Het is vaak hetzelfde verhaal in de sector van de kunsten. Diegenen die breed en innovatief werken worden uitgesloten omdat ze niet onder één noemer zijn te plaatsen.
Het zijn onzekere tijden voor sociaal-artistieke werkplaats Sering in Antwerpen. In februari kreeg de organisatie een negatieve feedback op de subsidieaanvraag. Nu zet Sering alles op alles om de werking uit de gevarenzone te halen.
In februari kreeg vzw Sering een negatief preadvies toegekend van de commissie. Hoewel dat advies niet bindend is, voorspelt het niet veel goeds. Artistiek leider Mia Grijp was overdonderd. “Als organisatie is zo’n advies heel overweldigend. Dat er na zeventien jaar hard werken plots een einde aan onze werking kan komen, is verschrikkelijk nieuws.”
Te brede werking
Bij de vorige subsidieronde drie jaar geleden werd Sering door de bevoegde instanties nog een voorbeeld voor de sociaal-artistieke sector genoemd. Nu, drie jaar later, is dat wel anders. “We worden ervan beschuldigd een te brede werking te hebben. Opeens is dat een probleem, terwijl wij altijd al doelgroepoverschrijdend werkten.” Sering trok de voorbije jaren de banden met hun lokale en internationale partners steviger aan. De relatie werd uitgediept en de partners konden meer assisteren in plaats van enkel toeleveren.
Zo wilde Sering ook zij die nog steeds geen toegang tot de artistieke wereld hadden, bereiken. “Daarvoor werken we intensiever met verschillende soorten mensen samen. En dat heeft ons nu genekt. De landschapstekening van de beoordelingscommissie voor onze sector stipuleerde nochtans dat het veld van sociaal-artistiek werk zich zou moeten verbreden. Dat is wat wij eruit begrepen maar klaarblijkelijk wordt een brede werking gewoonweg afgestraft”, zegt Grijp.
Alles voor de mensen
Vzw Sering focust zich voornamelijk op theaterprojecten met kwetsbare groepen. De samenleving staat daarin centraal en maatschappelijke verschillen overstijgen staat voorop. “De kracht van het sociaal-artistieke veld is dat we veel input van mensen zelf krijgen. Het draait allemaal rond het creatieve proces en daar betrekken wij veel verschillende stemmen in. Dat is de echte rijkdom van deze sector. We hebben altijd met relatief weinig middelen gewerkt, onze grootste inzet was altijd de mensen.”
Organische groei
Waar het dan misliep, is volgens Grijp een samenloop van omstandigheden. “Er was niet voldoende plaats voorzien op de documenten om alle informatie kwijt te kunnen. Het agentschap heeft me toen verteld dat ik me geen zorgen moest maken. Enkel nieuwe organisaties moesten de volledige historiek weergeven. Onze achtergrond en lange traditie in het sociaal-artistiek werk waren zogezegd gekend. Maar het lijkt wel alsof ons dossier bekeken is door een bende leken die enkel de huidige situatie bekeken.” Enkel focussen op de huidige situatie is volgens Grijp onaanvaardbaar voor dit soort organisaties. “Sering is als organisatie organisch gegroeid over de afgelopen zeventien jaar. Je kan ons verhaal niet vertellen zonder de geschiedenis mee in kaart te brengen.”
Red Sering
De organisatie doet haar best om de werking te redden. Zo is er een online petitie gestart, zijn er getuigenissen van deelnemers op video vastgelegd en ook de internationale partners blijven niet bij de pakken zitten. Ook voor hen zou het einde van Sering slecht nieuws zijn. Met partners in onder andere Peru, Irak en de Verenigde Staten kan de vzw rekenen op een internationale schare aan medestanders. Samen met Sering maken ze deel uit van het project Partners in de Wereldwijde Virtuele Carrousel (WVTC).
Problematische sector
Eind juni valt de definitieve beslissing. Enkele maanden geleden was er nog sprake van bepaalde uitdoofscenario’s. Zo zou de organisatie geleidelijk de boeken dichtdoen. Over die scenario’s reppen de beleidsmakers nu met geen woord meer. “Het is vaak hetzelfde verhaal in de sector van de kunsten. Diegenen die breed en innovatief werken worden uitgesloten omdat ze niet onder één noemer zijn te plaatsen. Nadien moeten weer nieuwe sectoren opgericht worden om die organisaties plaats te bieden. En zo blijft het maar doorgaan in de kunstsector. Waarom dan altijd zoveel investeren als alles op termijn toch wordt afgebroken?”
© 2012 – StampMedia – Leen Baeten