstellingen Glengarry Glen Ross en Speed-the-Plow, maar bij ons vooral gekend is van zijn scenario voor de kaskraker The Untouchables.
David Mamet is een echte dialoog-schrijver. De oneliners en snedige dialogen vliegen je letterlijk om de oren. Als kijker mag je op geen enkel moment de aandacht laten verslappen, anders ben je hopeloos verloren. Vertalers Pieter en Sacha Hilhorst maakten een degelijke vertaling, met slechts hier en daar wat zinnen die niet lekker bekken in het Nederlands.
Hoewel regisseurs van de Broadway en off-Broadway opvoeringen van Race vrijwel altijd een statig advocatenkantoor als decor kiezen, verkiest Stef Stessel liever een strakke vormgeving met witte stoelen, een witte vloer en grote, industriële lampen. Een gedurfde keuze, die toch klopt. Henry en Charles zijn immers jonge, moderne advocaten, strak in het hipster-pak. Ze zijn advocaat geworden om zaken te winnen, niet om de waarheid aan het licht te brengen.
Gorges Ocloo – in De Standaard “een van de de hardest working men in showbusiness” genoemd – is voortreffelijk als Henry Brown (what’s in a name?), de zwarte advocaat die liever niet wil praten over de kleur van het vermeende slachtoffer. Het spelplezier spat er van af, en Gorges Ocloo kanaliseert zijn energie in de evolutie van zijn personage. Was Henry aan het begin enkel uit op winnen, vraagt hij zich aan het einde van de voorstelling af hoe hij in godsnaam kant kiest tégen de zwarte vrouw die Charles beschuldigt van verkrachting.
Ook Jeroen Van der Ven zet een sterke prestatie neer als de gehaaide en ervaren advocaat Jack Lawson – hij draagt de wet zelfs in zijn naam. Zijn oneliners zijn very American, hij schiet het ene salvo af na het andere en neemt het publiek op sleeptouw tijdens zijn wervelende gedachtekronkels. Ook hij is niet helemaal zuiver op de graat. Gaandeweg confronteert Susan hem met zijn eigen vooroordelen, in een sterk staaltje acteerwerk van zowel Aminata Demba als Jeroen Van der Ven. Jacks meltdown is dan ook onvermijdelijk en vermakelijk om te zien.
Dirk Van Dijck is aandoenlijk als de rijke witte Charles Strickland, en je kan je afvragen waarom de regie voor deze aanpak kiest. De schuld druipt van hem af, maar zijn onbehouwen manier van doen maakt van zijn personage een iel ventje, in plaats van de machtige man (denk: Harvey Weinstein) die we kunnen opmaken uit de karakterbeschrijving: Charles is opgegroeid in een omgeving die nooit nee tegen hem heeft gezegd. Naarmate steeds meer verfoeilijke gebeurtenissen uit zijn verleden opgerakeld worden, wil Charles – tegen het advies van zijn advocaten in – een verklaring afleggen aan de pers. Niet om schuld te bekennen, maar om gewag te maken van het ‘misverstand’ dat volgens hem heeft plaatsgevonden. Charles’ desintegratie komt dan ook niet als een heuse verrassing.
De opvoering van een bestaande tekst zorgt natuurlijk voor beperkingen. Wat kunnen spelers en regisseurs nog toevoegen om een tekst uit 2009 actueel te brengen? De vraag is zelfs of zoiets überhaupt kàn. Daar botste Aminata Demba zelf ook op. In een interview met Kif Kif vertelde ze hoe ze hiermee omging:
“Tijdens het repeteren voelde ik sterk dat dit personage, dat zwart is, werd geschreven door een witte schrijver. Daar had ik last mee. Er zijn dingen die ik als zwarte vrouw ook gezegd wil krijgen of wil horen in theater. Zeker wat deze thematiek betreft. Ik heb zelfs tijdens het repetitieproces iets neergepend waarvan ik vond dat mijn personage Susan dit moest uitspreken. Dat moest er even uit voor ik verder kon. Maar uiteindelijk ben ik speler en is het mijn taak om mijn tekst en personage zo waarachtig mogelijk belichamen.”
Dat siert haar. Haar taak is inderdaad om dit personage zo goed als ze kan vorm te geven. Dat de tekst haar daarin beperkt is niet aan haar te wijten. Maar Aminata Demba is een sterke speelster. Ze portretteert Susan als een vulkaan die op het punt staat uit te barsten. In discussies met haar mannelijke collega’s verheft ze haar stem slechts lichtjes, net genoeg om haar opborrelende woede een uitlaatklep te geven. Susan is de zwarte vrouw die steeds beheerst moet zijn, om niet versleten te worden voor een hysterische angry black woman.
Terwijl Henry en Jack proberen om de zaak zo goed mogelijk voor te bereiden, krijgen ze onheilspellende berichten binnen: nieuwe getuigen, een verklaring die wordt gewijzigd, een briefkaart die Charles ooit heeft geschreven... Maar het zijn vooral de pailletten van de rode jurk die het vermeende slachtoffer droeg, die roet in het eten dreigen te gooien. Dit alles leidt ertoe dat de ingetogen Susan met de vinger wordt gewezen. Zet zij iedereen bewust op het verkeerde spoor, omdat ze bij voorbaat gelooft in de schuld van Charles?
De vraag is of de tekst van David Mamet vandaag nog relevant is. Sinds 2009 is de discussie rond het bestaan van ongelijkheid in de wereld enkel toegenomen. We bouwden verder op ideeën over dekoloniseren, de MeToo-beweging is sinds het ontstaan in 2006 gegroeid en verbreed (zeker nadat de term als hashtag viraal ging in 2017) en we beginnen stilaan het belang in te zien van andere visies op de maatschappij dan steeds maar weer diezelfde witte, mannelijke blik.
Met dat voortschrijdend inzicht in het achterhoofd, is het frustrerend om te zien hoe Jack, de witte advocaat, veruit de meeste tekst krijgt, gevolgd door Henry. Maar het valt vooral op hoe David Mamet het personage Susan heeft geschreven: als een enigmatisch wezen, een sfinx die er een eigen agenda op nahoudt. Susan spreekt niet veel, maar luistert vooral. Ze vraagt in een gesprek met Jack slinks door, als een spin die haar prooi in de val wil lokken zodat hij een – misschien –onbedoelde uitspraak doet: “Bedoel je dat zwarte mensen dom zijn?”
Dat een witte man een tekst schreef over racisme, zou vandaag de wenkbrauwen doen fronsen. Hoe kan hij met zijn referentiekader racisme zo doorleefd begrijpen dat hij hier een pertinente tekst over kan schrijven? Misschien is dat de misconceptie die bestaat over deze voorstelling. Race gaat eigenlijk niet over racisme, maar wel over hoe we allemaal in ons eigen denken vastgeroest zitten waardoor we niet meer met elkaar kunnen praten. Dat klopt misschien, maar je kan je afvragen of het onderwerp racisme niet te groot en te belangrijk is om ons die les te leren.
Race
Tekst: David Mamet
Vertaling: Pieter en Sacha Hilhorst
Regie en dramaturgie: Aurelie Di Marino en Johan Dehollander
Met: Aminata Demba, Dirk Van Dijck, Gorges Ocloo en Jeroen Van der Ven
Een productie van ARSENAAL/LAZARUS
Foto's: © Stef Stessel
Voor de volledige speellijst, kijk op www.arsenaallazarus.be.
Lees ook het interview met Aminata Demba: “Er bestaat geen absolute waarheid”.